Het wordt steeds drukker op Rotterdam The Hague Airport, maar het aantal Delftse klachten over vliegtuigoverlast neemt af.
Het wordt steeds drukker op Rotterdam The Hague Airport, maar het aantal Delftse klachten over vliegtuigoverlast neemt af. Foto: Koos Bommelé

Zien klagers ze vliegen of neemt vliegtuigoverlast wèl toe?

DELFT – Vliegtuigen die van en naar Rotterdam The Hague Airport vliegen, zijn soms ook in Delft duidelijk te zien en te horen. Volgens sommigen groeit de overlast, maar uit cijfers blijkt het aantal Delftse klachten juist af te nemen.

Door: Jesper Neeleman

Ook afgelopen zomer, de periode dat het meest wordt gevlogen, zagen Delftenaren met enige regelmaat vliegtuigen relatief laag boven hun wijk vliegen. Ze vlogen soms laag genoeg om te kunnen zien welke maatschappij het was.
Henk Teunisse is secretaris van Bewoners Tegen Vliegtuigoverlast Rotterdam Airport (BTV). Deze belangenvereniging kreeg tot voor kort nooit vragen, klachten of leden uit Delft. Sinds kort horen ze steeds meer Delftenaren die meer last ervaren van vliegtuigen die van of naar Rotterdam vliegen. Teunisse heeft daar een verklaring voor. Het heeft allereerst te maken met de combinatie van een toenemend aantal vluchten op Schiphol èn op Rotterdam, legt hij uit. "Eén van de landingsroutes richting Schiphol gaat langs een opstijgroute van Zestienhoven. Opstijgend verkeer vanuit Rotterdam moet daarvoor wijken en één van die uitwijkroutes gaat over Delft. Ik heb Delftenaren gesproken die jarenlang nooit iets hebben gehoord en nu wèl overlast ervaren." Volgens Teunisse vlogen jarenlang zo'n miljoen passagiers per jaar via Rotterdam. "Dat zijn er nu al 1,7 miljoen en er bestaan wilde plannen om nog verder te groeien. Daar zijn wij op tegen. Meer passagiers betekent meer vliegtuigen en meer overlast voor omwonenden. Wij waken ervoor dat nog meer overlast gaat ontstaan."
Daarin zijn zij, samen met organisaties als Milieufederatie, ongeveer de enige die tegen de groei van de luchthaven zijn. "Het is in Nederland en in onze politiek zo dat vliegvelden iets heiligs hebben, die mogen alleen groeien. Overlast wordt gebagatelliseerd en de luchtvaartindustrie is een soort wild westen waar iedereen er z'n eigen regels op nahoudt. Er wordt vooral gekeken naar economische motieven, maar als iets goed is voor de economie is dat niet altijd goed voor de omgeving. Veel omwonenden worden liever niet elk weekend om 7 uur 's morgens gewekt door een opstijgend vliegtuig. Er zitten altijd twee kanten aan een verhaal." De BTV adviseert iedereen om bij vliegtuigoverlast meteen een melding te maken via de DCMR Milieudienst Rijnmond. Die houdt het aantal klachten al jaren bij. "De politiek doet eventueel pas iets als blijkt dat veel mensen klagen en overlast toeneemt", weet Teunisse.
Navraag bij de DCMR leert echter dat het aantal klachten vanuit Delft, wat betreft vliegtuigen van en naar Rotterdam Airport, al jaren afneemt. In 2010 waren het nog 413 klachten, in 2011 waren er 148 Delftse klachten, in 2012 nog 53, een jaar later kreeg DCMR vanuit Delft er met 62 klachten weer iets meer, maar vorig kalenderjaar waren het er nog 38.
Volgens Henk Teunisse is dat geen reden te concluderen dat de overlast afneemt. "Het probleem is dat al die meldingen nauwelijks directe gevolgen hebben", reageert hij. "Een vliegtuig wordt nooit verboden om te landen als het teveel lawaai maakt. Als mensen merken dat niets met hun klachten gebeurt, stoppen ze met melden. Ook merken we dat mensen denken: Als ik één keer overlast heb gemeld is dat voldoende." En hoewel het aantal Delftse klachten bij de DCMR afneemt, weet Henk Teunisse één ding zeker: "Twee jaar geleden hadden we met de BTV helemaal geen leden uit Delft, Nootdorp en andere plekken rondom Delft en tegenwoordig wèl."