Deen ruilde zijn voetbalschoenen in voor een tafeltennisbatje (Foto: Koos Bommelé)
Deen ruilde zijn voetbalschoenen in voor een tafeltennisbatje (Foto: Koos Bommelé) Foto: KOOS BOMMELE

'Hoe meer je traint, hoe sneller je groeit'

sport

DELFT - Delft barst van de sporttalenten die een belofte voor de toekomst zijn. Zo ook de 14-jarige Deen Rombouts. Voorheen voetballer, maar tegenwoordig fanatiek tafeltennisser.

Door Cheyenne Toetenel

Deen gaat dit jaar naar VWO4 op het Christelijk Lyceum Delft, waar hij de richting Economie en Maatschappij heeft gekozen. In zijn vrije tijd gamet hij zo nu en dan, maar de meeste uren besteedt hij aan tafeltennis. "Ik train zes keer per week, gemiddeld anderhalf tot twee uur."

Combinatie
Het tafeltennissen begon in groep 8. "In de school hing een flyer over een schooltoernooitje. Dat leek mij wel wat, dus besloot ik mij in te schrijven." De sport beoefende hij destijds nog náást het voetballen bij SEP, waar hij al sinds zijn derde jaar lid was. "Ik probeerde de twee sporten te combineren, totdat het niet meer lukte. De wedstrijden waren beide altijd op zaterdag, dus ik moest een keuze maken." Die keuze viel uiteindelijk op tafeltennis bij Tafeltennisvereniging DHC. "Dat vond ik nét iets leuker om te doen. Ik vond het vernieuwend en maakte deel uit van een gezellig team." De tafeltennisgekte sloeg al snel over op zijn familie. "Mijn zus schreef zich net na mij in bij DHC en inmiddels speelt ook mijn vader er. Je kunt dus stellen dat ik die passie een beetje heb aangewakkerd binnen het gezin!"

Rating
Wat Deen aantrekt, is het competitieve binnen de sport. "Je hebt veel wedstrijden en toernooien en werkt met een rating. Per wedstrijd krijg je een bepaald aantal punten bij winst en verlies, dus je moet goed blijven spelen om je rating omhoog te krijgen. Maar het is daarnaast fijn dat tafeltennis zo lekker snel gaat. En het is niet al te grof. Ook prettig, want ik ben niet de grootste of de sterkste!"

Reizen
Zijn tafeltennisavontuur begon Deen dus bij Tafeltennisvereniging DHC, maar inmiddels staat hij bij meerdere clubs ingeschreven. "Toen ik startte speelde ik competitie met DHC, maar op een gegeven moment werden mijn teamgenoten 18 en dus stroomden zij door naar de senioren. Ik speel bij DHC zo nu en dan wedstrijden mee met de senioren en heb er mijn vaste traindagen, maar ben ook competitie gaan spelen bij Gorinchem, in een team met jongens die ik al kende en hetzelfde niveau hebben als ik." Daarbij horen veel reisuren. "Elke vrijdag stap ik op de trein naar Gorinchem, waar ik twee uurtjes train. Dan heb ik het geluk dat ik bij een teamgenootje kan slapen voor de wedstrijd. Nou moet ik zeggen dat je binnen deze sport sowieso al veel reist. Relatief weinig Nederlanders tafeltennissen, dus als je een beetje hoog speelt moet je al snel naar Groningen. Het hele weekend ben ik weg, maar ik vind het leuk om te tafeltennissen en heb een goede band met de jongens. Al die reisuren heb ik er daarom wel voor over."

Snelheid
Deen speelt nu in de hoogste jeugdcompetitie van Nederland en is in het bezit van een A-licentie. Dit houdt in dat hij zich met de beste tafeltennissers van zijn leeftijdscategorie mag meten. Hoe hij zo sterk is geworden? "Door veel te trainen! Niet alleen in groepsverband, maar ook privé. De tips die ik tijdens zo'n privétraining krijg neem ik dan weer mee naar de gewone groepstraining." Deens kracht zit hem vooral in de snelheid. "Ik speel nu hoog, wat betekent dat mijn tegenstanders ouder zijn. Ik ben klein, dus op kracht ga ik het er niet van winnen. Des te belangrijk dat het goed zit met mijn snelheid."

Ambitie
Deen heeft al mooie prestaties geleverd en speelt nu op het hoogste jeugdniveau. Wat zijn ambities zijn? Dat vindt hij lastig om te zeggen. "De eredivisie moet sowieso wel kunnen. Dat klinkt misschien een beetje arrogant, maar de Nederlandse eredivisie is heel haalbaar. Als je écht goed wil worden, ga je in het buitenland spelen. Iedere vakantie heb ik ook toernooien en trainingskampen in bijvoorbeeld Denemarken, Roemenie en Frankrijk. Het grootste verschil tussen hier en daar is met name het niveau en hoe serieus de sport genomen wordt. In Azië is dat nog meer het geval. Daar zijn ze heel fanatiek en wordt op internaten soms acht uur per dag getraind." Of hij ooit in het buitenland zou willen spelen, weet Deen nog niet. "Je moet er natuurlijk veel voor doen en laten om echt hoog uit te komen. Ik denk dat ik mij eerst op school richt en dan zie ik wel waar het schip strandt. Ik speel de sport vooral omdat ik het zelf heel leuk vind, niet omdat ik er mijn beroep van wil maken."

Ken jij ook een jong sporttalent uit de regio, iemand die veelbelovend is voor de toekomst? Mail dan naar redactie@delftopzondag.nl en wie weet...!