Mario Flips beleefde met onder andere zijn ‘Siamese tweelingbroer’ Leen Steijger gouden tijden bij Concordia en schopte het tot het Elftal van de Eeuw. (foto: Roel van Dorsten)
Mario Flips beleefde met onder andere zijn ‘Siamese tweelingbroer’ Leen Steijger gouden tijden bij Concordia en schopte het tot het Elftal van de Eeuw. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Mario Flips?

DELFT - De naam van Mario Flips (53) lijkt voor altijd aan Concordia verbonden, terwijl hij ook bij DHC en Vitesse Delft voetbalde.

Flips begon in de jeugd van DHC. "Daar zat ik in een mooi elftal met Marcel van Buuren. We speelden op toernooien onder anderen tegen John de Wolf en Mario Been. Op enig moment koos ik voor het wielrennen, omdat ik daar meer talent voor had. Ik fietste met Teun van Vliet en Jelle Nijdam, maar zat niet in een gesponsorde ploeg. Toen ik de vele valpartijen en blessures zat was, ging ik bij Vitesse Delft voetballen."

- Hoe kwam je daar terecht?
"Ik was goede vrienden met Joop Hoornweg, die er in het tweede speelde en ik trainde met zijn elftal mee. Na een paar wedstrijden, vroeg Jan van den Akker of ik met het eerste wilde meetrainen. Ik kwam in een elftal terecht met onder anderen Ronald Vermeulen, de gebroeders Van der Lee en René Slegtenhorst. Vitesse is een mooie club, maar na een tijdje was ik toe aan iets anders..."

- Dat werd Concordia?
"Ja, en dat beviel me als student geweldig. Theo van Leeuwen -ook trainer van het Nederlands Studentenelftal- was er trainer en we konden met elkaar lezen en schrijven. Hij had een systeem waarin we bijna alle ploegen verrasten. Ik stond voorin met Leen Steijger, die mijn Siamese tweelingbroer bleek te worden."

- Hoe dat zo?
"Wij wisten elkaar op het veld heel erg goed te vinden en gunden elkaar alles. We waren complementair en deden graag een stapje extra voor elkaar. Daarbij wisten we dat we de bal altijd bij elkaar kwijt konden en we kenden elkaar zo goed, dat we wel wisten wat de ander ermee ging doen. Mijn vader hield in die tijd een knipselmap voor me bij. Daar ben ik nu heel blij mee, want pas achteraf besef je hoe mooi het allemaal was."

- Hoe was de sfeer?
"Fantastisch. Doordat we vooral met studenten speelden, was er een grote doorloop, waardoor het niet ging vervelen, hoewel ik wel een jaar terug ben gegaan naar DHC. Daar heb ik door een rugblessure nauwelijks gevoetbald. Na dat jaar ging ik terug naar Concordia, waar ik nog een jaar of zeven heb gevoetbald. De Heerenavonden waren geweldig en we hebben ook mooie reizen gemaakt, bijvoorbeeld naar Tunesië. Daarnaast gingen we vaak samen de stad in."

- Hoe volg je het voetbal nog?
"Ik ben trouwe supporter van mijn zoon Pipp, die in de A1 van Concordia speelt. Hij is ook spits en heeft veel meer talent dan ik had. Verder is alles zoveel professioneler geregeld dan toentertijd. Op de club gaat het nog vaak over die mooie tijden."