Aron Beezemer begon vijftien jaar geleden bij de mini-mini F'jes van SEP en speelt nu in het vlaggenschip van de roodgelen. (foto: Roel van Dorsten)
Aron Beezemer begon vijftien jaar geleden bij de mini-mini F'jes van SEP en speelt nu in het vlaggenschip van de roodgelen. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Mini-mini F'jes toonden Aron Beezemer wat voetbal inhoudt

DELFT – SEP begon vijftien seizoenen geleden met de mini-mini F'jes en plukt daar vanaf dit seizoen structureel de vruchten van. Aron Beezemer was één van de eerste enthousiastelingen die al op 4-jarige leeftijd begon en maakt dit seizoen deel uit van de eerste selectie.

Helemaal toevallig is het niet dat de 19-jarige linksback zich al vijftien jaar geleden aanmeldde op sportpark Tanthof-Zuid. "Ik was van jongs af aan altijd al met een bal bezig. Het werd er van huis uit ook met de paplepel ingegoten." Niet zo raar ook, want vader Bram, momenteel trainer bij het vlaggenschip van de dames van de roodgelen, is bezeten van voetbal. "Dus zei hij op mijn vierde: 'Kom, we gaan voetballen'."

'IK ZIE DE MINI-MINI F'JES ALS EEN IDEAAL OPSTAPJE'
Spijt heeft Aaron hier nooit van gehad. "Ik zie de mini-mini F'jes als een ideaal opstapje. Je leert er spelenderwijs wat voetbal inhoudt en kunt bepalen of het ook echt wel een sport voor jou is. Toen ik de overstap naar de F'jes maakte, had ik zeker profijt van de jaren ervoor. Zo ging het ingooien al beter en begreep ik beter dan anderen dat je niet alleen met het hele team aanvalt, maar ook met het hele team verdedigt." Van de jongens met wie hij vijftien jaar geleden zijn eerste schreden op het voetbalveld zette, zijn er nu nog maar weinig over. "Volgens mij alleen Jordy Wevers. Hij zit ook bij de selectie, maar is al enige tijd geblesseerd."
Inmiddels heeft SEP een mini F-afdeling. "Ik vind het hartstikke goed dat de club dit allemaal doet. Het is goed om te zien dat al bij de jongste jeugd plezier heel hoog in het vaandel staat. Ik merk het bij mezelf: natuurlijk is het nooit leuk om te verliezen, maar je voetbalt voor je plezier. Als je dat in je gedachten houdt, gaat het voetballen zelf vaak al beter."
Toch merkt de student dat het seniorenvoetbal gepaard gaat met verwachtingen. "Ik heb op mijn vijftiende mijn debuut gemaakt in het eerste en toen heerste er een sfeer van 'hartstikke leuk dat je meedoet'. Ik merk dat, nu ik volwaardig selectielid ben, er meer van me wordt verwacht; dat ik mijn best moet doen, omdat ik er anders gewoon uitlig."

'HET IS ZWAARDER EN FYSIEKER DAN BIJ DE JEUGD'
Voor Bezemer staan de eerste weken als volwaardig selectielid voorlopig nog even in het teken van aanklampen. "Je merkt dat het bij de senioren toch wat zwaarder en fysieker is dan bij de jeugd. Dat vraagt meer van me." Aan de andere kant: "Ik zit al vanaf mijn vijftiende bij de 16-23 selectie van SEP. Door de jaren heen heb ik dus al heel wat wedstrijdjes gespeeld om aan een hoger niveau te wennen. Het vervelende was alleen dat we bijna alles verloren, omdat de rest van de Delftse ploegen een stuk verder was. Aan de andere kant heb ik op die manier wel ervaring opgedaan tegen ploegen die vooral in fysiek opzicht een stuk sterker zijn."
Vanaf het begin van de voorbereiding lijkt Beezemer zich in de basis gespeeld te hebben als linksback. "Maar ik snap wel dat als ik straks niet breng wat er van me wordt verwacht, ik er zomaar naast kan komen te staan. Dat hoort bij het voetbal." Dat heeft hij vooral van zijn vader kunnen leren, die door zijn werkzaamheden voor de SEP-dames waarschijnlijk weinig kan komen kijken. "Dat valt eigenlijk best mee. Mijn vader staat zeer regelmatig langs de lijn. In het veld merk ik daar niks van, maar achteraf wel. We bespreken de wedstrijden en daarbij hebben we het over de goede, maar ook over de minder goede dingen. Dat is fijn, want daar kan ik mijn voordeel weer mee doen."
Aan een voorspelling waar SEP aan het eind van het seizoen gaat eindigen durft Beezemer zich niet te wagen. "We moeten gewoon lekker voetballen. Met de kwaliteiten die we in de groep hebben weet ik zeker dat we dan bij de onderste plaatsen weg zullen blijven. Wat meer komt, zien we wel."