Het gaat slecht met de pad
Het gaat slecht met de pad

Iedereen een tuinpad

Algemeen

DELFT - Pakweg 25 jaar geleden hielpen vrijwilligers in de Kerkpolder tijdens de jaarlijkse paddentrek wel 2000 padden oversteken. Dit jaar waren het er 160. Niet omdat er minder vrijwilligers zijn- de padden raken op. Geert van Poelgeest, voorzitter van Natuurlijk Delfland,  maakt net een wandeling als we hem bellen, maar hij legt graag uit wat de oorzaken van deze verontrustende cijfers zijn en wat we ertegen kunnen doen.

Door Ester Janssen

‘Het gaat in heel Nederland slecht met de pad, niet alleen in Midden-Delfland’, meldt Van Poelgeest. Door allerlei gifstoffen zijn er minder insecten, die het dieet van amfibieën vormen. Bovendien bevorderen die stoffen algengroei, waardoor er te weinig licht op de bodem van de sloten komt. Waterplanten kunnen dan niet groeien en de pad heeft niets om haar eitjes aan vast te maken. ‘Het hoogheemraadschap doet zijn best,’ verzucht Van Poelgeest, ‘maar het water blijft vervuild. In welke sloot kun je tegenwoordig nog tot de bodem kijken?’

Allesvreter
Daarnaast heeft zich een relatief nieuwe diersoort in Nederland gevestigd: de rode rivierkreeft. ‘Dat is een allesvreter. Hij lust planten, dieren, paddeneitjes... Omdat deze exoten hier nog geen natuurlijke vijand hebben, nemen ze enorm toe in aantal. Geen ontsnappen aan voor de pad.’
In de Kerkpolder komt daar nog bij dat de beschoeiing, die rot was, niet al te lang geleden is hersteld. ‘Ingestorte slootkanten zijn ideaal voor padden,’ legt Van Poelgeest uit, ‘zo kunnen ze in en uit het water klimmen en elkaar opzoeken.’ In de vernieuwde beschoeiing van een halve meter hoog zijn wel speciale uittreedplekken gemaakt, maar dat zijn er eigenlijk te weinig.

Kikkerlandje
Waarom is het erg als de pad uitsterft? Ten eerste zijn er uiteraard de praktische bezwaren. We merken dat het hele natuurlijk evenwicht verdwijnt als er een diersoort verloren gaat. Maar het is vooral niet eerlijk. ‘De pad was er eerder dan de mens. Wie zijn wij dan om hem te verjagen? Hij hoort hier, hij is deel van onze natuurlijke omgeving. Nederland heet niet voor niets een kikkerlandje.’
Is er nog hoop? ‘Altijd. Met de vereniging voor veldbiologie hebben we twintig overzetlocaties. We zijn nu bezig per locatie een reddingsplan op te stellen. Mensen kunnen ook zelf het een en ander doen om de pad te beschermen. Om te beginnen lid worden van onze vereniging (zie www.delfland.knnv.nl). Kijk verder eens kritisch naar je tuin. Een diervriendelijke tuin heeft minder dan 25% tegels.’
Een pad komt in het voorjaar uit zijn schuilplaats, trekt naar het water om zich voort te planten en na gedane arbeid moet hij overzomeren. Dat doet hij onder een blok hout met een holletje erin, in een hoop takken en bladeren of in een holletje dat hij zelf graaft in zachte grond. ‘Laat gerust je tuin een beetje verwilderen, daar varen alle dieren wel bij.’ Stenen wegdoen dus, dan krijgen we hopelijk allemaal een tuinpad.