Bij Edward Lie-a-Sam, hier op de foto met zoon Leavy, stond plezier en het teambelang voorop. (Foto: Roel van Dorsten)
Bij Edward Lie-a-Sam, hier op de foto met zoon Leavy, stond plezier en het teambelang voorop. (Foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Edward Lie-a-Sam?

sport

DELFT - Edward Lie-a-Sam (48) voetbalde altijd voor de prestatie, maar het plezier stond voorop.

- Hoe gaat het met je?
"Los van een versleten heup gaat het goed, ook qua gezondheid gaat het goed. Dat geldt ook voor mijn vrouw Audrey en kinderen Skye en Leavy. Ik werk als Key Account Manager bij een wereldwijde speler, die diensten en persoonlijke beschermingsmiddelen levert, die bijdragen aan de veiligheid en gezondheid van medewerkers van bedrijven."

Edward begon pas op wat latere leeftijd met voetballen in verenigingsverband: "Ik voetbalde veel op straat, om precies te zijn in de Fretstraat in Tanthof. Op mijn elfde heb ik mij bij DHC aangemeld. Mijn eerste wedstrijd was een oefenwedstrijd in D5. In die wedstrijd scoorde ik een aantal keer, waardoor ik eerst in de D2 en later D1 kwam. Ik heb daarna alle hoogste jeugdelftallen bij DHC doorlopen. Met DHC C1 zelfs kampioen geworden, dat was onder trainer Jan Zwinkels en leider John Janszen. Ik heb bij DHC een fijne tijd gehad. Er waren altijd duidelijke regels, je mocht bijvoorbeeld geen grote mond hebben. Je kreeg veel opdrachten, maar ook de vrijheid om je acties te maken. Juist dat, die acties maken, zorgde ervoor dat je trots was om bij DHC te mogen spelen.
Met DHC A-regionaal ook de reis naar Canada meegemaakt. Wat een supertijd hebben we daar gehad. Ik herinner mij dat alles uitstekend geregeld was. Wij zaten als spelers bij gastgezinnen, dat waren hele gastvrije, vriendelijke mensen, die toch wel prestatiegericht waren. Heel leuk om mee te maken."

- Kwam je direct in het eerste?
"Niet direct. Het eerste seizoen in de senioren speelde ik in het tweede elftal, met af en toe een invalbeurt in het eerste. Vanaf het tweede seizoen in het eerste elftal gespeeld. Bij DHC heb ik de oefenwedstrijden tegen Feyenoord, PSV en het Nederlands Elftal meegemaakt. Wat heel bijzonder was, in een vol stadion spelen. Ik speelde onder anderen met Ronald van Leeuwen, Silvano Bellai, Michael Stet, René Lander, Eric Wolf, Maurice Bavelaar, Stephan 't Hart, Jeffrey Lang en Hayati Boyla.
Ik ben tot mijn 25ste bij DHC gebleven, toen ben ik naar Xerxes gegaan. Daar kreeg ik een onkostenvergoeding, wat enerzijds wel leuk was, maar er was daar ook een enorm haantjesgedrag. Daar kon ik slecht tegen, bij mij stond het teambelang voorop. Na 2 jaar Xerxes ben ik naar Neptunes gegaan. Neptunes had een leuk elftal, maar toch had ik het daar niet goed naar mijn zin. Na een seizoen vertrokken en naar het DVC van trainer Bram Rontberg gegaan. Mijn maatschappelijk carrière werd belangrijk, vandaar deze stap. Wel van de hoofdklasse naar de vierde klasse, wat een heel groot verschil bleek. Dat uitte zich in veel praten, tegen medespelers en de scheidsrechter. Ik pakte toen uit frustratie heel wat gele kaarten. Na één jaar DVC naar Wippolder gegaan, mede dankzij Egmond Blinker, die daar assistent van trainer John de Letter werd. Bij Wippolder, wat ook een fijne vereniging is, nog een paar mooie jaren gehad."

- Wat voor type speler was je?
"Ik was een technische speler, snel ook. Maar als ik nu terugkijk, ook makkelijk uit mijn spel te halen. Heel lang rechtsbuiten gespeeld, maar ook rechtshalf. Bij DHC nog in de spits gestaan, niet vanwege mijn scorend vermogen, maar meer voor het combinatiespel."

- Wat doe je nu nog?
"Ik fitness, maar moet wel om mijn heup denken. En ik train regelmatig één op één met mijn zoon Leavy, hij speelt bij RKDEO. Ik leer hem: "Eerst plezier, dan de prestatie!" (RvD)