Chris Jansen kan niet zonder voetbal. Als speler beleefde hij gouden tijden en als trainer krijgt hij er nog steeds geen genoeg van. (foto: Roel van Dorsten)
Chris Jansen kan niet zonder voetbal. Als speler beleefde hij gouden tijden en als trainer krijgt hij er nog steeds geen genoeg van. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Chris Jansen?

sport

DELFT - Chris Jansen (64) begon samen met Hans Suiker bij DHC en kan niet genoeg krijgen van het spelletje.

Jansen groeide op in de Frank van Borselenstraat. "Ik was daar altijd aan het voetballen met Hans Suiker en in heel veel garageboxen zijn nogal wat deuken ontstaan. Omdat we in het weekend langs de lijn stonden bij DHC zijn we daar gaan voetballen. Onze trainer was 'meneer' Van der Brugge. Die deed het slim, want hij verkocht vanuit zijn schuurtje de tenues en voetbalkleding. In eerste instantie speelden we op woensdag wedstrijdjes tegen Delftse clubs."

- Wanneer kwam je bij het eerste?
"Dat was niet bij DHC, want in de B-jeugd was er een akkefietje. Daarom koos ik voor Delfia en wat ik daar vond, heb ik daarna nooit meer meegemaakt. In de A-jeugd was er een groep met John de Wit, Jan Heijdra, Frans Aschman, Cock in den Haak, Peter Hermsen en Hans Récourt. De trainer was Jan Mulhuijzen en onze leider was Bert Haak. Buiten de voetbal waren we altijd samen op pad, vaak in de stad, maar soms bij Jan of Bert thuis."

- En in de senioren?
"Ik zat tegen het eerste aan, maar het klikte niet echt met trainer Miel Hollaard. Daarom ging ik naar Den Hoorn, waar ik met onder meer Hans van Beek, Hans de Vreede, Hans Bouter, Paul Wolve en Eric van Dijk drie geweldige jaren heb gehad."

- En toen?
"Werd ik benaderd door Martin Linkerhof van Delft. Ik speelde daar met onder anderen René van Drunen en Bobbie Spee, maar daar bleef het bij twee jaar. Dat kwam doordat we na een wedstrijd in tegen DFC in het stadion van DS'79 in de kantine werden opgewacht door Aad de Mos en John Karelse. Zij vroegen of Bobbie, René en ik bij De Valkeniers wilden komen spelen. Dat hebben we een jaar gedaan en toen vertrok John naar SV Voorburg. Daar hebben we zeven jaar gespeeld en behoorden we tot het elftal dat nu nog de Gouden Generatie wordt genoemd. We speelden regelmatig tegen FC Den Haag en promoveerden in die jaren van de vierde naar de tweede klasse."

- Wanneer vertrok je?
"Na die zeven jaar vertrok John naar RVC en wilde hij me meenemen. Ik zag dat niet meer zitten en keerde terug bij Den Hoorn. In eerste instantie ging ik naar een vriendenelftal, maar halverwege het seizoen werd ik bij het eerste gehaald. Dat was een leuk elftal met onder meer Marnix van Vondelen, Leon de Wit en Leo van Marrewijk. In die tijd was ik net een mummie, zoveel sporttape was er nodig om me klaar te stomen voor een wedstrijd. Daarom hield ik het na anderhalf jaar bij het eerste met een knieoperatie voor de boeg gezien."

- Wat ging je daarna doen?
"Ik ben me direct op een trainerscarrière gaan richten, mijn oefenmeester 3 had ik al. Ik werd bij Den Hoorn assistent van John de Letter en heb door de jaren heen bij heel wat clubs met heel wat trainers gewerkt. Ik had niet veel ambities als hoofdtrainer, omdat ik een eigen zaak had. Zo was ik bij Concordia assistent van Wim van Zinnen, heb ik bij DWO met John Karelse gewerkt en bij VUC met Chris Treling. Verder ben ik technisch manager geweest bij Den Hoorn en heb ik bij Nootdorp, HVC '10 en SVC '08 met Bert de Best gewerkt. Daarnaast heb ik bij SVLY en Delfia op eigen benen gestaan. Delfia lag me na aan het hart, mijn vader is er zelfs nog voorzitter geweest en het doet pijn hoe het de club vergaan is. Inmiddels ben ik bij Lyra assistent van Pim van der Hoorn en dat bevalt nog steeds geweldig."