Stadsarcheoloog Steven Jongma op de plek waar de eerste begravingen zichtbaar worden (Foto: Koos Bommelé)
Stadsarcheoloog Steven Jongma op de plek waar de eerste begravingen zichtbaar worden (Foto: Koos Bommelé) Foto: KOOS BOMMELE

Archeologische opgraving Nieuwe Kerk van start

Algemeen

DELFT - De capaciteit van de Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk is bijna bereikt en wordt daarom uitgebreid. De realisatie van de nieuwe kelder is alleen mogelijk door het ontgraven van de grond onder de zuidelijke kooromgang van de kerk, archeologisch gezien zeer waardevol gebied. Na een aantal weken voorbereidende werkzaamheden, is de archeologische opgraving maandag gestart.

Door Cheyenne Toetenel

Een bijzonder moment, ook voor stadsarcheoloog Steven Jongma van Erfgoed Delft. “Ook voor ons was het spannend. Normaal gesproken probeer je als archeoloog voordat je ergens begint met opgraven zoveel mogelijk informatie te verzamelen over wat je mag verwachten. Dat hebben we hier wel gedaan door archiefonderzoek met begraafboeken van de kerk, maar een aantal dingen konden we in dit geval niet van tevoren onderzoeken. Wat je normaal gesproken doet is een paar kleine kijkgaatjes maken om te kijken of de bodem niet verstoord is geraakt in de loop der tijd, maar in de Nieuwe Kerk was dat niet mogelijk. Uiteindelijk blijkt, nu de eerste schop de grond in is, dat de bodem redelijk goed intact is en er wel degelijk veel resten uit het verleden te vinden zijn.” Elektrische graafmachientjes schrapen laagje voor laagje de zandgrond af, waarbij de archeologen meekijken. Op het moment dat de archeologen sporen zien, beginnen ze met de hand verder te graven. “Als het om menselijke skeletresten gaat, betekent dit veel peuterwerk. Het clichébeeld met kwastjes en spateltjes aan het werk op de knieën wordt dan werkelijkheid. Dat gebeurt eigenlijk nooit in Nederland, omdat we veelal te maken hebben met stevige kleigrond.” Vrijleggen, inmeten, vastleggen, verzamelen en dan het volgende laagje. Zo gaan de archeologen langzaam de diepte in.

Rijke Delftenaren
In de bodem onder de Nieuwe Kerk wordt gezocht naar bouwhistorische sporen en daarnaast verwacht Jongma vooral menselijke resten te vinden. “We graven hier in een kerkhof dat eeuwenlang in gebruik is geweest, van 1384 tot 1823. We weten uit andere onderzoeken dat in zo een begraving soms wel vijf of zes kisten bovenop elkaar gestapeld liggen. In de kerk begraven worden kostte veel meer geld dan begraven worden rondom de kerk. We graven direct naast waar ooit het katholieke altaar heeft gestaan, daar werd alleen de rijke bovenlaag van de Delftse samenleving begraven. Hetzelfde geldt voor de tijd na de reformatie, toen het altaar werd vervangen door het graf van Willem van Oranje. De rijke Delftenaren wilden vlakbij de vorst worden begraven.” Het niveau van de eerste begravingen is inmiddels bereikt. “De eerste individuen zijn vrijgelegd en daarnaast hebben we twee grafkeldertjes gevonden.”

Onderzoeksvragen
“De vondsten die in de bodem onder de Nieuwe Kerk worden gevonden zijn bijzonder, want het is de eerste keer dat wij zo’n archeologisch onderzoek kunnen doen in een kerk”, aldus Jongma. “Maar wat wij nu in de bodem vinden staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van de geschiedenis van Delft. Wij krijgen de kans om vergelijkingen te maken tussen individuen uit verschillende eeuwen. Hoe dieper we de grond in gaan, hoe verder je teruggaat in de tijd. In de middeleeuwen zag de samenleving er anders uit dan in de Gouden Eeuw. De ontwikkelingen die wij gaan zien zijn interessant voor onderzoek. Hoe gezond waren mensen, hoe lang waren ze, wat aten ze? Dat soort vragen over de bevolking van Delft kunnen we beantwoorden met de informatie die we halen uit skeletmateriaal.” Daarnaast is het verschil tussen rijk en arm ook opgenomen in de onderzoeksvragen. “Al eerder hebben we archeologisch onderzoek gedaan rondom de Nieuwe Kerk waar de ‘gewone Delftenaar’ in het verleden begraven werd, maar ook op andere grafvelden zoals een pestkerkhof en bij het oude Gasthuis waar juist heel arme mensen lagen die zelf geen ziekenzorg konden betalen. De informatie die wij op deze plekken hebben verzameld kunnen we straks vergelijken met de informatie die we verkrijgen uit de resten van de rijke bovenlaag van de samenleving onder de Nieuwe Kerk.”

Delftse verhalen
Het veldwerk, het verzamelen van informatie door opgraven, duurt naar verwachting tot eind september. Daarna begint het onderzoek; de analyse van alle vondsten. “Bottenspecialisten zoeken uit wat voor persoon het was, wat voor ziektes hij/zij heeft gehad, we gaan DNA-onderzoek doen en isotopenonderzoek. Dit vindt allemaal achter de schermen plaats nadat de opgraving is afgerond. Het eindresultaat verwachten we twee jaar na afronding van het veldwerk. De onderzoeksvragen die wij van tevoren hebben opgesteld willen wij dan, voor zover mogelijk, beantwoord zien in een wetenschappelijk rapport.” De verhalen die hieruit voortvloeien wil Erfgoed Delft delen met het grote publiek. “Het verhaal van de opgraving, maar ook het belang van erfgoed en geschiedenis voor de stad willen wij vertellen aan de Delftse samenleving. Het is immers de geschiedenis van ons allemaal. Afhankelijk van de resultaten wordt gekeken of ook kan worden ingestoken op educatie.”

Grafkelder
Sinds de bijzetting van Willem van Oranje in 1584 rusten bijna alle leden van het Huis van Oranje-Nassau in de grafkelder van de Nieuwe Kerk. Met de bijzettingen van prins Claus in 2002 en prinses Juliana en prins Bernhard in 2004 is de maximale capaciteit van de grafkelder vrijwel volledig bereikt. De uitbreiding van de Koninklijke grafkelder houdt in dat er een nieuwe kelder aangebracht wordt in de zuidelijke kooromgang van de kerk. In de uitbreiding van de grafkelder wordt ruimte gecreëerd voor ruim twintig bijzettingen. Na afronding van de archeologische opgraving kan de daadwerkelijke realisatie van de uitbreiding van de grafkelder van start gaan. Het streven is in 2022 de uitbreiding te hebben gerealiseerd.

Opgraving volgen
Om de opgraving heen is een houten bouwwerk gemaakt om de rest van de Nieuwe Kerk te beschermen tegen stof. In de wand zitten kijkgaten. De opgraving kun je bezoeken tijdens de openingstijden van de kerk. De ontwikkelingen zijn ook te volgen via de websites en socials van Erfgoed Delft en de Nieuwe Kerk.