Willem Vink, sigarenmaker tijdens de crisis

Door Jeroen Stolk

Als vader van elf kinderen had Willem Vink dertien monden te voeden, hetgeen niet meeviel in de eerste helft van de twintigste eeuw. Willem was één van de 150.000 werklozen die in ons landje trachtten te overleven. Ze ontvingen ‘steun’, maar om ledigheid te ontmoedigen was dat net genoeg om de huur te betalen en de goedkoopste levensmiddelen te kopen. Voor nieuwe kleding en andere noodzakelijkheden was geen geld. Zoals veel lotgenoten was dus ook Willem genoopt het inkomen op alternatieve wijze aan te vullen. De keuze viel op de thuisproductie van sigaren. Het maken daarvan was één ding, het aan de man brengen was moeilijker. Het was immers zwart werk. De clientèle van Vink bestond uit de vele boeren net buiten Delft en in de omliggende dorpen. Op de fiets ging de sigarenmaker de boer op. Om niet met zijn illegale handel betrapt te worden stuurde hij zijn dochtertje Annie vooruit met de handel. Ook na zijn pensionering verdiende Vink een centje bij, nu legaal als parkeerwachter op het Sint Agathaplein. Willem Vink (geb.1886) overleed in 1965. Bovenstaande krijttekening van hem is tegenwoordig in het bezit van Tabaks Historisch Museum Delft.