Robert Eckhardt beleefde een mooie tijd bij DHC en kijkt daar met genoegen op terug. (foto: Roel van Dorsten)
Robert Eckhardt beleefde een mooie tijd bij DHC en kijkt daar met genoegen op terug. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Robert Eckhardt?

Algemeen

PIJNACKER - Robert Eckhardt (48) speelde, ondanks twee uitstapjes, een voetballeven lang bij DHC.

- Hoe gaat het met je?
‘Het gaat eigenlijk best goed, ik heb niets te klagen. Ook geen last van corona gehad. Zowel mijn familie als op het werk zijn wij goed door deze periode heen gerold. Ik werk als accountmanager bij een firma in bedrijfskleding en verkoop onder andere PBM, Persoonlijke Beschermingsmiddelen. Wij hebben met de afstandsregel in gedachten ook gewoon door kunnen werken op kantoor. Het was een prima tijd om de administratie op orde te krijgen, maar ik ben blij dat ik nu weer langs mijn klanten kan.’

Eckhardt begon op 5-jarige leeftijd bij de mini’s van DHC: ‘Toen mocht je pas op je zesde beginnen, maar bij DHC vonden ze het goed dat ik een jaartje eerder begon. Trainen op zaterdagochtend met Tinus Stok en Bert van Willigen als mijn eerste trainers. In de jeugd altijd in de hoogste jeugdelftallen gespeeld. Al die jaren was ik wel vier keer in de week bij DHC te vinden. Twee keer trainen, op zaterdag een wedstrijd en op zondag naar de wedstrijd van mijn vader (Robert sr - red.) kijken. Mijn moeder draaide bardiensten, samen met oma De Poorter en mevrouw Van Zinnen. Een mooie tijd was dat.’
‘Ik speelde in de jeugd ook in de Haagse selectie. Op mijn dertiende werd ik gekozen in een team dat twee weken in Roemenië op trainingskamp is geweest. Daar waren ook Louis van Gaal en Danny Blind bij. Kregen wij tactische en technische trainingen én een inkijkje hoe je als een prof moet leven. Ik vond het als jong jochie heel fijn dat mijn vader, moeder en zus erbij waren in Roemenië.’

- Vanuit de jeugd direct in het eerste elftal?
‘Nee, sterker nog, ik ben naar Wilhelmus gegaan. Daar raakte ik zwaar geblesseerd aan mijn enkel. Tijdens mijn revalidatie goed opgevangen bij DHC, ik heb toen veel getraind met Sjef de Poorter en Jan van den Akker. Dus na een seizoen weer terug naar DHC. Ik heb later ook nog een uitstapje gemaakt, naar DRL in Rotterdam, maar dat werd ook geen succes. Dus ook toen na een seizoen weer terug. Bij DHC in al die jaren met veel goede voetballers samen gespeeld; Eric Wolf, René Lander, Michael Stet, Maurice Bavelaar, Robbie Krul, Hans van Dam. Maar ook met Steven Suiker, Michael Clavan, Sjors Brouwer en Joris Aerns, met deze mannen heb ik nog steeds contact.’

- Heb je nog hoogtepunten meegemaakt?
‘Nou, met het eerste elftal wel gedegradeerd, dat was niet bepaald een hoogtepunt. Op mijn 28ste nog een keer geblesseerd geweest met een zware knieblessure, ook toen ruim een jaar eruit geweest. Na mijn herstel heb ik voornamelijk in het tweede gevoetbald. Een paar jaar eerder, in 1995, met het tweede wel Nederlands kampioen geworden. Ook met B-regionaal kampioen geworden, met de vader van Rob de Lange als trainer en Robert van Buuren en mijn vader als leider. En in het Delfts elftal onder 23 gespeeld. Geen hoogtepunt qua uitslag, maar wel leuk om mee te maken, is de wedstrijd tegen Ajax in 1996 voor een uitverkocht DHC-stadion met 13.000 mensen. Ik heb een leuke tijd bij DHC gehad en ben op mijn 35ste gestopt. Nog wel een gesprek met Pierre van Zinnen gehad om bij Full Speed te gaan voetballen. Uiteindelijk heb ik dat niet gedaan. Eenmaal gestopt heb ik nooit meer gevoetbald.’

- Wat doe je nu nog?
‘Twee keer in de week tennissen met mijn vader. Vooral voor de gezelligheid, maar we zijn beiden nog zo fanatiek dat er ook weleens wordt gescholden, haha.’ (RvD)