Aad Overgaauw

Aad Overgaauw (56) uit Ypenburg bracht onlangs zijn eerste boek 'Uccello ferito – een Haagse tragedie' uit.

1. Waarom wilde je op het terras van Kobus Kuch worden gefotografeerd?
"Ik ben in Den Haag geboren en woon in Ypenburg, maar sta ook met één been in Delft. Ik kom graag op de Beestenmarkt en op dit terras heb ik ook enige bladzijden uit mijn boek geschreven."

2. Heb je altijd al iets met schrijven gehad?
"Zo'n twintig jaar geleden hadden mijn vrouw en ik een eigen bedrijf als copywriter. Toen er kinderen kwamen, gaf dat te weinig vastigheid en heb ik andere banen gehad, waaronder in de finance. Inmiddels werk ik in de ICT. Toch bleef het schrijven trekken."

3. Heb je bij het schrijven baat gehad bij die veelzijdigheid?
"Nee, tijdens het schrijven niet echt. Wel heb ik me bij een personage, toevallig een ICT'er, laten inspireren door een oud-collega uit één van mijn eerste banen."

4. Hoe ben je te werk gegaan?
"Het idee lag er al en het op papier zetten heeft anderhalf jaar geduurd. De grote lijn zat in mijn hoofd en de personages hebben zich tijdens het schrijven verder ontwikkeld. Het verhaal gaat over iemand die door een tragische gebeurtenis in de goot belandt en zich daar, bij toeval, ook weer uitwerkt."

5. Hoe heb je het verhaal spannend gehouden?
"Ik heb meerdere verhaallijnen langs elkaar laten lopen. Hierdoor is een spanningsveld ontstaan tussen de hoofdpersoon en een ander belangrijk karakter in het boek. Verder heb ik, om het verhaal beter te laten lopen, het begin herschreven."

6. Hoe ben je op de naam Uccello ferito gekomen?
"Het is Italiaans voor 'gewonde vogel' en dat slaat op de hoofdpersoon, maar is ook in letterlijke zin van toepassing op het verhaal. Verder komen in het boek ook Italiaanse invloeden voor. Schrijvers kunnen bij uitgeverij Boekscout hun eigen omslagfoto aanleveren. De foto van het glas-in-lood die ik heb gebruikt, past geweldig bij de titel."

7. Als ik burgemeester van Delft was, dan…
"… zou ik ervoor blijven zorgen dat er zoveel leuke activiteiten in de stad zijn. Delft is echte een bruisende stad, waarin veel gebeurt. Verder zou ik ervoor zorgen dat voor eeuwig wordt vastgelegd dat De Delftse Hout blijft bestaan: het is een prachtig natuurgebied, waarin ik veel tijd doorbreng."

8. Heb je als schrijver nog voorbeelden?
"Ik heb meer schrijvers waar ik fan van ben. Denk daarbij aan Tommy Wieringa, Bob den Uyl, W.F Hermans en Joost Zwagerman. Toevallig las ik pas een boek van hem op het moment dat ik hoorde dat hij was overleden. Ook vind ik het prachtig hoe Herman Koch een sfeertje weet neer te zetten in zijn boeken."

9. Komen er na je debuut nog meer boeken?
"Absoluut. Als je het me had gevraagd toen ik net klaar was met schrijven, was mijn antwoord 'nee' geweest. Toen ik alles had overgedragen en het aan de uitgeverij was, viel er een last van me af. Er kwamen meteen weer nieuwe ideeën in me op: blijkbaar is het een natuurlijke behoefte."

10. Waar ben je het meest trots op?
"Ik heb het boek zelf natuurlijk nog eens gelezen en soms dacht ik: 'Zo Aad, dat heb je mooi opgeschreven'. Ook een goede vriend van me, die redacteur is, complimenteerde me ermee. Het boek is via de boekhandel of op www.boekscout.nl te bestellen. Ik ben trots op het eindresultaat en hoop dat de lezers het een mooi boek vinden."