Peter Neeskens draagt DVC nog steeds een heel warm hart toe, ook al is hij nu actief bij de damesjeugd van DSVP. (foto: Roel van Dorsten)
Peter Neeskens draagt DVC nog steeds een heel warm hart toe, ook al is hij nu actief bij de damesjeugd van DSVP. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Peter Neeskens?

sport

PIJNACKER - Peter Neeskens (38) speelde op bijna alle posities in het eerste elftal van DVC.

Neeskens groeide op in de Wippolder. "Daar waren we met Daniël Dessens, Serge Kras en Maurice Gonlag altijd aan het voetballen. Je had daar van die zitbankjes die we als goaltjes gebruiken. Ondanks het feit dat Wippolder om de hoek lag, ging ik bij DVC voetballen. Mijn ouders waren er altijd, dus ik ben bijna op de bar geboren. Vanaf mijn vierde ging ik er spelen."

- Hoe was dat?
"Door mijn lengte deed ik altijd in een leeftijdscategorie hoger mee en zelfs daar was ik nog de langste. Het trouwboekje moest bij wijze van spreken mee, omdat scheidsrechters niet geloofden dat ik zo jong was. Ik speelde vaak twee wedstrijden in een weekend. In de C-jeugd, dus toen ik eigenlijk D-junior was, waren er geen elftallen meer. Daarop vertrok ik naar Vitesse Delft."

- Hoe beviel dat?
"Goed. Ik werd getraind door René Slegtenhorst en Jaap de Jong. Het was leuk, maar toen ik na twee jaar door Dennis Verhoeven of Jim Branderhorst benaderd werd of ik terug wilde komen, deed ik dat. Zo ging ik op mijn veertiende in de B-jeugd voetballen bij mijn cluppie DVC, ik was er immers altijd lid gebleven."

- Wanneer kwam je bij het eerste?
"Dat ging snel. Ik was veertien of net vijftien toen ik mijn debuut maakte. Niet veel later speelden we voor de Haagsche Courantcup tegen DSVP. Wij speelden in de vijfde klasse, zij in de derde. Er waren veel blessures, waardoor Bram Rontberg besloot me in de basis te zetten. Ik was zenuwachtig, maar we wonnen met 3-1 en ik scoorde er twee. Mijn avond kon niet meer stuk."

- Ging je nog verder in de jeugd?
"Ja, ik speelde vier wedstrijden in een weekend. Vaak viel ik zowel bij zaterdag als zondag 1 in en ik scoorde regelmatig. Na een jaar brak ik mijn scheenbeen. Na een revalidatie van langer dan een jaar, is het in voetballend opzicht nooit meer geworden wat het was. Ik kon alles met links en rechts, scoorde op mijn hoogtepunt vijftig goals in een seizoen, maar ik heb er nog lang last van gehad. Ik had angst in de duels en dan gaat het minder. Je gaat zwerven over het veld, er komen wat kilootjes bij en je gaat steeds een linie naar achter. Uiteindelijk ben ik veel te vroeg gestopt."

- Hoe oud was je?
"Een jaar of zesentwintig. Ik ben bij de KNVB gaan fluiten, maar stopte na drie jaar. Ik zat in groep drie, maar ondanks heel hoog gemiddelde promoveerde ik niet. Daarna vroeg DVC of ik jeugdvoorzitter wilde worden. Dat wilde ik wel, want ik heb met twee anderen de jeugd opgezet. In die periode als voorzitter groeide de periode onder begeleiding van veel vrijwilligers waaronder Hans de Bruijn en Peet van Drongelen uit naar zeventien teams. Toen ik terugtrad, ben ik assistent geworden van René Koetsenruyter bij het eerste. Na wat onenigheid met het bestuur ben ik halverwege opgestapt."

-Wat doe je nu nog?
"Gelukkig is dat akkefietje uitgesproken, dus ik kom nog regelmatig bij het eerste kijken. Afgelopen seizoen heb ik zelfs zes wedstrijden gekeept: ik zeg altijd 'voor een keeper ziet het er niet uit, maar voor een voetballer kan ik aardig keepen'. Toen ik er samen met Dennis Glasbergen instapte, hadden we nul punten. Dat werden er zes. Inmiddels voetballen mijn dochters bij DSVP en zit ik er voor het tweede jaar in de technische commissie voor de vrouwen en meisjes. Ook dat is heel leuk."