Kees Noordhuizen is al een leven lang trouw aan SEP. Hij was maar liefst 48 jaar penningmeester.
Kees Noordhuizen is al een leven lang trouw aan SEP. Hij was maar liefst 48 jaar penningmeester.

Vrijwilliger Kees Noordhuizen weet niet van ophouden

sport

DELFT - Van de 70 jaar dat SEP bestaat is Kees Noordhuizen (74) al meer dan 60 jaar lid. Daarvan zit hij 50 jaar in het bestuur en was hij 48 jaar (!) penningmeester.

Hij had die functie 1 juli officieel willen neerleggen. Een lange ziekenhuisopname gooide roet in het eten.De letters SEP staan voor 'sport en plezier' en dat is precies waarom Kees Noordhuizen zich nog altijd prima op zijn plek voelt bij SEP. "Mijn vader en oom hebben samen de club opgericht. In het begin voetbalden we samen met CSVD aan het eind van het Laantje van Vollering. Daar stond een boerderij en een keet waar we ons konden omkleden. Het veld lag aan de huidige Buitenwatersloot. Toen heette SEP nog Vita Nostra, ofwel Ons Leven."

Exacte cijfers ontbreken, maar hij heeft tot ongeveer z'n veertigste gevoetbald. "Ik vond mezelf een goede voetballer, maar niet iedereen onderkende mijn talent. Dat komt vaker voor. Ik heb weleens meegespeeld in het eerste. Maar het ging mij vooral om het plezier in voetballen en trainen. Zo heb ik het lang kunnen volhouden."

Na zijn actieve voetbalcarrière komt hij in in bestuur van 'de vereniging', zoals hij SEP consequent noemt. Op de vraag 'hoe typeer je de voetbalvereniging SEP', zegt hij: "Een vereniging waar gezelligheid heel belangrijk is, maar ook willen presteren. Voor mij hoeft dat niet per se op het hoogste niveau. Ik weet uit ervaring: hoe hoger je komt, hoe minder prettig het vaak wordt."

Zestig jaar lang heeft Kees Noordhuizen elke thuis- en uitwedstrijd van SEP bezocht. "Je wilt niet weten wat ik heb meegemaakt. Welke ziektes je krijgt toegewenst als supporter van de tegenpartij. Daarom zeg ik: 'voetbal met plezier en of dat nu een klasse hoger of lager is, maakt niet zoveel uit'. En als rechtgeaarde penningmeester vind ik: als we degraderen promoveren we volgend jaar en dat betekent een groot feest."

In zijn functie als penningmeester kreeg hij te maken met de verhuizing van SEP van 'De Bras' naar het Tanthof. "Dat was in 1992. Ik heb een berekening van de kosten gemaakt. Alles bij elkaar opgeteld, en natuurlijk goed opgeschroefd. Ik kwam uit op drie ton. Ik wist wel dat we een dergelijk bedrag nooit zouden krijgen, maar wie niet waagt... We kwamen bij de wethouder en die had het over 30.000 gulden. Ik heb gezegd: 'We komen hier niet voor een aalmoes' en ben opgestapt. De voorzitter zei: 'Kees, wat doe je nou?' Ik heb gezegd: 'Ik laat me niet in de maling nemen, ik laat me niet bang maken door een wethouder'. Uiteindelijk hebben we er een ton uitgesleept."

De eerste dag van juli, zo was de afspraak, zou hij als penningmeester het bijltje er officieel bij neergooien. "Wat gebeurt; in april ben ik opgenomen in het ziekenhuis en in augustus kwam ik er pas uit. M'n dochter heeft de lopende zaken afgehandeld, de rekeningen betaald. Toch hebben we een achterstand van vier maanden, die wil ik nog wegwerken. Veel mensen zien het niet, een penningmeester doet zijn werk achter de schermen. Ik klaag niet over een gebrek aan waardering hoor, ik heb zelfs een lintje gekregen van de koningin."

Als penningmeester heeft hij wel zijn principes. "We hebben trainers gehad die vroegen: 'Kees, moeten we sommige spelers niet betalen?' Ik heb gezegd: 'Als jullie dat willen, moeten jullie ook op zoek naar een andere penningmeester'. Betalen is het einde van de vereniging, want ze lopen allemaal weg als een ander meer betaalt. We hebben genoeg jongens en meisjes die hier willen voetballen en willen blijven voetballen. SEP is hartstikke gezond."