Carel Fabritius (3)

Door Jeroen Stolk 

Hoewel Fabritius zijn plaats tussen de Hollandse meesters heeft veilig gesteld, zijn er niet meer dan vijftien doeken van de schilder bewaard gebleven. Reden voor dit geringe aantal is mogelijk de “Delftse donderslag”. Bij deze ramp zou het complete atelier van Fabritius verloren zijn gegaan. Onder de werken van Fabritius die bewaard zijn gebleven bevinden zich twee zelfportretten. 

Kruitramp
Voornoemde ramp vond plaats op 12 oktober 1654, kwart over tien in de ochtend. Carel was in zijn huis aan de Doelstraat bezig met het portret van de koster van de Oude Kerk. Behalve Carel zelf, koster Sijmon Decker, en leerling Matthijs Spoors, was ook zijn schoonmoeder in de woning aanwezig. De Doelstraat waar zij woonden was destijds gelegen ter hoogte van de Paardenmarkt. Op korte afstand van deze woning lag het ‘Secreet van Holland’, een geheime opslagplaats voor buskruit. Op het moment dat Carel de eerste streken verf op het doek zette, haalde Cornelis Soetens (beheerder van het kruithuis) een kruitmonster. Wat daarbij fout ging zal nooit duidelijk worden, maar een enorme ontploffing verwoeste grote delen van Delft.
Carel werd zwaargewond naar het Gasthuis overbracht, maar bezweek enkele uren later aan zijn verwondingen. Fabritius’ collega, vriend en buurman Egbert Lievensz. van der Poel overleefde de ramp maar verloor een dochter en raakte verder alles kwijt. Timmerman en kunstschilder Carel Pietersz. Fabritius werd op 14 oktober 1654 begraven in de Oude Kerk.

Bron: Scijlder tot Dellf,
uitgever: mijnbestseller.nl,
ISBN 9789463428576