Benno Ouwersloot, met voor hem een artikel met de kop 'Glansrol voor Benno Ouwersloot', over die keer dat hij drie keer scoorde en zo dramatische speelde dat hij werd gewisseld. (foto: Jesper Neeleman)
Benno Ouwersloot, met voor hem een artikel met de kop 'Glansrol voor Benno Ouwersloot', over die keer dat hij drie keer scoorde en zo dramatische speelde dat hij werd gewisseld. (foto: Jesper Neeleman)

Oud-sporter Benno Ouwersloot blikt terug

sport

DELFT - Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week doen we dat met oud-tennisser, -turner, -basketballer en -voetballer Benno Ouwersloot (60).

Door: Jesper Neeleman

Sport staat voor de eigenaar van Tennisschool Delft Dubbel centraal in zijn leven. Dat was al zo toen hij nog een klein jochie was. "Met jongens als Ruud en Rob van der Lee en René Blok voetbalden we vaak op een pleintje bij een basisschool aan de Adriaan Pauwstraat", weet Ouwersloot nog. "Of we basketbalden. Dan gebruikten we een klimrek als basket. Die directeur vond het nooit leuk als we tijdens het voetballen ruiten intrapten. Tennissen had hij dan weer geen moeite mee. Hij gaf ons zelfs een volleybalnet, dat we dan op het plein spanden." Tennisballen waren duur. Toentertijd ook voor de gebroeders Van der Lee. "Dus gingen we die ballen rond het tennispark van De Delftse Hout zoeken."

Op straat
Hij tenniste veel. Altijd op straat. "Want alles gebeurde in die tijd op straat. Dáár groeiden we op", weet Ouwersloot nog. "Dat zie je tegenwoordig in Rotterdam nog wel, maar in Delft niet meer." Ouwersloot was 17 jaar toen hij voor het eerst lid werd van een tennisclub - en niet meer over de omheining hoefde te klimmen om een potje op een echte baan te spelen. Hij basketbalde verder bij DAS, maakte furore in het eerste van Concordia en was ook op het CIOS constant met sport bezig. "Dat was toen echt een topsportschool." Van de 1500 sportievelingen die zich aanmeldden, werden er tachtig toegelaten." Onder hen ook Koen Scharrenberg en Peter Koopmans. "Vechtsporters, en boefjes bovendien. Als je met hen Amsterdam in ging, dan wist je niet wat je meemaakte. Die gasten waren voor niemand bang." Het waren bovendien topvechtsporters. "En dat misbruikten ze ook weleens, Alle deuren gingen overal voor ons open. We hoefden niet in rijen te staan. Ik kwam in die jaren ook weleens in de IT. Maar dat was een hele andere tijd, joh. Je kon je auto toentertijd nog gewoon in Amsterdam parkeren."

Verder was het ook na zijn tijd op het CIOS vooral sport, sport en nog eens sport. "Dan gaf ik 's ochtends zwemles. Daarna werkte ik als recreatie sportleider voor de gemeente Den Haag. Stond ik 's morgens in de Schilderswijk lekker te zaalvoetballen met al dat gajes. Heerlijk. En ik kreeg er nog voor betaald ook." Verder was hij nog tennisleraar en voetbaltrainer. "Ik had op een zeker moment vijf jobs." Zelf haalde hij er, sportief gezien, niet alles uit wat erin zat. "Toen ik een jaar of 17 was trainde ik een tijd mee met FC Den Haag. Stond ik opeens tussen m'n idolen. Mannen als Aad Mansveld en Tscheu la Ling. Daar keek ik ontzettend tegenop. Ik kreeg de kans een jeugdcontract te tekenen, maar dat deed ik niet. Ik was ook met Feyenoord bezig. Dat is mijn club. En ik dacht daar nog wel terecht te kunnen komen." Dat gebeurde niet. "Dus bleef ik amateur. En dan word je ook niet echt beter. Ze zeggen weleens: 'Die Ouwersloot kon aardig voetballen'. Maar ik zie het meer zo dat Eenoog koning was in het land der blinden."

Op tennisgebied was hij, zegt hij, 'geen topper'. "Ik speelde hoofdklasse zaterdag. Wat voor mij het hoogtepunt was, was het plezier dat ik met sport beleefde. Mensen vergeten nog weleens dat ze sporten voor hun plezier. Maar sport is ontspanning en je plezier. Tuurlijk wil je altijd winnen, maar je hoeft er niet van te leven. Ik was nooit zenuwachtig als ik op het veld stond. Sporten is het mooiste dat er is. Dat plezier en de lol die je met elkaar beleeft, ook in kleedkamers, dat mis ik nog weleens." Benno Ouwersloot sportte hij zich drie slagen in de rondte. Nog altijd is hij er dagelijks druk mee. Het leverde hem veel op. Vrienden en kennissen, een inkomen en twee halve kunstknieën. "Het menselijk lichaam is er niet op gebouwd om zoveel te sporten", zegt hij over dat laatste.