Het gevaar van ijsberen was een mooi schilderonderwerp.
Het gevaar van ijsberen was een mooi schilderonderwerp.

Walvissen en Delft (3)

Algemeen

De twee voorgaande weken hadden we het over de Delftse betrokkenheid bij de Groenlandse Compagnie.

Door Jeroen Stolk

De Delftse kamer bij deze compagnie leverde niet alleen geld op voor de Prinsenstad, ook de Maasstad pikte graag een graantje mee. Zo werd laadruimte in Rotterdamse schepen als de Sint Pieter, den Dolphijn, Prins Heynrick en de Jonge Swaen verhuurd voor de tocht naar Groenland. 

Handel
Hoewel walvistraan, baleinen en walvisspek de meest bekende producten waren werd er ook gevist. Daarnaast was er de handel in robbenvellen, ivoor, ijsbeerbont, mijnaarde en mineralen. De Delftse kunstschilder Cornelis de Man schilderde in 1639 een traanrokerij op Spitsbergen. Hij deed dat naar Deens voorbeeld, want zelf was hij er nooit geweest.

Gevaren
Naast de reguliere gevaren die de zeevaart met zich meebracht, zoals schipbreuk, kapers en ziekten, had men nu ook te maken met pakijs, strenge vorst en ijsberen. IJsberen kende men al uit de tijd van Willem Barentsz. Eén van diens lagere officieren, Gerrit de Veer (van Amstelredam) tekende in 1598 het volgende op: “Den 9 Julij liepense in Berenfort, onder Willems Eylandt op de Reede, ende vonden aldaer een witten Beer. Dat siendesoo isset volck flux int boot ghevallen, ende schoten hem deur zijn lijf; maer de Beerbewees een wonderbaerlijcke cracht, die bynaest alle beesten te boven gaet, desghelijck men noyt van eenighe Leeuwen, of hoe felle beesten het wesen moghen gehort heeft…..“. 

Volgende week: Het einde van de Groenlandse Compagnie, verloren kennis en walvisresten uit Delftse bodem.