Prashant Nandkoemarsing sluit een verder verloop van zijn voetbalcarrière nog niet uit. (foto: Roel van Dorsten)
Prashant Nandkoemarsing sluit een verder verloop van zijn voetbalcarrière nog niet uit. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Prashant Nandkoemarsing?

Algemeen

DELFGAUW - De talentvolle Prashant Nandkoemarsing (33) wist precies waar zijn plafond lag...

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat momenteel goed. Zeker privé. Ik woon nog bij mijn ouders, in onze cultuur zijn liefde en verbondenheid een groot goed. Ik zit qua werk in de beveiliging. Door onregelmatige diensten ben ik twee jaar niet aan voetballen toegekomen. Maar sinds ik vorig jaar mei naar een andere werkgever ben overgestapt werk ik weer gewoon van maandag tot vrijdag, daardoor kan ik weer een balletje trappen.”

Prashant Nandkoemarsing begon in zijn toenmalige woonplaats Rotterdam als vijf-jarige met voetballen: “Bij Neptunes, daar heb ik tot en met de D-junioren gespeeld. Na een verhuizing naar Delfgauw ben ik bij Oliveo gaan voetballen. In Pijnacker heb ik vier jaar gespeeld. Daarna, als A-junior, heb ik twee jaar bij DHC gespeeld. Bij DHC had ik stevige concurrentie van goede spelers zoals Danny van der Ree, Tidde en Joren Tromp. Zij waren gewoon veel beter, waardoor ik vaak op de bank zat. Omdat ik voor mijzelf door had dat een plek in de A-selectie er bij DHC niet echt in zat, ben ik bij Wippolder gaan voetballen.”

- Hoe was dat?
“Bij Wippolder kreeg ik te maken met ervaren spelers zoals Regi Blinker, John de Ruyter, Jerry Simons en Marco Rossel. Zij waren heel goed, van hen heb ik veel geleerd. Maar ook van de vele trainers die ik heb gehad bij Wippolder; Ronald Hes, Egmond Blinker, Peter Pothof en Marcel de Letter. Onder Peter Pothof via een beslissingswedstrijd een promotie meegemaakt, dat is een hoogtepunt dat ik nooit meer zal vergeten. Maar we zijn ook weleens gedegradeerd, dat vergeet je ook niet.”

- Toch verliet je Wippolder na een paar jaar?
“Klopt. Wippolder is een prachtige vereniging, die ik als zeer warm heb ervaren. Maar na zo’n zes jaar bij de club wilde ik wat anders, ik was toe aan een andere omgeving. Mijn broertje Kailash voetbalde eerst bij Excelsior Rotterdam en bij FC Lisse. Zijn trainer bij Excelsior werd trainer bij TAC’90 en hij vroeg mijn broer om daar te komen spelen. Het was mijn droom om ooit met mijn broer te kunnen voetballen, dat kon bij TAC’90, waar ze ook nog wel een linkspoot konden gebruiken. Ik heb daar een mooie tijd meegemaakt. We zijn vanuit de Derde Klasse via een promotie én een kampioenschap in de Eerste Klasse terecht gekomen. Ik heb nog twee jaar bij TAC’90 in de Eerste Klasse gespeeld, toen werd het voor mij vanwege mijn werk lastig om regelmatig te trainen en te spelen. Toen heb ik er een punt achter gezet.”

- Wat voor speler was je?
“Een hardwerkende, creatieve linksbenige speler. Ik was er niet vies van om alles voor het team te geven, maar ik hield er ook van om het publiek te entertainen. Of ik hogerop kon? Als D-junior heb ik de kans gehad om in het opleidingstraject van Excelsior Rotterdam te komen. Ik zou echter in de D2 moeten beginnen, terwijl ik bij Neptunes in de D1 speelde. Dat heb ik dus niet gedaan. Daar heb ik later weleens spijt van gehad, wie weet hoe anders het had kunnen lopen. Uiteindelijk is spelen met TAC’90 in de Eerste Klasse mijn plafond geweest.”

- Wat doe je nu nog?
“Hoewel ik een paar jaar eruit ben geweest verleer je voetballen nooit. Ik speel nu met mijn vrienden bij TAC’90. Hoewel ik qua leeftijd nog in een selectie zou kunnen spelen moet ik nu kijken of mijn lijf het conditioneel toelaat.” (RvD)