Gijs Gagesteijn leerde voetballen op de Brasserskade: "Wij waren altijd in de speeltuin aan het voetballen, voor en na het eten!" (foto: Roel van Dorsten)
Gijs Gagesteijn leerde voetballen op de Brasserskade: "Wij waren altijd in de speeltuin aan het voetballen, voor en na het eten!" (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Gijs Gagesteijn?

sport Hoe is het nu met?

SCHALKWIJK - Gijs Gagesteijn (74) speelde voor tal van clubs, met maar één doel: scoren!

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat beter dan voorheen. Ik heb met 2 hartinfarcten wel mijn portie gehad, al is dat wel een tijdje geleden. Ook van corona geen last gehad. Wij hebben zo’n 25 jaar geleden een stukje grond in Schalkwijk gekocht, hier hebben we vrij makkelijk corona buiten de deur kunnen houden.”

Gagesteijn begon op 8 jarige leeftijd bij BEC: “Mijn vader was een echte BEC-man, hij vond dat ik ook bij BEC moest spelen. Ik maakte als 14 jarige al mijn debuut in het eerste elftal. Mijn specialiteit was mijn snelheid, ik liep de 100 meter in elf seconden. Ik heb tot aan mijn diensttijd bij BEC gespeeld, toen ben ik naar SVV gegaan, dat betaald voetbal speelde. Als speler van SVV kreeg ik in militaire dienst alle tijd om te trainen. Bij SVV had ik te maken met de concurrentie van Aad Koudijzer en Wout van Meeteren. Zij waren allebei langer dan twee meter, ik moest het doen met mijn 1 meter 75. Hoewel ik nog een paar leuke wedstrijden heb gespeeld kreeg ik na het seizoen geen contract aangeboden. Ik hoopte even op Feyenoord, maar het werd Rhoon. Daar trof ik de broers Frans en Gerard Hogervorst. Frans als trainer, Gerard als teammanager. Bij Rhoon twee jaar gespeeld en een leuke tijd gehad. En twee keer kampioen geworden. Maar ik had in die tijd geen rijbewijs en reed altijd met mijn brommer vanuit Delft naar Rhoon en terug. Dus besloot ik het dichterbij te zoeken.”

- Terug naar Delft?
“Ja, naar dvv Delft. Daar heb ik drie jaar gespeeld en ook twee keer kampioen geworden. We hadden een wereldelftal, met mannen als Piet de Vries, Chris Kronshorst, Bert Ham, Kees van Zuijlen, Rinie Wils en mijn broer Pim. Ik zal nooit vergeten dat wij een wedstrijd speelden tegen de Oud-Internationals, onder andere met Abe Lenstra, die wonnen wij met 4-2. Die internationals waren daar goed ziek van, maar als ik bewoog wist Piet de Vries al waar hij de bal moest neerleggen. In het derde jaar kreeg de voorzitter ruzie met de sponsor, waardoor er spelers vertrokken. Ik ook.”

- En de nieuwe club werd?
“RVC uit Rijswijk, dat in de Hoofdklasse speelde. Met trainer Aad de Mos en als bekendste speler Dick Jol, die later als scheidsrechter bekend werd. Maar het klikte niet met De Mos, ik vond hem niet zo goed en veel te fanatiek. Ik ben maar 1 jaar bij RVC gebleven en zou naar Scheveningen gaan. Maar ik kreeg een geweldige schop tegen mijn knie en besloot te stoppen. Ik was 29 jaar en vond het genoeg. Ik heb terugkijkend een gezellige tijd gehad, maar door die knieblessure ook andere zaken van het leven geleerd. Ik ontmoette mijn vrouw, zij had al een eigen bedrijf. Ik ben haar gaan helpen.”

- Wat voor speler was je?
“Een spits met maar één doel; goals maken. Hoewel ik niet zelfzuchtig was maakte ik er liever 3 dan 2. Als pure spits iets te klein, dat is mijn euvel geweest. Maar ieder seizoen goed voor zo’n 20 goals, ik heb hier nog 2 gouden balletjes hangen. Gekregen van Hans Dorjee. Ik heb ook nog voor het Delftse Elftal gespeeld, met Pleun van den Akker, Koos van der Burg en Jan Olsthoorn. En één wedstrijd in het Militaire Elftal. Maar ook bedrijfsvoetbal met het café-elftal van Tinus Wensveen, dat terwijl ik nog nooit een druppel alcohol heb gedronken, haha.”

- Wat doe je nu nog?
“Vissen in de Lek, daar heb je mooi stromend water. Wil je mij een plezier doen? Doe alle oud- BEC’ers en andere bekenden in Delft de groeten van mij! (Waarvan akte, RvD)