In het Stadhuis werd afgelopen donderdagavond tot in de late uurtjes vergaderd over onder meer participatie (Foto: Koos Bommelé)
In het Stadhuis werd afgelopen donderdagavond tot in de late uurtjes vergaderd over onder meer participatie (Foto: Koos Bommelé)

‘Participatie leidt tot meer draagvlak’

Algemeen

DELFT - Een goed initiatief vraagt om samenwerking en afstemming met bewoners, bedrijven en organisaties die ermee te maken hebben. Toch hebben belanghebbenden niet altijd het gevoel dat zij bij besluiten worden betrokken. Dit en meer kwam donderdag aan de orde in de commissie Economie, Financiën en Bestuur tijdens de bespreking van de nota Participatie in Delft 2022 en de Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente 2022.

Door Cheyenne Toetenel

Met deze stukken wil de gemeente duidelijke spelregels voor participatie in Delft vastleggen, een eenduidige manier van werken mogelijk maken en het uitdaagrecht vastleggen. De participatienota is gebaseerd op de participatieaanpak Delfts Doen - een lijst van spelregels om inspraak te organiseren. Belangenvereniging TU Noord uit kritiek en stelt dat de belangrijkste opgave het verbeteren van participatie zou moeten zijn. “Daar gaat het helaas in de praktijk nog wel eens mis, van de ‘scholenschuif’, het ‘Panjo-plan’ tot en met de parkeertransitie.” Tijdens de commissievergadering klonk eenzelfde geluid vanuit diverse hoeken.

Draagvlak creëren
Voor commissielid Johan Cornelissen (CDA) betekent participatie ‘samen draagvlak creëren’. Cornelissen constateert dat het daarin nog weleens misgaat. “Het is onmiskenbaar dat regelmatig bij de raad wordt aangeklopt door burgers en bedrijven om aan te geven dat ze bij de totstandkoming van een voorstel onvoldoende zijn betrokken. Denk aan het voornemen van de scholenschuif in Tanthof, de parkeertransitie, de invoering van het gereguleerd parkeren in de wijk wippolder, denk aan de Rode Loper.” Om draagvlak te creëren moet de gemeente volgens Cornelissen helder communiceren en participeren. “Mensen die serieus genomen worden en het gevoel hebben gehoord te zijn, leggen zich met een goed gevoel neer bij de genomen beslissing. Dus met vaststelling van deze nota en verordening zijn we er nog niet. De uitvoering moet beter. Hier ligt duidelijk nog een verbetertraject.” Fractievoorzitter Lieke van Rossum (SP) omschreef de nota als een ‘papieren tijger’. De gemeente wil volgens haar wel participatie toepassen, maar wil niet dat bewoners invloed hebben. Frank van Vliet (GroenLinks) vindt het goed dat de nota er nu ligt. “Hiermee hebben we een lijstje en weten we wanneer we wat moeten doen. Maar wat het spannende is met lijstjes, is dat ze geen enkele garantie geven dat dingen goed verlopen. We hebben de afgelopen jaren gezien dat sommige participatietrajecten vlekkeloos verlopen en bij andere denk je: was dit het nou? Hoe gaat deze nota helpen ons te garanderen dat het in de toekomst altijd goed gaat?” Wethouder Martina Huijsmans benadrukt dat momenteel nog sprake is van veel leerpunten. “Het altijd goed doen is lastig. Maar het doel is het zo goed mogelijk naar eer en geweten doen en zorgen dat er een besluit ligt waar iedereen van zegt: ‘Er zijn voor- en tegenstanders, maar we hebben een goede afweging gemaakt’. Uiteindelijk is de raad aan zet om besluiten te nemen en dat besluit moet goed voelen. Daar moet ook wel teruggekeken worden op een traject waar mensen de ruimte hebben gekregen om er wat over te zeggen.”

Participatie
Raadslid Jan Peter de Wit van Hart voor Delft richt zich op de onwetendheid van Delftenaren. “Mensen weten helemaal niet wat er speelt in hun buurt. Als ze niks weten, is er ook geen participatie. Het college zegt dat burgers zich moeten aanmelden voor alerts, maar dat is allemaal academisch.” De Wit vindt dat de gemeente burgers actief per brief moet informeren over dat wat speelt in hun buurt. “Via internet kun je niet iedereen bereiken. Uiteindelijk is er heel veel wantrouwen als mensen er op een gegeven moment achter komen dat er iets wezenlijks verandert in hun buurt. Dan is het hele participatietraject eigenlijk al een drama, wat blijft dooretteren.” Om zoveel mogelijk bewoners te horen stelde Van Vliet voor om in de wijken een burgerforum in te stellen. “Kijk eens hoe je mensen op wijkniveau in gesprek kunt brengen over de inrichting van de wijk.” Huijsmans zegt met het college te kijken op welke manier je belanghebbenden middelen kunt geven om eenvoudig het gesprek te voeren. “Het is soms lastig om alle mensen die iets zouden willen zeggen over een project te bereiken, dus we moeten zoeken hoe je ze goed kunt bereiken.” Een participatieplatform zou volgens haar een digitale plek kunnen zijn waar mensen die zich hebben gemeld de ruimte krijgen om mee te doen. “Het is wel een van de zorgen die we hebben, hoe we juist die mensen in het gesprek meenemen die niet online beschikbaar zijn of de weg naar de gemeente of ontwikkelaar niet weten te vinden. Het zal dus echt een zoektocht zijn hoe we dat moeten doen. Vandaar dat er ook ruimte moet zijn voor maatwerk.” Op 18 november wordt het onderwerp besproken in de raad.