Piet Hartman loopt op zijn tachtigste nog behoorlijke afstanden. (Foto: PR)
Piet Hartman loopt op zijn tachtigste nog behoorlijke afstanden. (Foto: PR)

“Ergens komend jaar tik ik de 80.000 kilometer aan”

Algemeen

DELFT - Afgelopen maandag pakte Piet Hartman zijn koffer om in Drenthe voor de zesendertigste keer de Vierdaagse te gaan lopen. Niet heel bijzonder misschien, ware het niet dat Piet volgende maand zijn tachtigste verjaardag viert. “Die eerste tocht van vijftig kilometer kan ik me nog maar al te goed herinneren.”

Door Esdor van Elten

Dit jaar gaat het, net als in 2020, anders dan anders. Want de Vierdaagse van Nijmegen gaat niet door. Toch ging Piet deze week op pad. Niet naar de stad aan de Waal, maar naar Diever in Drenthe. “Voor de alternatieve Vierdaagse”.  Geen massale wandeling over de zeven heuvelen, geen EHBO-posten langs de weg, geen Via Gladiola. Maar als het meezit wèl een medaille. “De afstand die ik loop hou ik bij met Runkeeper. Iedere dag geef ik het resultaat door via de Vierdaagse App, die het officieel registreert.” 

Doos van die dingen
Niet dat Piet nou voor de medaille gaat. “Ik heb een hele doos van die dingen. Je neemt ‘m in ontvangst en daarna doe je er niks meer mee.” Dit is dan ook al de zesendertigste keer dat hij ‘Nijmegen doet’.  En dat voor iemand die op jonge leeftijd nauwelijks goed kon lopen: “Ik ben in totaal vijf keer aan mijn voeten geopereerd.” In 1979 liep Piet zijn eerste Vierdaagse. “Mijn eerste vrouw was lid van een wandelclub en wilde heel graag de Nijmeegse Vierdaagse meemaken.” Die eerste keer kan hij zich nog goed herinneren: “Vijftig kilometer per dag, dat was heel zwaar voor mijn spieren. Toen me na afloop werd gevraagd of ik het nog eens zou doen, antwoordde ik dat ze dat over een half jaar nog maar eens moesten vragen.”

Lang, langer, langst
Het antwoord viel positief uit: Er zouden nog 35 Vierdaagsen volgen. Met tussenpozen, want wegens omstandigheden kom Piet er niet altijd bij zijn. Wat hem bezielt? “Het is toch een beetje een verslaving misschien.” De Vierdaagse was zeker niet de enige lange afstand die Piet liep. Samen met zijn tweede vrouw Mies, die ook deelde in de wandelhobby, liep hij verschillende lange afstandstochten, zoals de Kennedymars (80 kilometer) en zelfs de 160 kilometer lange tocht van Nijmegen naar Rotterdam. “Dat was wel een prestatietocht”, blikt hij terug. “Honderdzestig kilometer in 29 uur loop je niet voor je plezier.” Maar zoals gezegd, bij Piet draait het vooral om het leuke van wandelen en niet om de prestatie an sich: “Terwijl je loopt kun je heerlijk je gedachten laten gaan, en je ziet natuurlijk mooie dingen. Soms denk ik hele stukken niet, maar geniet ik gewoon van de natuur om me heen.” Zijn wandelhobby bracht hem ook naar het buitenland, van de marathon van New York tot aan de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. “Ik wandel graag in gebieden waar ik nog nooit geweest ben.

Wandelboekje
Dat kan ook in Nederland zijn. Zo heb ik een groot deel van het Kustpad tussen Den Helder en Sluis in Zeeuws Vlaanderen gelopen. En het Pieterpad.” Alle officiële tochten die Piet loopt houdt hij keurig bij in zijn wandelboekje. “Ergens komend jaar moet ik over het totaal van 80.000 kilometer heen gaan.” De laatste officiële Nijmeegse Vierdaagse die Piet liep was in 2018. “Het jaar daarna kon ik niet, opnieuw om gezondheidsredenen van zowel mijzelf als mijn vrouw. Het jaar daarop kwam corona, en moest ik dus een alternatieve route lopen. En helaas is dat nu weer zo.”

Drenthepad
Voor zijn Vierdaagse dit jaar kiest Piet voor delen van het Drenthepad, in totaal een traject van zo’n 300 kilometer. “Ik kiest gewoon een paar routes van dertig kilometer uit.” Helaas wel alleen, want sinds twee jaar moet hij zijn vrouw missen. “We deelden onze wandelliefde, en als één van ons geen zin had, dan trok de ander je wel weer mee. We gingen eigenlijk altijd, weer of geen weer.” Om in vorm te blijven maakt Piet twee keer per week een wandeling van vijfentwintig of dertig kilometer in de eigen omgeving. “En ik ga een keer per week naar de sportschool.” Bezig blijven is belangrijk en kost hem niet veel moeite: “Ik heb een paar jaar geleden, toen ik herstelde van een hernia, goede oefeningen geleerd, en die gebruik ik nog steeds. Daardoor heb ik nauwelijks last van spierpijn. En blaren? Die heb ik ook vrijwel nooit.”

Pakje brood mee
 Maar verder houdt hij het qua voorbereiding eenvoudig. Geen fancy dieet of voedingssupplementen: gewoon water en een pakje brood mee.” Als het aan hem ligt gaat hij er mee door zolang het kan: “Ik sprak ooit een man die 86 was en die het ook nog prima kon. Nou, als ik me goed blijf voelen, dan wil ik dat ook wel.”