'Martin de Zwijger' zwijgt niet voor niets en zeker niet overal
DELFT – Onafhankelijk Delft-fractievoorzitter Martin Stoelinga hult zich in de raadszaal al ruim een half jaar in stilzwijgen. Daar heeft hij meerdere redenen voor.
Het komt vooral, legt de 72-jarige Bekende Delftenaar uit, doordat hij zich regelmatig heeft afgevraagd wat hij daar nou eigenlijk zit te doen. "We hebben afgelopen jaar zóveel voorstellen gedaan. We hebben altijd gezegd dat het rijk de Spoortunnel moet betalen. We hebben geprobeerd een referendum te organiseren om te voorkomen dat het Stadskantoor werd gebouwd. Ook toen ik bij Delfia jongens zag die de ene week voetbalden en de andere week opeens in rokken liepen, heb ik gewaarschuwd. Maar ze luisteren niet naar ons en niet naar mensen met verstand van ondernemen."
'ALS JE GEMEEN EN GLUIPERIG BENT KUN JE ALTIJD NOG IN DE GEMEENTERAAD'
De financiële malaise waarin Delft verkeert frustreert hem. "M'n vader leerde me dat je eerst moet sparen voordat je iets koopt. In Delft wordt eerst geld uitgegeven en dan gaan we pas kijken waar we het geld vandaan moeten halen. Daarom is Delft naar de kloten gegaan. Ik erger me aan dit alles. Net als dat ik me erger aan het niveau van deze raad, waarvan het merendeel verhaaltjes voorleest van hun laptop. Ik krijg steeds meer minachting voor ze. Ik zeg weleens tegen m'n kleinkinderen: als je gemeen en gluiperig bent kun je altijd nog in de Delftse gemeenteraad. Ik heb zo'n idee dat PvdA-fractievoorzitter Ernst Damen zich ook steeds meer ergert aan andere raadsleden en daarom niet veel meer zegt."
'IK BEN HET NOG NIET ZAT, HOOR, DAT ZOU MARTIN WEL WILLEN'
Dat is niet het geval, reageert Damen desgevraagd. "Ik heb de laatste tijd inderdaad minder het woord gevoerd", zegt Damen. "Maar dat is omdat ik fractiegenoten de ruimte wil geven zich te ontwikkelen. Ik denk steeds vaker: als het niet nodig is dan hou ik m'n mond, en anders doe ik wat nodig is. Ik ben er niet op uit de avond te vullen en kies meer m'n momenten dan vroeger. Maar ik ben het nog niet zat, hoor, dat zou Martin wel willen."
De fractie van Onafhankelijk Delft gaat voorafgaand aan vergaderingen met elkaar in gesprek. Jan Peter de Wit neemt tijdens vergaderingen het voortouw namens z'n partij. "Dat doet hij goed", zegt Stoelinga. "Hij is er beter in dan ik. Ik word al gauw kribbig. Als andere raadsleden onzin vertellen dan zwijg ik liever."
Stoelinga zegt z'n politieke werk nu vooral op straat te doen. "Veel prettiger en nuttiger. En ik heb er m'n handen vol aan. Als er wat met iets of iemand is dan bel ik hierover met de verantwoordelijk wethouder. Gelukkig hebben we anderhalve wethouder die dit ook ambieert en meedenkt. Deze manier van werken werkt sneller dan ergens drie maanden over vergaderen."
Er klinkt onder raadsleden ook kritiek over de manier waarop Stoelinga z'n raadslidmaatschap invult. 'Hij vertegenwoordigt ruim 5000 kiezers door niet in commissievergaderingen te verschijnen en in de raad op te treden als Martin de Zwijger', schrijft Werner Bremer op de website van Stadsbelangen Delft. 'Je moet je dan echt afvragen of het fair is om wel te blijven zitten en gewoon je volledige raadsvergoeding op te strijken.' "Ik heb dat geld niet nodig", reageert Stoelinga. "Het helpen van al die mensen kost me zelfs tien keer zoveel tijd als werk voor de gemeenteraad. Waarom zoveel mensen naar mij komen met hun problemen? Omdat ik best wel bekend ben. En mensen weten dat, als ik ergens voor sta, ik daar volledig voor ga. Dat is wel gebleken tijdens de Gondelaffaire."
'IK WEET NIET OF IK ME BIJ DE VERKIEZINGEN WEER VERKIESBAAR STEL'
Stoelinga ging de Delftse politiek in omdat hij zoveel aan Delft te danken heeft. "Ik dacht als raadslid iets terug te kunnen doen voor Delft, maar m'n idealen van toen zijn inmiddels als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik weet nog niet of ik me voor de volgende verkiezingen weer verkiesbaar stel, dat vind ik een lastige vraag. Ik ben dan 75 jaar en weet niet of ik dan nog fit genoeg ben. Dit werk vergt veel energie."