Wethouder Stephan Brandligt voor het stadskantoor. (Foto: Koos Bommelé)
Wethouder Stephan Brandligt voor het stadskantoor. (Foto: Koos Bommelé) Foto: KOOS BOMMELE

VNG stelt ultimatum: ‘Zonder geld geen gemeenten’

Algemeen

DELFT- Vorige week werd er bij de algemene ledenvergadering van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) een motie aangenomen genaamd ‘zonder geld geen gemeenten’. Als het Rijk voor het einde van het jaar niet bijspringt om de financiële tekorten bij gemeenten op te vullen, zullen alle overleggen tussen de VNG en het Rijk worden opgeschort. Stephan Brandligt, wethouder Duurzaamheid, Werk en Inkomen en Financiën, steunde de motie. “We hebben eigenlijk een soort escalatieladder opgeworpen.”

Door Finn Rekveldt

De motie is volgens wethouder Brandligt een logisch gevolg van de slechte relatie tussen het Rijk en gemeenten. “Het is een probleem dat zich de afgelopen jaren heeft opgebouwd. We hebben gezien dat er in zijn algemeenheid steeds meer taken naar de gemeenten gaan met onvoldoende geld. In het begin was dat allemaal wel op te vangen en konden we efficiënter werken en bezuinigen. Inmiddels is de rek er wel uit”, aldus de wethouder, “Omdat Delft altijd nog armer is dan veel andere gemeenten, komt dat bij ons eerder aan het licht dan bij anderen. Vandaar dat wij als enige G40 gemeente een herstelplan moesten schrijven vanwege een niet sluitende begroting. Als er niks gaat bewegen, zal het gevolg zijn dat veel andere gemeenten in dezelfde situatie komen.”

Decentralisatie
In 2015 werden veel taken overgeheveld van het Rijk naar gemeenten, waaronder de WMO, de participatiewet en de veelbesproken jeugdzorg. De bedoeling van deze stelselwijziging was dat gemeenten deze zorg dichter bij huis konden organiseren. “Er waren veel dramatische verhalen in de krant van gezinsdrama’s waarbij heel veel instanties betrokken waren, maar het toch misging. Dat was ook één van de drijfveren om het anders te organiseren. Het probleem ontstond omdat het Rijk dacht dat het ook goedkoper kon, en boekte er een grote bezuiniging bij mee.” Dat de problemen in de jeugdzorg nog niet verdwenen zijn, is evident. Jaarlijks komen gemeenten gemiddeld 1,7 miljard tekort. Het kabinet komt voor 2022 met de nodige financiering, maar dan is het probleem nog niet opgelost. Voor wethouder Brandligt zit het ook in het systeem zelf. “Als zo veel kinderen in zulke zware zorg terecht komen, dan is er iets in het systeem aan de hand. We missen daarnaast als gemeente de regelgeving vanuit het Rijk om het te kunnen veranderen.”

Jeugdhulp
Die financiering van jeugdhulp is zo geregeld dat de gemeente alle kosten moet vergoeden, maar dat meerdere partijen kunnen verwijzen naar jeugdhulp. “Wat wij zelf verwijzen via Delft Support is een derde van de verwijzingen. Onder andere huisartsen en instellingen doen de rest. Daar hebben we geen grip op, waardoor we dus weinig mogelijkheden hebben om in te grijpen in die kosten. We kunnen enkel overleggen met hen. Die instanties zijn daarnaast veel bezig met andere zaken waardoor er weinig druk is om iets te veranderen.” Eerder dit jaar won de VNG een arbitragezaak over de jeugdhulp, wat zorgde voor meer geld. Echter werd er ook advies gegeven over de beperkte slagkracht van gemeenten. “Het advies geeft aan dat er gewerkt moet worden aan vernieuwing van het stelsel. Daarmee moeten we dus de mogelijkheid krijgen om te sturen, op dit moment kunnen we enkel de factuur van die hulp regelen.”

Slagkracht gemeenten
De uitvoeringskracht van gemeenten om in te grijpen staat onder druk. Uit onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse zaken blijkt dat alle gemeenten sinds de decentralisatie 2,4 miljard moesten bezuinigen op de uitvoeringscapaciteit, wat ook is terug te zien in het herstelplan dat het college eind maart presenteerde. “Het ambtelijk apparaat gaat echt klem lopen omdat je steeds minder mensen hebt voor meer werk. Wij hebben in die motie gezegd dat we geen nieuwe taken meer aannemen als we daar het geld niet voor krijgen. Daarom moeten we, als het Rijk niks doet, echt nadenken over het teruggeven van taken. In dat geval komen we wel op ramkoers met het Rijk.” Gemeenten hebben niet veel opties om aan meer geld te komen en zijn grotendeels afhankelijk van het Gemeentefonds. Knoppen waar wel aan gedraaid kan worden zijn vaak nadelig voor de burger. Zoals de OZB. “De OZB gaat overal omhoog, omdat dat een van de weinige gelden is die we vrij kunnen uitgeven. De burger betaalt, maar het is veel te weinig om de gaten mee te dichten.”

Lokale democratie
wethouder Brandligt pleit voor een discussie over de fundamentele taken van gemeenten. “Eigenlijk moeten we als land de keuze maken of de gemeente een uitvoeringskantoor van het Rijk is, of dat wij een lokale overheid met een eigen democratie en afwegingsruimte kunnen zijn. De lokale democratie wil graag dingen veranderen maar kan die ambitie niet waarmaken door de beperkte mogelijkheden. Ik zou ervoor zijn om ze die mogelijkheden te geven. We zijn daar de laatste jaren te ver vanaf gegroeid.” Helaas ziet wethouder Brandligt dat gemeentelijke problemen vaak de landelijke urgentie missen in de Tweede Kamer. “Er zijn wel Kamerleden die zich inzetten voor gemeenten, maar het blijft een minderheid.”

Optimistisch
Hoewel Delft er niet goed voorstaat, probeert de wethouder het beste eruit te halen. “De sfeer is nog steeds positief. Er gebeurt ook gewoon nog steeds heel veel in de stad door ondernemers, in de woningbouw en bijvoorbeeld de uitstekende samenwerking door zorgaanbieders in het sociaal domein.”