Henry Paradja speelde meer dan driehonderd wedstrijden voor Delft 1 en speelt nu in een prestatief vriendenteam. (foto: Roel van Dorsten)
Henry Paradja speelde meer dan driehonderd wedstrijden voor Delft 1 en speelt nu in een prestatief vriendenteam. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Henry Paradja?

sport

DELFT - Henry Paradja (38) beleefde collectieve en persoonlijke successen bij DVV Delft.

Paradja begon als vijfjarig jongetje op sportpark Kerkpolder. "We woonden er in de buurt, dus werd het Delft, Delfia of Full Speed. Mijn ouders kozen voor Delft. In de jeugd was ik geen hoogvlieger. In het begin zat ik altijd in het derde elftal van mijn lichting. Vanaf de C'tjes kwam ik in de selectie, bij Tim Steenks."

- Wanneer kwam je bij het eerste?
"Al als A-junior gingen Tim en ik mee met het eerste. We moesten oppassen dat we niet teveel wedstrijden zouden spelen, anders mochten we niet meer in de A-jeugd meedoen. Trainer Richard Middelkoop had vertrouwen in ons en zette de club van onderaf aan naar zijn hand."

- Met succes?
"Zeker, hij haalde ook jonge jongens als Wouter van Dam en Raymond Hoekman bij de selectie. We zaten al een aantal jaar vast in de vierde klasse, maar onder Richard promoveerden we via de nacompetitie. Op dat moment zag je al dat hij het ver zou gaan schoppen als trainer."

- Wie volgde hem op?
"Joop Hoornweg. Onder hem hadden we een seizoen waarin alles klopte en we kampioen werden. We hadden een ijzersterk elftal met de onpasseerbare Raymond van der Knaap, Tim Steenks, Reza Methöfer en George Stroomberg. Ook buiten het veld gingen we heel veel met elkaar om. Na de training bleven we tot laat in de kantine en in de weekends gingen we vaak twee avonden stappen. Als we de volgende dag een wedstrijd hadden, was dat geen probleem. Nu is dat anders. Pas waren we de dag na een feestje niet vooruit te branden."

- Wat waren jouw kwaliteiten?
"Als je naar het moderne voetbal kijkt, was ik een type-Wijnaldum of Van de Beek. Ik was een middenvelder met een groot loopvermogen en veel diepgang. Peter Pothof had de perfecte formule voor me bedacht. Hij liet me mijn gang gaan en wisselde me na een minuut of zeventig. In dat seizoen kreeg ik op het Hans Dorjee Voetbalgala de Gouden Schoen. Doordat ik zelden een wedstrijd uitspeelde, kon ik alles geven."

- Hoe was de sfeer?
"Erg goed. Vooral de trainingskampen waren legendarisch. Het gebeurde eens dat Gavin Luiten 's nachts op pad wilde met Elgar Halbe, maar hem niet wakker kreeg. Na een aantal keer proberen, stompte hij hem in zijn maag. Wat bleek? Hij had zich vergist, want het was niet Elgar, maar Pierre van Zinnen die wakker schrok. Verder gebeurde het ook wel dat Richard Middelkoop er op zondag achterkwam dat we op donderdagavond Chinees eten in zijn voetbalschoenen hadden gedaan."

- Bleven jullie zo succesvol?
"Ook onder Erwin Stoelinga werden we kampioen. Toen hadden we zo'n goed elftal. Ik speelde met Paul Etienne achter me, Tim Steenks en Oscar Laguna Burgos naast me en Laurens Sandell voor me in de spits. Vooraf waren er vraagtekens bij Erwins aanstelling, maar hij had heel goed door dat 'ie ons niet hoefde te leren voetballen, maar die goede voetballers vooral tevreden moest houden."

- Wanneer stopte je?
"Op enig moment kwam er nogal wat jongens van buitenaf. Dat waren heel goede voetballers, maar voor mij was de lol er wel een beetje af. Daarom ben ik in het vierde gaan voetballen, een vriendenteam. Dat is nu het tweede elftal met onder andere de gebroeders Van Hek, Brian Bel, Bob van Driel en Klaas van Balen. We spelen in de reserve eerste klasse en hebben een goede balans tussen prestatie en gezelligheid."