De Spoorzone is een groot bouwproject. Voor Delft iets tè groot om in goede banen te kunnen leiden...
De Spoorzone is een groot bouwproject. Voor Delft iets tè groot om in goede banen te kunnen leiden...

Waarom Delft al gauw het spoor bijster was - en bleef

DELFT - Drie grote projecten hebben ervoor gezorgd dat het water Delft tot aan de lippen staat. Onderzoek leidde deze maand tot drie rapporten vol bevindingen. Wij ploeterden ons door die documenten heen. Deze week het derde en laatste deel: de Spoorzone en het nieuwe Stadskantoor.

Door: Jesper Neeleman

Met 175 pagina's het dikste rapport. Niet gek ook. Want het Delftse 'project van de eeuw' kan niet alleen qua kosten, complexiteit en omvang zo worden aangeduid, maar ook wat betreft fouten, foutjes en blunders.
Het verhaal begint al eind jaren '80. Delft was niet blij meer met haar spoorviaduct en wilde er wel wat ruimte in de stad bij. Het rijk wilde op haar beurt de twee sporen uitbreiden naar vier. De wens voor de spoortunnel was zo groot, dat ondanks alle risico's de optie 'niet bouwen' nooit serieus is overwogen. Likkebaardend keek Delft naar de lappen grond die midden de stad zouden vrijkomen. Een goudmijntje. En het oog wilde ook wat. De te bouwen huizen en kantoren zouden Delft 78 miljoen opleveren. Dat liep iets anders. De contracten met de ontwikkelaars waarin deze cijfers naar voren kwamen, werden nooit betwist. Risico's van tegenvallers op de woningmarkt lagen bij de ontwikkelaars, stond zwart op wit vastgelegd. Maar toen kwam de crisis. En trokken de ontwikkelaars zich terug. Met dat slecht weer-scenario had Delft even geen rekening mee gehouden. Ook wat de planning betreft was Delft 'regelmatig te optimistisch'. Regelmatig? Niet één projectonderdeel is gerealiseerd volgens de oorspronkelijke planning. Vertraging kost geld. Concreet: vertraging van de tunnel zou tussen de 3 en 4 miljoen euro kosten. Per maand. Dus deed Delft alles om dit te voorkomen. Met zoveel partijen aan zó'n groot project werken: Dat leidt tot discussies en conflicten. Met de Gemeente Delft, OBS, ProRail, CCL en de ontwikkelaars in de hoofdrollen. De gemeente vermeed hierbij de gang naar de rechter en probeerde geschillen te schikken. 'Of dit uiteindelijk gunstig heeft uitgepakt, daarover zijn de meningen verdeeld', schrijven de onderzoekers. Delft trok in elk geval wel erg vaak aan het kortste eind. En dat is zuur, zeker als je ook nog eens met een lage risicoreservering werkt. Het Delftse spaarpotje voor tegenvallers in dit project bedroeg 25 miljoen euro. En dat was al gauw op. Delft dacht dat het netto 61,2 miljoen euro zou moeten betalen voor het megaproject. Die kosten zijn toegenomen tot 218 miljoen euro. Grond ging minder opleveren, maar alle kostenposten stegen.
Er waren momenten waarop de projectorganisatie 'niet optimaal functioneerde', concluderen de onderzoekers. De directeur van OBS zei dat er sprake was van 'wij-zij-denken' tussen OBS en de gemeente en tussen OBS en contractpartijen ProRail en CCL. Het stadsbestuur had altijd veel aandacht voor het project, alleen ontbrak de kritische kijk op de gang van zaken. Vaak werd de lijn van OBS gevolgd en werden hun adviezen overgenomen. Tegelijk wordt gesteld dat 'de' gemeenteraad 'z'n kaderstellende en controlerende taak heeft ingevuld'. Want, wordt uitgelegd, de raad pleitte voor veranderingen, stelde vragen, diende moties in en liet second opinions uitvoeren. 'De raad heeft zich kritisch opgesteld'. Opmerkelijk is wel dat het steeds gaat over 'de raad'. Want een meerderheid van 'de raad' bestaat uit coalitiepartijen die naar Delftse traditie trouw hun college volgen. Colleges die vooral te optimistisch en te weinig kritisch werden genoemd. Het Spoorzoneproject en het kostenplaatje hiervan werd nog eens goed onder de loep genomen tijdens de stresstest. Alleen was het toen al 2014. 'Rijkelijk laat', stellen de onderzoekers. Ook oppositiepartijen merkten op dat er wel erg laat zo'n test kwam. Want de wel erg negatieve uitkomst werd vlak na de gemeenteraadsverkiezing bekend gemaakt. Toeval? De huidige oppositiepartijen denken van niet. Uit de test bleek namelijk dat Delft rekening moest houden met een extra tegenvaller van tussen de 30 en 40 miljoen euro.
Is alle ellende inmiddels voorbij? Dat blijft de vraag. Het project, zeker de invulling van de vrijgekomen ruimte, gaat nog vele jaren in beslag nemen. En in één van de laatste conclusies, ergens achterin het rapport, lezen we dat het voor de Delftse raad 'lastig' is om goed zijn rol in te vullen in een dermate complex project. We houden ons hart vast...