Arthur Alberts was afgelopen weekend maar al te blij dat Delft van zijn oude liefde Wippolder won.
Arthur Alberts was afgelopen weekend maar al te blij dat Delft van zijn oude liefde Wippolder won. "Het was een bijzondere wedstrijd, maar tegen wie we ook spelen, ik wil winnen." (foto: Roel van Dorsten) Foto:

Hoe gaat het met Arthur Alberts?

DELFT - Arthur Alberts (59) debuteerde op zijn vijftiende bij Wippolder en is inmiddels al jaren verzorger.

Dat Alberts bij Wippolder zou gaan voetballen, stond al vroeg vast. "Mijn vader en oom speelde er al en ik groeide op in de wijk. Je mocht pas competitie spelen als je tien was, maar ik was op mijn zevende al lid. Ik was altijd in de weer met een bal."

- Was je goed in de jeugd?
"Ik was groot voor mijn leeftijd en werd voor het regioteam van de KNVB geselecteerd, waar ik onder anderen met Stanley Brard heb gespeeld. Ik viel blijkbaar op, want op mijn vijftiende debuteerde ik in het eerste met mannen als Chris Vaderloos, Piet Rossel en Hans Mol."

- Bleef je daar lang?
"Na een paar jaar liep het niet meer zo lekker en vertrok ik naar BEC, waar ik wat mensen kende. Dat was een prachtig elftal met onder anderen André Cinjee, Aad Kattevilder en Chris Treling. Dat was in de tijd van de brommers, waar we zelf aan sleutelden. In een ongeluk brak ik mijn scheenbeen en een jaar later beschadigde ik mijn nieren. Ik maakte het jaar af en dacht dat het voetbal op niveau wel over was."

- En toen?
"Martin Stoelinga benaderde me of ik terug naar Wippolder wilde en dat deed ik. Hij had een elftal bij elkaar gehaald, maar toen later de jeugd doorbrak met jongens als Willem Bos, Leo en Fred Derwort, Rob van der Wees, Leon van Heyst en Leo Mulder werden we echt succesvol. We werden zelfs landskampioen van de onderbond."

- Wanneer ben je gestopt?
"Ik heb in een vriendenteam gespeeld en in de zaal gevoetbald en ben zelfs trainer van het tweede geweest. Dat vond ik moeilijk, omdat ik het liefst zelf wilde spelen, maar dat ging niet meer. Daarom ben ik verzorger geworden, maar na onenigheid met het bestuur ben ik weggegaan."

- Waarheen?
"Thomas Clavan benaderde me of ik wilde helpen bij DHC. Ik mocht door de week het eerste behandelen en kreeg de A-jeugd erbij. Dat heb ik een jaar gedaan, maar ik miste de wedstrijdspanning. Daarop ben ik twee jaar bij Concordia geweest en heb ik drie mooie jaren bij DHL gehad. Inmiddels zit ik alweer elf jaar bij Delft."

- Waarom houd je het hier zo lang vol?
"Ten eerste is dit een prachtige club met veel fijne en gezellige mensen. Ik ben een voetballer in hart en nieren en zit er zo heel dicht op. Als die jongens bij je op tafel liggen, vertellen ze veel. Zo kun je de verhoudingen binnen de selectie in de gaten houden en bespreken als dat nodig is."