Jeroen Weeber maakte ruim twintig jaar deel uit van de SEP-selectie en traint nu nog elke vrijdagavond met zijn vrienden. (foto: Roel van Dorsten)
Jeroen Weeber maakte ruim twintig jaar deel uit van de SEP-selectie en traint nu nog elke vrijdagavond met zijn vrienden. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Jeroen Weeber?

sport

DELFT - Jeroen Weeber (48) ondervond in bijna twintig jaar selectievoetbal waar de 'P' voor staat in de naam SEP.

Weeber begon rond zijn achtste bij SEP. "Dat was niet de meest voor de hand liggende keuze, want we woonden in de componistenbuurt. Mijn twee broers voetbalden al aan de Brasserskade, dus de keuze was snel gemaakt. Later heb ik nog wel getwijfeld toen vriendjes uit de buurt vroegen of ik bij Delft wilde komen voetballen, maar dat heb ik niet gedaan."

- Hoe was het in de jeugd?
"Hartstikke leuk! Het was een kleine jeugdafdeling met in totaal volgens mij drie teams. Op zaterdag waren we de hele dag op de club om te voetballen. Het mooie is dat ik met onder andere Rob Staakman, Jaap Haak, Bram Beezemer, Ron van der Boon en Martin de Lange zowel in de jeugd als in het eerste elftal heb samengespeeld."

- Wist je al snel dat je talent had?
"Talent is een groot woord. In de jeugd had je een elftal waarin een aantal jongens een aardig balletje konden trappen en anderen minder. Ik was er eigenlijk nooit zo mee bezig, voetbalde voor mijn plezier. Wel vond ik het leuk dat Ton Scheer me in mijn tweede jaar bij de senioren bij het eerste haalde Die eerste jaren in de senioren waren vooral fysiek gezien nogal aanpoten."

- Met wie speelde je zoal samen?
"Met een aantal jongens dat ook uit de jeugd overkwam en mannen als Leo Boer, Michel Haak en Jack Altena. Zij schopten je tijdens de training alle kanten op; daardoor werden we harder. Verder was het bijzonder dat we zowel binnen als buiten het veld alles samen deden."

- Wat was je voor speler?
"In het begin een dynamische middenvelder, maar toen ik op mijn drieëntwintigste mijn knie- en kruisband verloor was het dynamische er wel af. Ik ging een linie naar achter en mijn inzicht ontwikkelde zich goed. Ik was geen man van de goal of listige steekpasses, maar zorgde dat iedereen op de juiste plek stond. Dat heb ik in het eerste tot mijn zevenendertigste volgehouden."

- Hoe ging het sportief gezien?
"Vooral wisselend. Het leuke was dat we altijd wel ergens om speelden: het kampioenschap of het ontlopen van degradatie. Voor mij persoonlijk was de eerste promotie naar de vierde klasse KNVB een hoogtepunt. Ook het kampioenschap in de zesde klasse was mooi. Die klasse werd opgeheven, waarna we met de kampioenen van de andere zesde klassen in een poule speelden. Die wonnen we, waardoor we direct doorstootten naar de vierde klasse. Dat was natuurlijk feest."
- Wanneer stopte je?
"Op mijn zevenendertigste. Dat laatste jaar bleef ik omdat mijn vriend Bram Beezemer trainer werd, maar eigenlijk was ik al een paar jaar op. Het leuke is dat mijn zoon Thijs nu met zijn zoon Aaron en met zoons van andere jongens met wie ik heb samengespeeld in het eerste speelt. Dat maakt SEP een bijzondere club."

- Wat heb je erna nog gedaan?
"Eerst hebben we nog met een aantal jongens een paar jaar in een vriendenteam gevoetbald, maar tegenwoordig trainen we alleen nog op vrijdagavond en drinken we daarna nog een biertje. Ook ben ik een jaar of zeven leider geweest bij mijn zoons. Thijs speelt nu in het eerste en Alex sluit komend seizoen bij de selectie aan. Zij worden komend seizoen getraind door Marcel de Letter. Dat vind ik mooi, want in mijn tijd was hij assistent onder Jan Etienne en later zelfs hoofdtrainer. Zij lieten ons over voetbal nadenken en dat kwam ons spel ten goede."