Martijn Sinnema: "Er is een grote vraag naar woningen, vooral onderstarters."
Martijn Sinnema: "Er is een grote vraag naar woningen, vooral onderstarters."

De dagelijkse praktijk van Roepman Makelaardij in Corona-tijd

wonen

DELFT - Het is voor Martijn Sinnema weer eens tijd om een blik op de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt te werpen. Martijn van Roepman Makelaardij benoemt de verwachtingen die ontstonden naar aanleiding van de Corona-omstandigheden en de daaromtrent afgekondigde maatregelen.

“De verwachting was dat de prijzen van woningen fors zouden dalen”, begint hij. “Maar het tegenovergestelde is het geval gebleken. De huizenprijzen zijn allesbehalve gedaald, maar zijn juist gestegen. In het afgelopen jaar gemiddeld met 8,8 procent in Delft. Wat dat betreft heeft Corona geen invloed gehad.”
Er is een grote vraag naar woningen, vooral onder de groep starters. Volgens Martijn Sinnema heeft die groep het vrij lastig, mede vanwege de gestegen prijzen. De drempel is te hoog, maar daar kan volgens de makelaar verandering in komen. “Dat heeft verder weinig met Corona te maken, maar op Prinsjesdag zijn de kabinetsplannen gepresenteerd en daarbij is onder andere aangegeven dat de overdrachtsbelasting voor starters komt te vervallen vanaf 1 januari 2021. Dit moet nog wel goedgekeurd worden door de Kamer. Hierdoor wordt het totaalbedrag dat starters voor een eerste eigen woning moeten betalen lager. Hierdoor lijken er voor deze groep dus meer kansen te ontstaan om iets te kopen. De overdrachtsbelasting gaat voor beleggers juist omhoog, beleggers die in de voorbije jaren nogal eens woningen voor de neus van starters wegkaapten.”

Prijssegment
In de dagelijkse praktijk merkt Martijn Sinnema wel degelijk iets van de Corona-maatregelen. Zo zijn de Open Huizen Dagen die met regelmaat werden georganiseerd komen te vervallen. Er mogen namelijk niet te veel mensen bij elkaar in één ruimte aanwezig zijn. “We doen echt alleen nog maar individuele bezichtigingen, waarbij alle richtlijnen van het RIVM in acht worden genomen”, zegt hij. “Daarbij is in het algemeen te merken dat het druk is in het segment van woningen tot 4 ton. Heel veel mensen zoeken op een woning in dat prijssegment. Maar, ook hier geldt, in meer dan de helft van de gevallen moet je overbieden op de vraagprijs om iets te kunnen kopen.”

Derde kwartaal
De cijfers die de NVM presenteerde over het derde kwartaal van 2020 bevestigen de woorden van Martijn. In totaal werden er dit derde kwartaal in Nederland 41.583 koopwoningen verkocht, het hoogste aantal in bijna drie jaar en qua verkoop het beste derde kwartaal dat de NVM ooit had. Dit is een stijging van 7 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020. Ten opzichte van dezelfde periode in 2019 is het een stijging van maar liefst 14,4 procent. De verkoopprijs van de gemiddeld verkochte woning in Nederland is zeer sterk gestegen. Deze komt in het derde kwartaal van 2020 uit op 354.000 euro, een stijging ten opzichte van vorig jaar van 8,8 procent in Delft. Het is meer dan twintig jaar geleden dat de prijsontwikkeling in een jaar tijd zo hoog was. De vraagprijs van de verkochte woningen lag gemiddeld op 348.000 euro, bijna 2 procent onder de uiteindelijke transactieprijs. Van een Coronadip, is dus net als in het vorige kwartaal, geen sprake. De NVM vindt dat het kabinet niet voldoende doet om meer aanbod te creëren. Als ze geen extra maatregelen treffen dan snijdt het kabinet zichzelf enorm in de vingers. “Dat kost namelijk banen, de verduurzaming gaat veel langzamer dan gepland en de woningen zijn voor een gemiddeld huishouden niet meer te betalen. Als je al die mensen niet in de kou wilt laten staan, dan moet je snel zijn”, aldus de NVM.