De ravage na de Delftse Donderslag, Egbert Lievens van der Poel, 1654
De ravage na de Delftse Donderslag, Egbert Lievens van der Poel, 1654

Carel Fabritius (1)

Algemeen

Door Jeroen Stolk

We schrijven 12 oktober 1654, locatie: het voormalige Clarissenklooster aan de noordoostzijde van Delft. De twee waltorens, het terrein en de kapel van het klooster waren in gebruik genomen door de Generaliteit die er kanonnen, zwavel en salpeter opsloeg. Het zwavel en de salpeter werden aangewend voor de fabricage van buskruit dat vervolgens werd opgeslagen in een deels ondergronds gelegen ruimte. Het complex was de geheime opslagplaats van de nog jonge Republiek. Cornelis Soetens, de beheerder van het complex verwachtte die dag bezoek uit Den Haag. Men zou een groot kruitmonster ophalen dat getest moest worden. Cornelis Soetens daalde af in de ondergrondse ruimte die slechts verlicht werd door het licht van zijn olielamp. Niet lang na tien uur in de ochtend ging het mis. Een enorme klap en een groot deel van Delft was weggevaagd. De explosie zou tot op Texel te horen zijn geweest. Talloze huizen werden verwoest en van de gebouwen die overeind bleven was er niet één zonder schade. Het enorme aantal doden had nog veel hoger geweest als niet juist die dag in Schiedam de varkensmarkt gaande was waar veel mensen naartoe waren gegaan. De beroemde kunstschilder Carel Fabritius woonde niet ver van de plek des onheils. Hij was juist begonnen aan een portret van de koster van de Oude Kerk toen de explosie ook zijn huis verwoeste. De schilder werd nog wel levend onder het puin vandaag gehaald maar overleed niet lang daarna. Ook zijn leerling, de koster en zijn schoonmoeder lieten die dag het leven. Men beschouwde het als een wonder toen een etmaal na het gebeuren vanonder een half ingestort huis een eenjarig kind levend gevonden werd. De peuter zat nog op het kakstoeltje waar hij op het moment van de ontploffing gezeten had, met in zijn hand een appel. Het kind had geluk. Maar het geluk was ook met de arme weduwe Kroock. Hoewel ook haar huisje was ingestort lachte het leven haar juist toe want bij de instorting was een verborgen goud- en zilverschat tevoorschijn gekomen. Door de ontploffing was een hele woonwijk weggevaagd. Hierdoor ontstond een groot veld dat als paardenmarkt gebruikt ging worden. Langzaam maar zeker werden er weer nieuwe huizen gebouwd. Een plein bleef over en zou voortaan de naam Paardenmarkt dragen. Uit: Delft anders bekeken, J.W.Stolk, ISBN 9789463428583 uitgever: mijnbestseller.nl