Gelukkig hebben we techniek en toerisme...
DELFT – Het was een mooie week. Delftse onderzoekers toonden aan dat Albert Einstein ongelijk had, het Delftse Nuon Solar Team won voor de zesde keer de Solar Challenge en ook met toerisme gaat het voor de wind. In het eerste half jaar kwamen bijna een miljoen nationale dagrecreanten naar Delft.
Dat zijn goede berichten in donkere tijden, waarin niets of niemand door bezuinigingen wordt ontzien, het ene na het andere evenement wordt afgelast en de gemeente zelfs geen geld meer over heeft voor een kerstboom op de Markt.
Dan is het mooi als 'we' weer even die Solar Challenge winnen, een evenement met zonnewagens waar knappe koppen van over de hele wereld aan meedoen. Het wordt al bijna een traditie dat het Delftse team die beker daar even ophaalt. Hoe dat kan? "Wij zijn altijd sterk op het gebied van innovatie en nieuwigheidjes verzinnen", legt Winnifred Noorlander van het Nuon Solar Team ons uit. "Zo zag je dat wij met Nuna7, onze vorige auto, als eerste een asymmetrisch ontwerp hadden. Dit jaar zijn alle auto's in de top tien met zo'n soort ontwerp aan de slag waren gegaan. Beter goed gejat dan slecht bedacht, zeg maar." Daarnaast komt het succes de studenten natuurlijk niet vanzelf aanwaaien. "We hebben meer dan een jaar gewerkt aan onze Nuna8", zegt Bianca Koppen. "Dan wil je maar één ding en dat is winnen. Ontzettend fijn dat dit is gelukt." Het was tot de laatste kilometers spannend, geeft Noorlander aan. "Toen wij eindelijk over de finish kwamen was de ontlading en blijdschap ook enorm."
Ondertussen op de campus waren Delftse wetenschappers druk met het wereldkundig maken van hun ontdekking. Onder leiding van Prof. Ronald Hanson van de TU Delft is namelijk aangetoond dat Einstein ongelijk had, een ontdekking die wetenschappers over de hele wereld met grote interesse volgden. Hun Delftse collega's hebben namelijk aangetoond dat elektronen in twee diamanten, gescheiden van elkaar door een afstand van 1,3 kilometer op de campus, echt een onzichtbare en instantane verbinding kunnen hebben. Dat laat zien dat 'spookachtige invloed' echt bestaat. Wat we ermee kunnen? Veel. Het schept namelijk, concluderen de Delftse wetenschappers, de mogelijkheid voor een radicaal nieuwe manier voor beveiligde communicatie die fundamenteel onmogelijk valt af te luisteren.
Goed nieuws
Er was dus ook voor toeristisch Delft goed nieuws. Uit cijfers van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) bleek dat Delft in het eerste half jaar al door 904.000 nationale dagrecreanten is bezocht. Ter vergelijking: over het hele jaar 2014 waren dat 1.698.000 Nederlanders. "Daar zijn we heel tevreden over, dit zijn mooie cijfers", reageert Evelien van der Kruit, directeur van Delft Marketing. Ook wat bezoeken uit het buitenland betreft gaat het goed. Opvallend is de toename van Fransen in juli en augustus, verder kwamen dit kalenderjaar en vorig jaar bovengemiddeld veel Amerikanen en Canadezen naar Delft. "Het was absoluut een goed jaar en we kijken vol vertrouwen naar het komende jaar", zegt Marjan den Boer van Delft Marketing. Dat heeft, vult Van der Kruit aan, meerdere redenen. "We merken dat de focus van de Holland-promotie door het NBTC verschuift van Amsterdam en de grote steden naar middelgrote steden. Hier plukt Delft uiteraard de vruchten van. Verder gaat de komst van het Straatje van Vermeer door Museum Prinsenhof Delft ongetwijfeld voor nog meer toeristen voor de stad zorgen. Verder verwacht ik dat de samenwerking op het gebied van stadsmarketing met Den Haag, Rotterdam en Leiden in de metropoolregio zich steeds meer gaat uitbetalen in hogere bezoekersaantallen, zowel nationaal als internationaal." En die bezoekers zijn in economische gezien karige tijden meer dan welkom, want ze brengen best wat geld in het Delftse laatje. Zo geeft de nationale dagrecreant op een dag gemiddeld 28 euro 80 uit, terwijl de internationale toerist in Delft gemiddeld 246 euro uitgeeft…