Elvin de Jong mist nog dagelijks het voetbalspelletje: "Ik zou een arm willen missen om weer te kunnen voeballen." (foto: Roel van Dorsten)
Elvin de Jong mist nog dagelijks het voetbalspelletje: "Ik zou een arm willen missen om weer te kunnen voeballen." (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Elvin de Jong?

Algemeen

MAASDIJK - De talentvolle Elvin de Jong (39) moest al op jonge leeftijd zijn voetbalcarrière beëindigen.

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat hartstikke goed. Ik woon met mijn vrouw en onze vier kinderen lekker rustig in een autoluw straatje in Maasdijk. We zijn gezond en hebben geen last van corona gehad. Ik werk als werkvoorbereider/operationeel manager bij een vetkanaalreinigingsbedrijf, wij zijn actief in de horeca.

De Jong begon op vier-jarige leeftijd bij Delfia: “Mijn ouders woonde zowat op de club, dus het was niet meer dan normaal dat ik daar begon. Op mijn achtste ben ik naar Sparta in Rotterdam gegaan, daar heb ik vier jaar gespeeld. In mijn laatste jaar bij Sparta brak ik tot twee keer toe mijn enkel, toen was het voor mij klaar. Ik ben toen weer naar Delfia gegaan en heb daar tot de A1 in de hoogste jeugdelftallen gespeeld. Op mijn zestiende kwam ik bij de selectie, maar ik wilde toch ook in de A1 blijven spelen. Dus speelde ik op zaterdag én zondag. In het eerste elftal kwam ik met ervaren mannen als Erwin van Dijk, Marco van Willigen en Jeroen Gronsveld te spelen. Vooral van Jeroen heb ik veel geleerd. Ik heb nog een mooi feit meegemaakt; ik ben in hetzelfde seizoen zowel kampioen geworden met het eerste, het tweede, het vierde en het A1-elftal. Dat leverde een hoop feesten op, haha.”

- Bij een latere titel was je er niet?
“Dat klopt. Ik heb nog een jaar bij dvv Delft gespeeld. Dat kwam omdat ik nogal fanatiek was en bij Delfia in een discussie terecht kwam over de wintersport. Velen vonden dat zij tijdens de winterstop dus op vakantie konden, ik was het daar niet mee eens. Waarop Dik van der Mast opmerkte: ‘Dan ga je toch lekker naar een Tweede Klasser...”. Dat was, eigenwijs als ik was, niet tegen dovemansoren gezegd. Bij dvv Delft kwam ik ook in een goed elftal terecht, onder andere met Mark van Dijk, George Stroomberg en René Lander. Terwijl ik bij Delft een niveautje hoger speelde werd Delfia driehonderd meter verderop kampioen, ik vond dat leuk.”

- Dus weer terug naar Delfia?
“Ja. Ik kwam in een elftal terecht met Elgar Halbe, Farid Bibouh, maar ook met mijn neef André den Os. Alex Scholte was de trainer en hij vond in André de ontbrekende schakel voor een goed draaiend elftal. Toch leuk om met familie te spelen. Wij waren toen veel te goed voor de Derde én Vierde Klasse, maar hebben er niet uitgehaald wat erin zat. Alex is drie jaar gebleven, wij waren als spelers fan van hem. Onder zijn leiding nog via de nacompetitie gepromoveerd naar de Derde Klasse, maar toen zat het er voor mij al bijna op. Ik lag toen meer op de massagetafel dan dat ik op het trainingsveld stond en beperkte mijn aandeel tot het spelen op zondag. Ze zeggen dat je beste jaren rond je achtentwintigste ligt, maar dat heb ik nooit meegemaakt. Ik heb geen meniscussen meer en ik zou nieuwe knieën moeten krijgen, maar de doktoren vinden mij daar te jong voor.”

- Wat voor speler was je?
“Snel en behendig. Met een goed linkerbeen kon ik veel voorzetten geven, maar ook scoren. Ik speelde vaak als een Duitser. Ik was niet vies van een schwalbe en kon het bloed onder de nagels van mijn tegenstander halen. Achteraf zeg ik dat ik dat niet nodig had. Wel fanatiek, je moet mij niet voor een gezellig onderling Oliebollentoernooi uitnodigen.”

- Wat doe je nu nog?
“Ik train en begeleid het team van mijn dochter, die bij vv Maasdijk O13 speelt. En ik ben door de KNVB gevraagd als scout voor het Jeugdplan Nederland. Talenten vinden, heel leuk om te doen.” (RvD)