Aanvoerder Bouwe van der Poel heeft zich onder Martin de Graaf ontwikkelde tot een vaste kracht centraal achterin bij Ariston.
Aanvoerder Bouwe van der Poel heeft zich onder Martin de Graaf ontwikkelde tot een vaste kracht centraal achterin bij Ariston. "En ik ben van plan om er hier nog wel wat jaartjes aan vast te plakken. (foto: Roel van Dorsten)

Het moet wel erg raar lopen, wil Ariston '80 de titel mislopen

sport

DELFT - Het zijn gouden tijden voor Ariston '80. De vraag lijkt niet óf, maar wanneer de ploeg van Martin de Graaf kampioen wordt. Zaterdag kunnen de studenten rustig toekijken hoe minimaal één van de 'naaste' belagers punten gaat verspelen.

Door Alphons de Wit jr.

In de achttien wedstrijden die de studentenploeg dit seizoen speelde, werd gelijkgespeeld tegen Oliveo en verloren van Vredenburch. De overige duels werden alle in winst omgezet, wat -bijna vanzelfsprekend- geleid heeft tot de koppositie. Op dit moment bedraagt het gat met nummer 2 SEV tien punten, terwijl Zoetermeer de derde plaats bezet met dertien punten achterstand.

Lastige potjes
"Dat we zaterdag geen wedstrijd hebben, zie ik niet als iets vervelends", vertelt centrale verdediger Bouwe van der Poel. "Sterker nog: wat er ook gebeurt, één van die ploegen gaat punten verspelen. We hebben even zitten rekenen, daar zijn we goed in, en als Zoetermeer van SEV weet te winnen, zouden we op 13 april bij SEV uit kampioen kunnen worden. We rekenen ons echter nog niet rijk, want onder de zes wedstrijden die nog op het programma staan, zit nog wel een aantal lastige potjes."

Zo neemt Ariston het de komende drie wedstrijden op tussen de nummer 2 tot en met 4 van de competitie. Wedstrijden die eerder dit seizoen in Delfts voordeel werden beslist. "Maar vooral tegen SEV hebben we wel mazzel gehad met de weersomstandigheden. In de eerste helft hadden we voetballend niet heel veel in te brengen, maar hun keeper had nogal moeite met de wind, waardoor we uiteindelijk met 5-2 wonnen."
Afgelopen zondag won de ploeg van Van der Poel nog overtuigender: DVC werd met 11-0 verslagen. "Natuurlijk zijn dat soort potjes niet het leukst om te spelen, zeker niet als centrale verdediger. Van tevoren was eigenlijk wel duidelijk dat we zouden gaan winnen, maar de trainer heeft voorafgaand aan het duel vooral gehamerd op de manier waarop dat zou moeten gebeuren. Dat is wel belangrijk in de fase waarin we zitten, want als 'ie dat niet doet, sta je er straks in de zwaardere wedstrijden misschien ook niet."

De naam van trainer Martin de Graaf is gevallen. Van der Poel heeft een goede klik met hem. "Naast dat de trainer goede oefenstof aanbiedt, is hij ook bezig met de teamspirit. Zo dringt hij erop aan dat we na de trainingen samen een biertje drinken. Hij heeft ook vanaf het begin van het seizoen gehamerd op de laatste zes wedstrijden. Over twee weken begint die reeks en moeten we het laten zien."

Geen modderfiguur
De intrinsieke motivatie hiervoor is in de groep zeker aanwezig. "Want vorig seizoen hebben we in de derde klasse, ondanks de degradatie, zeker geen modderfiguur geslagen. Vaak speelden we goed, maar eindigden we toch met lege handen. Nu gaat het ons in een heel aantal wedstrijden wel heel makkelijk af. Dat klinkt misschien leuk, maar wat meer weerstand zou fijner zijn."
De 20-jarige student werktuigbouwkunde is bezig aan zijn tweede seizoen bij de studentenploeg. "Daarvoor speelde ik voor VVO uit Rozendaal bij Arnhem. Ik heb daar heel de jeugd gespeeld en ben in de B-junioren in het eerste elftal gekomen. Dat is toch leuk als jong jochie. Toen ik besloot om in Delft te gaan studeren, heb ik voor Ariston gekozen, omdat mijn broer hier al voetbalde. Vorig seizoen hebben we nog wat wedstrijden samengespeeld in het tweede elftal, maar nu is hij helaas gestopt."

Onder Martin de Graaf is de centrale verdediger een basiskracht. "Mijn rol daarin verschilt eigenlijk per wedstrijd en is afhankelijk van het type spits waarmee de tegenstander speelt. Ik speel centraal achterin met een grote sterke verdediger, terwijl ik wat sneller en wendbaarder ben. Als de tegenstander een sterke, minder beweeglijke spits heeft, krijg ik de kans om in te schuiven en dat bevalt me zelf wel beter dan alleen bij mijn tegenstander blijven. Verder is het wel zo dat ik in het tactische concept wel de bedoeling is dat ik sober speel: dat houdt in dat wanneer ik de bal heb, ik hem vaak direct bij een middenvelder moet inleveren. In wedstrijden zoals zaterdag, waarin je weinig te doen krijgt, is dat niet altijd leuk. Wat dat aangaat kijk ik uit naar de wedstrijden tegen SEV, Zoetermeer, Laakkwartier en TOGB die nog op het programma staan. Daar kijk ik wel naar uit, want het zal niet zo gemakkelijk gaan als de afgelopen weken."
Als Ariston nog drie van de komende zes wedstrijden wint, is de kans op een kampioenschap levensgroot. "Maar met het treffen van voorbereidingen zijn we momenteel helemaal nog niet bezig. We moeten, zoals de trainer altijd zegt, scherp blijven. Als ons dat lukt ben ik ervan overtuigd dat volgend jaar weer gewoon in de derde klasse spelen."