Joop van Vliet in 2004 met de tastbare herinneringen aan zijn tijd op de Willem Barents
Joop van Vliet in 2004 met de tastbare herinneringen aan zijn tijd op de Willem Barents

Walvissen en Delft (6)

Algemeen

DELFT - Deze week het laatste deel over Delft en de walvisvaart.

Door Jeroen Stolk

In de eerder genoemde walvisrechten was nauwkeurig vastgelegd hoeveel eenheden walvis gevangen mochten worden. Men rekende in eenheden en niet in aantallen omdat de grootte van walvissen behoorlijk kon variëren. Ook werd in de rechten bepaald op welke soorten gejaagd mocht worden en onder welke voorwaarden. Zo mocht er bijvoorbeeld beslist niet gejaagd worden op zogende walvissen en hun kalf. Deze regels werden strikt nageleefd want aan boord bevonden zich twee regeringscontroleurs. Ook was er een zoöloog op het schip. Afgezien van genoemde controleurs bestond er tevens een broederschap van kapitein/harpoeniers. Wanneer één van hen regelmatig de fout in ging door bijvoorbeeld te kleine walvissen te vangen, werd hij zonder pardon uit de broederschap gezet en kwam vervolgens nooit meer aan de bak. Walvisvaarders van verschillende landen luisterden elkaar geregeld af in de hoop een graantje mee te kunnen pikken wanneer een kudde walvissen ontdekt werd. Veel informatie werd daarom gecodeerd verzonden. Gejaagd werd er in de wateren rond Antarctica. Op de voorsteven van walvisvaarders bevond zich het harpoenkanon. De harpoenier schoot een harpoen met een explosieve lading in de prooi. De harpoen was door middel van een lijn met het walvisschip verbonden. De walvisvaart kon soms wreed uitpakken wanneer de walvis bijvoorbeeld bij de staart geraakt werd. Het gewonde dier sloeg dan op de vlucht en moest met een tweede harpoen definitief gestopt worden. Omdat het uitgeputte dier weinig lucht in de longen over had bestond de kans dat het zou zinken. Om dit te voorkomen werd het met lucht geïnjecteerd. Men dacht sonar toe te kunnen passen bij het opsporen van kuddes walvissen. Helaas pakte dat anders uit doordat de golven die de sonar uitzond door de walvissen als een alarmkreet werd begrepen en de kudde er vandoor ging. De Willem Barentsz I deed van 1946 tot 1955 dienst en werd uiteindelijk in 1960 onder de naam Bloemendael verkocht aan Japan dat het slechts om het vangstquotum te doen was. Marconist aan boord was Joop van Vliet, geboren te Amsterdam, maar in de herfst van zijn leven woonachtig in Delft, de geboorteplaats van zijn vrouw. In zijn laatste levensjaar gaf hij een interview af over de walvisvaart dat in het boek “Delft anders bekeken” (2) werd opgenomen. Kort hierna overleed hij. 

Bron: Delft anders bekeken, deel 2, ISBN 9789463425254, uitgever: mijnbesteseller.nl