Cees van Velzen houdt zich nog steeds fit door middel van hardlopen én fietsen. (foto: Roel van Dorsten)
Cees van Velzen houdt zich nog steeds fit door middel van hardlopen én fietsen. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Cees van Velzen?

Algemeen

DEN HOORN - Cees van Velzen (72) speelde uitsluitend voor sv Den Hoorn, waarvan zo’n twaalf jaar in de hoofdmacht.

- Hoe gaat het met je?
‘Het gaat goed, we zijn de corona-tijd redelijk tot goed doorgekomen. Samen met mijn vrouw Hanny ben ik vaak op de Veluwe. Het is daar heerlijk om te fietsen, wat wij graag urenlang doen. Ik ben inmiddels gepensioneerd, maar ik heb in de internationale parallelhandel gewerkt. Wij verhandelden voornamelijk, bier, wijn en gedistilleerd naar het Verre Oosten en Zuid-Europa. Ik kan uren over dat werk vertellen, het is een leuke handel.’

Van Velzen begon in 1957 bij sv Den Hoorn: ‘Ik kan het nu wel vertellen, maar ik heb een jaartje gesmokkeld toen er naar mijn leeftijd gevraagd werd, ik was eigenlijk te jong. Het was toen nog RKSV Den Hoorn, dat RK stond voor Rooms Katholiek. Den Hoorn had in die tijd twee pupillenelftallen, want veel niet-rooms katholieke jongens uit het dorp voetbalden in Delft bij DHC of CSVD. De enige die niet blij was toen dat RK eraf ging was de pastoor, haha. In mijn juniorentijd werd er voornamelijk naar leeftijd ingedeeld, dus speelde ik niet altijd in de hoogste jeugdelftallen. We werden regelmatig kampioen, waardoor ik het mij als een leuke tijd herinner. Ik heb nooit de behoefte gehad om de vereniging te verlaten, ook omdat ik nooit door een andere club ben gevraagd.’

- Hoe was het in de senioren?
‘Ik kwam niet direct in het eerste elftal. Mijn eerste trainer in de senioren was Piet Halbe, hij stelde mij een paar keer op. Mijn echte doorbraak beleefde ik onder trainer Jan van der Velden. Dat vond ik heel bijzonder, want Jan had betaald voetbal bij DHC gespeeld. Ik kwam als jong broekie in een elftal met onder andere keeper Koos Grootscholten, ik keek huizenhoog tegen hem op. Koos was een beer van kerel, had lang haar en was volgens mij al een jaar of veertig. En ik speelde met Leo de Wit, Leo de Kok en Hans de Vreede, zij speelden ook al jaren in het eerste.’
‘Ik heb aan een aantal wedstrijden bijzondere herinneringen. Zo zal ik een thuiswedstrijd tegen Juventas nooit vergeten. We stonden een kwartier voor tijd met 1-3 achter, toen Simon de Kok erin kwam. Hij maakte in een mum van tijd drie doelpunten. Simon kon gelijk niet meer stuk en hij heeft jarenlang als rechtsbuiten in het eerste gestaan. Ook bijzonder was de enige keer dat ik kampioen ben geworden met Den Hoorn-één, in 1970. De laatste wedstrijd moesten wij winnen van G.S.C., maar speelden gelijk. Full Speed, de nummer twee, won wel, waardoor wij in het DHC-stadion een beslissingswedstrijd moesten spelen. Wij wonnen met 2-1. Het halve dorp stond op tilt, wij werden toegezongen alsof we de Europa Cup hadden gewonnen.’

- Wat voor speler was je?
‘Ik was geen technische voetballer, speelde als voorstopper of verdedigende  middenvelder. Was kopsterk en had een goede sliding. Ik maakte af en toe een doelpunt, waaronder de winnende tegen GDA-uit. Dat was voor mij bijzonder. Begin 1980 heb ik mijn scheenbeen gebroken. Ik was er negen maanden uit en toen was voor mij de lol er wel vanaf. Ik ben in een vriendenteam gaan voetballen.’

- Wat doe je nu nog?
‘Ik ben jaren geleden gaan hardlopen bij De Koplopers, dat doe ik nog steeds. Ik ben er ook zo’n twintig jaar trainer geweest. Ik heb talloze halve- en negen marathons gelopen, waaronder die van New York, Londen, Rotterdam, Den Haag en de wijnmarathon van Bordeaux. Wij wilden bewijzen dat hardlopen en wijndrinken prima samengaan. Met drie deelnames is dat goed gelukt, haha.’ (RvD)