Ook diverse buurten in de wijk Voorhof staan op het lijstje voor 2030 (Foto: Koos Bommelé)
Ook diverse buurten in de wijk Voorhof staan op het lijstje voor 2030 (Foto: Koos Bommelé)

Warmteplan 2021 krijgt groen licht

Algemeen

DELFT - De gemeente Delft wil uiterlijk in 2050 aardgasvrij zijn en geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. Het Warmteplan 2021 geeft een eerste visie op de mogelijkheden voor aardgasvrij verwarmen per buurt. Ook staat in het Warmteplan welke buurten de gemeente kansrijk vindt om vóór 2030 een wijkuitvoeringsplan te maken. De gemeenteraad heeft groen licht gegeven.

Door Cheyenne Toetenel

In het Warmteplan wordt een route geschetst voor een geleidelijke overgang naar een aardgasvrij Delft. Per buurt is onderzocht welke aardgasvrije alternatieven kansrijk zijn voor de woningen en gebouwen in de stad. Daarbij zijn 13 buurten geselecteerd met de grootste kans om voor 2030 te starten met de overstap naar schone energie: Rode Dorp, Gillisbuurt, Aart van der Leeuwbuurt, Juniusbuurt, Fledderusbuurt, Buitenhof-Noord, Mythologiebuurt, TU-Noord, Roland Holstbuurt, Reinier de Graafbuurt, Kuyperwijk-Zuid, Multatulibuurt en TU-Campus. Ook in de buurten waar voorlopig nog niet wordt gestart met aardgasvrij maken, wil de gemeente alvast zoveel mogelijk CO2-uitstoot verminderen. Daarom maakt de gemeente een isolatieplan voor de gehele stad en stimuleren ze het nemen van energiebesparende maatregelen met het Energieloket Delft en de lokale initiatieven Platform Energietransitie Delft en energie coöperatie Deelstroom Delft. 

Open Warmtenet
De raad is ook akkoord met een investering vanuit Fonds Delft 2040 in het Open Warmtenet. Een warmtenet levert warm water aan gebouwen via leidingen onder de grond, wat bewoners ook kunnen gebruiken voor de verwarming. Het warme water uit het warmtenet komt uit duurzame bronnen en vervangt verwarming met aardgas. Er komt restwarmte uit de Rotterdamse haven via WarmtelinQ. Vanuit Fonds Delft 2040 is er een subsidie van de gemeente aan NetVerder, die is bedoeld voor een deel van de kosten van het warmtenet. Dat bedrag moet over een periode van 32 jaar worden teruggestort in het fonds. In de wijken Voorhof en Buitenhof kunnen nu ongeveer 15.000 woningen in plaats van 5.000 worden aangesloten op het warmtenet. Wethouder Duurzaamheid, Stephan Brandligt, geeft daarbij wel aan dat bewoners nooit gedwongen worden om hun woning op het warmtenet aan te sluiten.

Draagvlak
Brandligt is blij met het akkoord van de raad. “Ik begrijp dat de energietransitie veel van inwoners en bedrijven vraagt, maar hoe mooi is het als we straks met zijn allen bijdragen aan een betere en toekomstbestendige wereld.” Hart voor Delft zet vraagtekens bij in hoeverre de Delftenaren vooraf bij dit plan zijn betrokken. Raadslid Coby de Koning: “Er is een groot aantal mensen dat nog niet weet wat het warmteplan of een project als WarmtelinQ precies inhoudt. Dat geeft toch nog wel het een en ander aan problemen. Hierdoor kunnen veel inwoners niet goed bepalen of ze voor of tegen zijn.” Wethouder Brandligt stelt dat het plan tot stand is gekomen met hulp van veel partners in de stad. “Daarnaast hebben we stadsgesprekken en avonden met klankbordgroepen georganiseerd. Veel betrokkenen hebben meegedacht, van inwoners en ondernemers tot professionele stakeholders. We hebben ook een enquête uitgezet, om maar zoveel mogelijk mensen te horen over aardgasvrij.” Bovendien geeft de gemeente aan dat er nog voldoende momenten komen waar Delftenaren hun mening kunnen geven. “Maar dat zegje komt dan achter de besluitvorming aan”, klinkt het vanuit de hoek van Hart voor Delft. “Meebeslissen over de daadwerkelijke komst van het Warmteplan is al uitgesloten.” Belangenverenigingen Voorhof II West, Onze Indische Buurt, Binnenstad Noord, De Oude en De Nieuwe Delf, Zuidpoort en Bewonersvereniging Heel Tanthof Delft uitten eerder al hun zorgen om het gebrek aan inspraakmogelijkheden. Dit was reden voor hen om wethouder Brandligt in augustus van dit jaar aan te spreken op de huidige gang van zaken rondom het op te stellen Warmteplan. Het college stelde als reactie daarop dat er absoluut geen sprake van is dat dit Warmteplan voor de komende decennia alle besluiten bepaalt. “U kunt het zien als een startdocument. We moeten tenslotte ergens beginnen en met de informatie die we nu hebben, is dit onze inschatting van het beste vertrekpunt.”