Richard Staakman, hier met docbters Jayla en Joanie, was één van de voetballers die afgelopen jaar zijn verhaal vertelde (foto: Roel van Dorsten)
Richard Staakman, hier met docbters Jayla en Joanie, was één van de voetballers die afgelopen jaar zijn verhaal vertelde (foto: Roel van Dorsten)

Terugblik 2021 van ‘Hoe gaat het met?’

Algemeen

DELFT – Op deze plaats in de krant treft u wekelijks het verhaal van een oud-sporter aan. Zo ook in het afgelopen jaar. We blikken terug.

In de regel worden er oud-voetballers gevraagd om hun verhaal te doen. En dan oud-voetballers die in een standaardteam (eerste elftal) hebben gespeeld. Dit jaar zijn wij er in geslaagd om iedere week een oud-voetballer te spreken en om zijn verhaal op te tekenen. Toch is dat niet iedere keer een vanzelfsprekendheid. Dat heeft te maken met verschillende omstandigheden, zoals drukke werkzaamheden, overvolle agenda’s en (helaas) corona-maatregelen. Een ander probleem is dat wij vaak niet over het (juiste) telefoonnummer beschikken om een oud-speler te benaderen. Dank daarvoor aan Dik, Mark, Bas en anderen die vaak in staat waren om het de juiste nummer door te sturen.

Dit jaar hebben we dus een heleboel mooie verhalen kunnen optekenen. Waarbij het iedere keer opvalt dat de beleving bij een ieder anders is. De één vond de prestatie belangrijker dan de derde helft, terwijl dát voor een ander wellicht de belangrijkste reden was om te sporten.

Zo sprak ik in het begin van het jaar een speler, die qua talent in de jeugd van diverse BVO’s had gespeeld. Hij vertelde dat hij altijd de gedrevenheid had gehad om zo hoog mogelijk te spelen, om zo te ontdekken waar zijn plafond lag. Nog steeds toonde hij zijn passie, mooi om te zien.
Een ander sprak, ook vol passie, over zijn huidige werk. Daarnaast bleek deze oud-spits een heel mooi, zachtaardig persoon te zijn, terwijl ik van hem een heel ander beeld had. Tijdens de wedstrijden kon hij zich vroeger als een fanatiek baasje gedragen.

Een ander memorabel gesprek had ik met een oud-speler die vanwege werk en liefde veelvuldig in het buitenland verbleef. Ondanks de afstand ging het video-bellen uitstekend. Aanvankelijk kende ik deze oud-middenvelder niet, ik heb hem nooit zien spelen. Zijn naam werd echter altijd met respect door zijn oud-teamgenoten genoemd en na het gesprek dat ik met hem had begrijp ik wel waarom.
Zo kan ik nog even doorgaan. De meeste gesprekken leverde dus heel wat interessante kanten op, dat maakt dat dit werk zo leuk is. En dan maakt het ook niet uit of iemand op het hoogste niveau heeft gespeeld of in de kelder van het amateurvoetbal. De beleving van het spelletje is dan gewoon hetzelfde.

Een enkele keer krijgen wij ook geen medewerking van een oud-speler. Zo had ik graag een talentvolle speler met een fluwelen linkervoet, die naar mijn weten zijn club nooit heeft verlaten, de vraag willen stellen waarom hij, gezien zijn talenten, nooit hoger, bijvoorbeeld bij DHC of Vitesse Delft, is gaan voetballen? Maar ondanks een ‘ik lees het iedere week’ had hij geen behoefte om zijn verhaal te vertellen. Dat is jammer, maar wel te respecteren.

Voor het komende jaar gaan we gewoon door met deze rubriek. Daarbij wil ik graag mijn vizier richten op de oud-voetballers van RKDEO, sv Nootdorp, OLIVEO en vv Schipluiden, zonder de andere clubs tekort te doen. En dus maak ik graag van deze gelegenheid gebruik als u een oud-speler weet dit door te geven via het e-mailadres redactie@delftopzondag.nl. Maar wilt u dan zo vriendelijk zijn om dan wel het telefoonnummer erbij te vermelden.

Rest mij nog om vanaf deze plek om u als trouwe lezer van deze krant fijne feestdagen en een mooi en heel gezond 2022 toe te wensen.

Roel van Dorsten