De nieuwe coalitie en het college dat woensdag is geïnstalleerd krijgen meteen een tegengeluid te verduren. V.l.n.r.: wethouders Van Vliet, Schrederhof, Gooijer, burgemeester Van Bijsterveldt, wethouders Zwart en Huijsmans.
De nieuwe coalitie en het college dat woensdag is geïnstalleerd krijgen meteen een tegengeluid te verduren. V.l.n.r.: wethouders Van Vliet, Schrederhof, Gooijer, burgemeester Van Bijsterveldt, wethouders Zwart en Huijsmans.

‘Het coalitieakkoord heeft wat pit nodig’

Algemeen

DELFT - Gedurende het formatieproces werkten STIP, D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie aan een nieuw coalitieakkoord. Hoewel de titel van het akkoord ‘Samen werken aan Delft’ luidt, voelen de oppositiepartijen Hart voor Delft, VVD, SP, CDA, Onafhankelijk Delft en Volt zich onvoldoende betrokken bij het proces en vinden zij de plannen voor de komende collegeperiode maar weinig ambitieus en zelfs ‘vaag’. De Delftse oppositie komt daarom met een alternatief; het oppositieakkoord ‘De Delftenaar Centraal’. 

Door Cheyenne Toetenel

De Delftse oppositiepartijen zijn kritisch op de wijze waarop het advies van de informateur tot stand is gekomen en het daaropvolgende formatieproces. “Tijdens het informatieproces werden in enkele minuten zes politieke partijen met ieder een eigen diverse achterban aan de kant gezet”, aldus CDA-fractievoorzitter Frank Visser. “Tijdens het formatieproces is nauwelijks inhoudelijk politiek contact geweest tussen formerende en niet-formerende partijen. Ook de formateur heeft in onze ogen weinig contact gezocht met de oppositiepartijen.” Onafhankelijk Delft hekelt het gebrek aan transparantie van het proces, laat raadslid Liedewei Timmermans weten. Bram Stoop, fractievoorzitter van Hart voor Delft, spreekt van ‘één grote theatershow’. “De uitkomst stond al voor 90 procent vast. Dat Hart voor Delft van de 45 stembureaus bij 19 de grootste was interesseerde de informateur niet en zoals nu blijkt, de coalitiepartijen die hun mond vol hebben over samenwerking helaas ook niet.” De titel van het coalitieakkoord zou volgens Stoop dan ook een toevoeging moeten krijgen: “’Samen werken aan Delft, wanneer het ons uitkomt’. Want dit is helaas wat deze coalitiepartijen de laatste tijd hebben laten zien.” 

Verrijking akkoord
Dimitri van Rijn, fractievoorzitter van de VVD, ziet het coalitieakkoord als een ‘opendeurenakkoord dat tot stand is gekomen achter gesloten deuren’. Visser van de CDA zegt de coalitie kritisch, maar constructief te volgen. “Goede voorstellen verdienen natuurlijk instemming, maar dit akkoord heeft nog wat pit nodig. Wij hopen daar samen vorm en inhoud aan te kunnen geven.” De oppositiepartijen hopen dit te bereiken met het door hen gezamenlijk opgestelde vijfpuntenplan ‘De Delftenaar Centraal’. Van Rijn: “Dit coalitieakkoord schiet tekort. Als oppositie hebben wij daarom de koppen bij elkaar gestoken. Als stadsbrede oppositie staan wij middenin de samenleving en weten we wat er in de wijken speelt. Wij presenteren onze visie en concrete ideeën die Delft mooier, beter en sterker maken. Wij roepen op het coalitieakkoord te verrijken met deze ideeën en wensen, en deze te adresseren in de aankomende begroting.” Kyra Gremmen van Volt uit haar kritiek op het coalitieakkoord, omdat haar partij naar eigen zeggen geen inbreng heeft kunnen geven op de plannen. “Wij vonden echter wel verbinding met de oppositiepartijen. We liggen ver uit elkaar op het politieke spectrum, maar hebben elkaar toch weten te vinden. In de tijd dat de coalitie aan het formeren was, hebben wij laten zien dat we kunnen samenwerken op concrete punten, het daar ook op eens kunnen worden met elkaar en concessies kunnen doen. Wij hopen hiermee te laten zien dat een raadsakkoord in de toekomst meer dan mogelijk is als de coalitie deze uitgestoken hand gaat accepteren.”

Vijfpuntenplan
In het plan ‘De Delftenaar Centraal’ komen Delftse oppositiepartijen met gezamenlijke ideeën over vijf thema’s: in je eigen stad kunnen wonen, energiezuinig en klimaatadaptief Delft, wijken eerst, een bereikbaar Delft voor iedereen, en een betaalbaar Delft. De oppositie deelt de volgende concrete ideeën: “We staan voor kwalitatief goede sociale huurwoningen, we breiden het aantal woningen voor starters, jonge gezinnen en ouderen uit en stoppen met studentenhotels. We maken werk om van Delft een CO2-neutrale stad te maken die een storm kan weerstaan, we verduurzamen woningen, gemeentelijk vastgoed en gebruiken de in Delft aanwezige kennis en kunde. Met wijkbrede teams leveren wij zorg op maat voor Delftenaren, de wijkagent en handhaving is zichtbaarder, we pakken ondermijnende criminaliteit aan en kleine ondernemers krijgen de ruimte. Goede OV-voorzieningen tussen knooppunten in de stad en autogebruik blijft mogelijk voor wie het noodzaak is om daarmee aan de samenleving te kunnen deelnemen. Financieel behoedzaam beleid door slimme revolving voorzieningen, meer inkomsten uit royalties en meer middelen uit EU-fondsen en voorkomen dat Delftenaren in de schulden komen door lagere lasten.”

Uitgestoken hand
Lieke van Rossum, fractievoorzitter van de SP: “Geen woorden maar daden, dat is wat wij nu nodig hebben in Delft. En daarom hopen wij dat de coalitie ons vijfpuntenplan overneemt. Wij hebben als oppositie niet zo heel veel stemmen vanuit de coalitie erbij nodig om dit allemaal voor elkaar te krijgen, dat is het goede nieuws!” Gremmen: “Wij hopen dat de coalitie de daad bij het woord gaat voegen, de uitgestoken hand van de oppositie aanneemt en alle inwoners van Delft écht invloed geeft op hun eigen omgeving. Dat is wat samenwerken aan Delft voor ons betekent.” De coalitiepartijen uitten afgelopen woensdag tijdens het debat over het coalitieakkoord hun waardering voor het afgeleverde werk van de oppositiepartijen. Op 30 juni zal het vijfpuntenplan verder worden besproken in de gemeenteraad.

(In)formatie: Hoe had het ook gekund
De oppositiepartijen komen niet alleen met een vijfpuntenplan, maar ook met een gezamenlijke reflectie op het formatieproces en een alternatief hoe de (in)formatie ook had kunnen verlopen. De ondertekenaars van het stuk vinden het belangrijk dat het primaat bij de raad hoort te liggen bij de (in)formatie en niet slechts bij één politieke partij. Immers, de raad moet haar controlerende taak goed en continu kunnen uitoefenen en dat geldt in het bijzonder voor de oppositiepartijen. Van Rijn: “Hopelijk wordt dit alternatief na de volgende verkiezingen de basis voor een transparantere formatie dan zoals het nu is gegaan.”