Robin de Boer kocht tijdens de eerste lockdown een racefiets en maakt daar graag lange ritten mee. (foto: Roel van Dorsten)
Robin de Boer kocht tijdens de eerste lockdown een racefiets en maakt daar graag lange ritten mee. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Robin de Boer?

Algemeen

SCHIPLUIDEN - Robin de Boer (33) verhuist binnenkort naar Den Hoorn, maar zijn tweede huis staat in Tanthof.

- Hoe gaat het met je?
“Met mij en mijn vriendin Louise gaat het goed. Door corona is het natuurlijk een rare periode, maar qua gezondheid gaat het gelukkig goed, wij hebben geen klachten. Ja hoor, ik laat mij straks ook vaccineren, ik zou niet weten waarom niet. De afgelopen 10 maanden hebben wij bij mijn schoonmoeder gewoond, maar wij gaan binnenkort naar onze nieuwe woning in Den Hoorn verhuizen. Ik werk bij PortingXS, een bedrijf dat voor de telefoonmaatschappijen het proces van het nummerbehoud verzorgt. Door corona werk ik wel al vanaf maart grotendeels thuis.”

- Je bent bekend van Vitesse Delft, heb je daar altijd gespeeld?
“Ik ben bij Vitesse Delft begonnen, maar ik heb vanaf de D-jeugd twee-en-half jaar bij ADO gespeeld. In het derde seizoen kreeg ik te maken met een lange blessure, waarop ik bij ADO ben gestopt. Ik moet zeggen dat ik bij ADO een leuke tijd heb gehad met een leuke lichting. Zo heb ik samen gespeeld met Eljero Elia, Tim Krul en Wesley Verhoek. Vanaf de C-jeugd ben ik teruggekeerd naar Vitesse en daar heb ik geen moment spijt van gehad. In de jeugd een paar keer kampioen geworden of gepromoveerd, onder andere met de B1 en twee keer met de A1. Dat was onder leiding van trainer Robin Knoester, een hele goede trainer. In het laatste jaar in de A-jeugd dus gepromoveerd, maar in hetzelfde seizoen ook het kampioenschap van het tweede elftal en de promotie van het eerste naar de Hoofdklasse meegemaakt. Dat was met voetballers als Rudi Smit, Aldo Carta, Michael Righarts en Léon Braat.”
- Heb je nog meer hoogtepunten bij Vitesse meegemaakt?
“Een ander hoogtepunt was het kampioenschap van de Tweede Klasse in 2015. Dat was een kampioenschap dat ik super vet vond. Peter Klomp was als trainer terug bij Vitesse, maar in de eerste 5 wedstrijden haalden wij maar twee punten. Maar opeens ging het draaien en waren wij niet meer te stuiten. Ik was al een paar keer in de jeugd kampioen geworden, maar kampioen worden met het eerste elftal was gewoon fantastisch. Gek hoor, ik heb ook een aantal degradaties meegemaakt, maar de hoogtepunten blijven mij toch meer bij.”

- Wat voor type speler was je?
“Ik had het spel het liefst voor mij. Ik speelde vaak als verdedigende middenvelder of centraal achterin. Mijn functionele techniek was goed, rustig aan de bal.. Ik was niet de snelste, maar kon dat compenseren met mijn inzicht. Wel blessuregevoelig. Ik heb zo’n 140 wedstrijden in het eerste elftal gespeeld, maar dit hadden er meer moeten zijn. Had je net een lekkere serie gespeeld, schoot het weer in mijn hamstring. Ik heb vanaf mijn achttiende 12 jaar in de A-selectie gespeeld, maar toch wat afgetobd met blessures.”

- Wat maakt Vitesse bijzonder?
“Vitesse voelt als een tweede huis in het weekend. Het is een gezellige club. Voetballen met vrienden als Maarten Boek, Micha van Dasler en Dion de Lijser is het leukste wat er is. En ik vond het ook leuk om samen met mijn broer Ferdi te spelen. Natuurlijk met na afloop een biertje erbij.”

- Wat doe je nu nog?
“Ik voetbal nog met vrienden in het derde. Het derde is een mooi elftal met veel oud-eerste elftalspelers. Sinds september ligt dat stil, dat mis ik wel. Ik ben ook gaan fietsen, maak soms ritten van 100 kilometer. En ik heb Padel ontdekt. Dat is een combi van tennis én squash en redelijk verslavend.” (RvD)