René van der Kruit: “Een rol als vrijwilliger kan je heel wat brengen. Ik heb bij Vitesse Delft veel geleerd.” (tekst en foto: Roel van Dorsten)
René van der Kruit: “Een rol als vrijwilliger kan je heel wat brengen. Ik heb bij Vitesse Delft veel geleerd.” (tekst en foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met René van der Kruit?

Algemeen

DELFT - René van der Kruit (64) vond in de combinatie van sporten zijn levenswerk.

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat uitstekend, ik ben goed gezond. Ik ben gezegend met kwieke ouders, die onlangs 65 jaar getrouwd waren, en fijne kinderen, dat is heel mooi. Daarnaast is mijn werk mijn hobby. Met mijn bedrijf houden wij groepen bezig met internationale sporten en spelen. Met de corona-perikelen viel onze omzet weg, maar wij zijn direct op zoek gegaan naar alternatieven. Die hebben wij gevonden in de organisatie van techniek-evenementen speciaal voor het basis- en voortgezet onderwijs. Nu organiseren wij robotwedstrijden in Den Haag, Rotterdam, Delft en het Westland. Dat doen wij met diverse partners, zoals het Science Center en het Museon. Door dit werk hebben wij geen aanspraak hoeven te maken op de steun van de overheid. Dat hebben wij nooit gedaan, dus ook nu niet.”

Van der Kruit denkt met weemoed terug aan zijn periode bij Vitesse Delft: “Ik ben op de Middelweg begonnen. Ik weet nog dat ik in het C3-elftal speelde, dat was toen het 25ste jeugdelftal. Dat maak je nu niet meer mee. In de C3 beleefde ik direct het hoogtepunt van mijn hele voetbalcarrière, ik scoorde namelijk 9 keer in een wedstrijd tegen Laakkwartier. Na mijn jeugdtijd kwam ik wel direct in de A-selectie, maar niet in het eerste elftal. Ik heb toen besloten om ook een andere sport te gaan beoefenen, in mijn geval volleybal bij Skania (nu Kratos’08 - red.). Dat beviel zo goed, dat ik dat later ben blijven doen. Ook toen ik wel in het eerste elftal van CSVD kwam. Naast volleybal heb ik ook nog basketbal bij DAS gespeeld. Ik heb nooit kunnen kiezen, omdat ik alle sport leuk vond. Maar, als ik een goede partij bij de ene sport speelde, dan was het bij de andere niets. Twee keer pieken in het weekend, dat was teveel, haha. Op mijn 24ste kwam ik wel in het eerste elftal bij CSVD. Dat was onder de trainers Jan van den Akker en Wil Kwast. De gedrevenheid van Jan van den Akker maakte iets los bij mij, ik heb veel van hem geleerd. Ik zal die periode nooit vergeten, het was één groot feest. In die tijd combineerde ik het spelen in het eerste elftal ook nog met een functie in het bestuur. Ik was verantwoordelijk voor de activiteiten. Zo hebben wij actie gevoerd om Vitesse Delft, dat op twee verschillende locaties speelde, te herenigen. Daar was de politiek in Delft nog niet rijp voor. Eén van die acties die wij hebben uitgevoerd, was dat wij op de Markt het standbeeld van Hugo de Groot een Vitesse-shirt hebben aangetrokken. Stond ik samen met mijn vader ‘s nachts in een hoogwerker. Uiteindelijk leidde al die acties tot de hereniging van de club op sportpark Tanthof-zuid. In die tijd veel van mijn mede-bestuursleden Niek Praagman, Jaap Meijer en Jan Mensert geleerd. Jaap was ook de sleutelfiguur in het ontstaan van wat nu mijn bedrijf is, toen nog ‘Meijer en Vanderkruit’ geheten.”

- Terug naar het voetbal, wat voor type speler was je?
“Ik speelde linkshalf of linksbuiten, terwijl ik rechtsbenig was. Jan van den Akker heeft mij tweebenig gemaakt. Als ras-Vitessenaar heb ik mijn voetbalcarrière niet bij de club afgesloten, maar bij DHL-zaterdag. Daar speelde ik met mijn jeugdvrienden, omdat Vitesse halsstarrig geen vriendenteam wilde laten spelen. Dat leverde de rare situatie op dat ik bij DHL speelde, terwijl ik bij Vitesse in het bestuur zat.”

- Wat doe je nu nog?
“Mijn werk vraagt veel tijd, maar in mijn vrije tijd doe ik aan 3 verschillende sporten. Zo golf ik bij Midden-Delfland, zit ik op de racefiets in het Westland en doe ik aan Padel, dat is een mix van squash en tennis.” (RvD)