Afbeelding
Foto: Martin de Ruiter

Delftenaren in de rij voor een helpende hand richting vluchtelingen

DELFT – Delftenaren kunnen voortaan elke woensdagmorgen tijdens Koffie NL in gesprek met vluchtelingen. Afgelopen woensdag was de aftrap. Delft op Zondag was erbij.

Het initiatief komt van buddynetwerk Delftse Buur, een club die vorig jaar ontstond toen ook Delft te maken kreeg met een grotere vluchtelingenstroom. Zij willen graag goede buren zijn en vluchtelingen helpen met de Nederlandse taal. Ook Anne Marie Harmsen, coördinator van Koffie NL. "Als je nieuwkomers spreekt, vertellen ze vaak dat ze de taal willen leren, maar weinig kunnen oefenen omdat ze te vaak bij elkaar zitten", legt ze uit. Een flinke groep Delftenaren helpt ze graag. Afgelopen jaar hebben al 170 buddy's zich aangemeld. Zij worden op hun beurt bijgestaan door dertig begeleiders. "We merken dat veel Delftenaren gemotiveerd zijn nieuwkomers te helpen", vervolgt Harmsen. "Waarom? Omdat ze beseffen dat nieuwkomers moeten inburgeren en de taal leren." Ook vandaag dragen Delftenaren graag een steentje bij. De vluchtelingen zijn sterk in de minderheid. Als Koffie NL een kwartiertje aan de gang is, tellen we er zes. "We hopen dat dit er meer gaan worden", merkt Harmsen op. Delftenaren blijven ondertussen wél binnendruppelen. Dan blijken de gebeden van Harmsen te worden gehoord, want Hussein – en zijn buddy – komen binnen. Hussein is vandaag van zijn fiets gevallen. Ook dat is integreren. Hij laat op zijn broek de stille getuigen van zijn val zien. "Wat we hier doen is een aanvulling op de zeer beperkte aandacht en zorg vanuit de overheid", vervolgt Harmsen. "Taallessen zijn duur, dus dat krijgen ze maar een beperkt aantal uur. Het is broodnodig dat wij daarom met ze in gesprek gaan en ze helpen, bijvoorbeeld met Nederlandstalige brieven die ze krijgen."
Even verderop zijn Zakaria en Obada in gesprek met Juul en Chris. Zakaria en Obada zijn Syrië ontvlucht vanwege de oorlog en een oproep voor de dienstplicht. Zodoende staan ze nu niet in uniform rond Aleppo, maar zitten ze bij 'Uit de Kunst' aan een tafel. Het bevalt ze goed in Delft. Als we, nadat Obada een vraag niet begrijpt, overschakelen naar het Engels, grijpt Anne Marie Harmsen in. We moeten Nederlands praten. "Dat is hier de voertaal. Als hij je vraag niet begrijpt, moet je 'm anders stellen." Gelukkig krijgen we na deze berisping hulp van Chris en Juul. "Wij zijn gewoon Delftenaren die hun steentje willen bijdragen", legt Chris uit over z'n aanwezigheid. "We willen dat ze zich thuis en welkom voelen." Dat voelen de twee Syriërs zich wel. "Het is hier super." Toch is de oorlog nooit ver weg. Obada laat z'n mobieltje zien. "Kijk, dit is het eerste dat ik zie als ik Facebook open." In het scherm een foto van een gehavende stad. Het roept herinneringen op aan hun laatste week in Syrië. "We hadden ons laatste examen, toen in de buurt een bom viel. De ramen van het lokaal vlogen naar binnen", weet Zakaria nog. "Ik zat onder het glas. Nu in Nederland probeer ik niet naar het nieuws te kijken. Ik voel me machteloos als ik zie wat in Syrië gebeurt." Wat vandaag in Delft gebeurt, vinden ze prettiger. "Ik kan hier mensen ontmoeten, praten en netwerken", zegt Zakaria. "Volgende week kom ik weer."