Vanwege een tenniselleboog koos Olga Zandvliet voor de compoundboog. Die vraagt weliswaar minder kracht van de schutter, maar een grotere precisie.
Vanwege een tenniselleboog koos Olga Zandvliet voor de compoundboog. Die vraagt weliswaar minder kracht van de schutter, maar een grotere precisie. Foto: Marc Schapers

Oud-sporter Olga Zandvliet blikt terug

sport

NOOTDORP – Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week doen we dat met handboogschutter Olga Zandvliet (60).

Door: Marc Schapers

Maart 1997 wandelt Olga Zandvliet, ze is dan al bijna 40, samen met haar man Lodie en de hond in de Delftse Hout. Het is haar eerste kennismaking met handboogschieten. "We hebben staan kijken bij Frederik Hendrik. Lodie leek het een leuke sport en vond, dat we het ook maar eens moesten proberen. Zelf was ik daar niet zo zeker van, want ik ben nooit een fanatiek sporter geweest. In elk geval: zo ben ik er min of meer in gerold."

Natuurtalent
Op vrijdagavond gaat ze meetrainen met de beginnelingen en al snel blijkt dat Olga Zandvliet een natuurtalent is. "Je hebt zelf snel in de gaten of boogschieten iets voor je is of niet. Ik had er direct een klik mee, het ging me makkelijk af."
Haar - voor een voor een beginner - onwaarschijnlijk hoge scores vallen ook op bij de Nederlandse Handboog Bond. "Ik was pas twee jaar serieus bezig en in het voorjaar vijfde geworden op het NK toen bondscoach Carry van Gool me in 1999 uitnodigde om bij de kernploeg te komen. Ik ben mee gaan trainen en gaan deelnemen aan de landelijke competitie. In december van datzelfde jaar werd ik tijdens m'n eerste internationale wedstrijd in Duitsland, tot m'n verrassing, al direct tweede."
Handboogschieten wordt zowel indoor als outdoor beoefend. Indoor wordt geschoten over een afstand van 18 meter, waarbij elke deelnemer twee keer dertig pijlen schiet. Outdoor zijn dat vier afstanden tussen de 30 en 90 meter, waarbij de deelnemers vier keer 36 pijlen schieten. Er zijn drie soorten bogen, de bare bow, de recurve- en de compountboog. De laatste is Olga Zandvliets 'wapen'. "Ik ben al vrij snel overgestapt van een recurve- op de compoundboog. Die is uitgerust met een katrol-mechanisme, cam genoemd, dat een deel van de trekkracht overneemt. Daar staat tegenover dat in deze discipline de `inner ten', de plek die tien punten oplevert, aanzienlijk kleiner is. Dus dat vraagt een grotere precisie van de schutter om de hoogste score te schieten."
Over het boogschieten zelf is zij op het laconieke af. "Het is heel simpel. Je doet constant hetzelfde: de pijl schieten waar je die hebben wil. En dat heel vaak achter elkaar. Ingewikkelder kan ik het niet maken."
Vraag blijft natuurlijk wel wat dan het verschil maakt? "Iedereen die aan grote wedstrijden deelneemt, kan uitstekend schieten. Het gaat erom de zenuwen in bedwang te houden. Als dat niet lukt gaat die boog een eigen leven leiden. Je moet je afsluiten van je omgeving, je wereldje zo klein mogelijk maken. Dat ging me altijd goed af. Ik hoorde en zag alleen wat ik wilde horen en zien en ik mocht m'n tegenstanders ook graag een beetje intimideren."

Grootste successen
Zandvliet behaalt haar grootste successen in de periode 1999 – 2008. "In die periode was het dag in dag uit keihard trainen, gedisciplineerd leven en elk weekend een wedstrijd schieten. Ik was natuurlijk al wat ouder, een laatbloeier. Daar putte ik veel motivatie uit, ik wilde koste wat kost niet voor schut staan bij al die jonge meiden."
Ze wint in haar carrière zes keer het NK en neemt deel aan EK's, WK's en Grand Prix-wedstrijden. Ze wordt onder meer Europees kampioen individueel op het EK van 2002 in Turkije en wordt twee keer derde op een WK. "Vooral het WK in China is me bijgebleven. Het was tijdens de 'Twin Towers', de Amerikanen ontbraken omdat alle vliegvelden waren gesloten. De sfeer was een beetje surrealistisch, veel veiligheidsmaatregelen. We werden als echte VIP's behandeld en onder politie-escorte door Peking gereden. Ik ben veel toernooien vergeten, maar dat WK zal me altijd bijblijven."