Robert van der Zwan keek als voetballer verder dan het spelletje zelf en pas dat nu nog dagelijks toe. (Fotografie en tekst: Roel van Dorsten)
Robert van der Zwan keek als voetballer verder dan het spelletje zelf en pas dat nu nog dagelijks toe. (Fotografie en tekst: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Robert van der Zwan?

sport

DELFT - Robert van der Zwan (34) is vanaf zijn eerste schreden op het veld al een voetbaldier en past dat nu toe in zijn dagelijkse werk.

- Hoe gaat het met je?
"Ja goed. Ik heb geen last van corona, al werken mijn vrouw en ik allebei thuis sinds het begin. Ik ben vader van 3 zoons. Ik geef trainingen in communicatieve en persoonlijke vaardigheden. Ik koppel daar vaak het voetbal aan vast. Zoals een voetballer zich in de drukte vast kan lopen en daardoor de bal verliest, zo kan een persoon in het dagelijkse leven zich vastlopen en ook de controle verliezen. Ik ben zowel crisismanager als procesmanager. Bij de één probeer je de boel weer in beweging te krijgen, bij de ander probeer je de boel in beweging te houden."

- Wanneer ben je met voetballen begonnen?
"Dat was toen ik een jaar of 7 was. Ik voetbalde al veel op straat en had al snel door dat ik het leuk vond. Ik ben met mijn vader langs alle Delftse verenigingen geweest; het werd Full Speed. Daar heb ik tot de C-jeugd gespeeld, toen ben ik naar DHC vertrokken. In de jeugd hield ik mij al bezig met looplijnen en hoe wij als team onder de druk uit konden komen. Dat is wel dé link met mijn werk tegenwoordig. Dan zijn kijkgedrag, ruimtelijke oriëntatie en besluitvaardigheid kernbegrippen."
"Bij DHC heb ik in de C- en B-jeugd gespeeld, vanaf het moment dat ik naar de A-jeugd zou gaan, heb ik stap naar de senioren gemaakt. Ik was 17 jaar toen. Ik speelde onder andere met Rob Nooteboom, Kevin den Os, Bas Voogt en Nick Keijzer. De kampioenswedstrijd in de Tweede Klasse tegen Woerden zal ik nooit vergeten. In de eerste helft stonden wij stijf van de zenuwen. We konden toen niet goed met de spanning omgaan, het werd na een betere tweede helft toch nog 2-2. Het feest daarna is onvergetelijk. In het eerste elftal van DHC verloor ik echter mijn branie. Ton Jenner, mijn trainer in de B-jeugd, vond dat ik meer op mijzelf moest focussen dan op het team. Ik zat toen ook vaak op de stoel van de trainer, haha. Ik ben na DHC opnieuw naar Full Speed gegaan. Pierre van Zinnen was er trainer. Steven Suiker, Erik Nieuwenhout en Frank Verhaar, zo maar wat spelers die ik kan noemen. Bij Full Speed heb ik nog een promotie meegemaakt naar de Tweede Klasse."

- Toch zocht je het nog hogerop?
"Ja, ik heb nog twee jaar bij GDA gespeeld. Carlos Roeleveld was bij GDA trainer, hij is echt een winnaar. Ik mag dat wel, dat hele fanatieke. Hoewel misschien een iets lager niveau dan bij DHC, maar in Den Haag was er wel een bepaalde kwaliteit. Na die twee jaar ben ik weer naar Full Speed teruggegaan, ook omdat mijn broer Frank daar kwam spelen. We hadden toen ook een hele goede ploeg. Wij wonnen toen de eerste wedstrijd tegen Lisse met 9-3. Maar aan het eind van de rit stonden wij toch met lege handen, uitgerekend Lisse werd toen kampioen."

- Zou je geen voetbaltrainer willen worden? 
"Alleen op het allerhoogste niveau. Als ik een Derde Klasser moet trainen, ontploft binnen drie maanden de boel. Ik kan enorm van een trainer als Jürgen Klopp genieten. Hij analyseert tijdens de warming up de tegenstander al, ik vind dat prachtig. Ik heb altijd genoten van Xaví, Iniesta en Zidane, maar tegenwoordig ook van Frenkie de Jong. Hoe deze spelers een wedstrijd lézen, dat is echt geweldig."

- Wat doe je nu nog?
"Zaalvoetballen bij Schipluiden 2 en ik ben veel met VI Pro bezig. Dat gaat over verdieping, achtergrond en filosofie in het voetbal."