Tony Steenweg, van sleutelaar tot karter
Tony Steenweg, van sleutelaar tot karter

'De avond vooraf lag ik in bed nog een cilinder te polijsten…'

sport

DELFT – Hij begon met een snelle sport: tafeltennis. Maar uiteindelijk wilde Tony Steenweg iets waar je zelf nog meer bij betrokken bent, waar je buiten bent, waar je kunt sleutelen, waar je met een team een heel weekend onderweg bent: karten. Over voorverwarmde banden en verse spruitstukken.

Tekst & foto: Willem de Bie

Tony is veertien als hij op een woensdagmiddag voor het eerst naar clubhuis 'De Haven' in de Kethelstraat gaat.
"Het was een plek waar je dingen met je handen kon doen. Er was een groep die aan houtbewerking deed en dat lag mij wel. Ik heb daar mijn eerste gitaar gebouwd, althans iets wat er aardig op leek. Snaren kwamen er niet op, want die waren te duur".
Tony Steenweg groeit op in de Jacob Catsstraat, waar zijn vader een kledingbedrijf heeft. Hier maakten ze onder andere bedrijfskleding voor de toenmalige PTT.
"Dat waren van die strakke uniformen en niet te vergeten een soort capes, die waren erg populair bij de 'Kikkers', een van de groepen uit de jaren zestig. De tijd van de petticoats en de vetkuiven."
Steenweg gaat naar de Sasbout Vosmeerschool en krijgt daar een opleiding voor instrumentmaker, iets wat hem later nog goed van pas zou komen. In Rijswijk gaat hij zich daarna specialiseren in wat de 'fijn-metaal' heet. Totdat zijn broer met een kart thuis komt.
"Bart had contact met onder andere marktkramen-baas Frans Post en die was al enige tijd bezig met 4 x 4 auto's te rijden en te racen. Ook kwam er wel eens een kart voorbij. Mijn broer was er zo enthousiast over dat-ie er één had gekocht. En al snel lag ik er aan te sleutelen, gezien mijn kennis en kunde."
Waar je mee om gaat, wordt je mee besmet is hier zeker van toepassing:
"Ik vond 't geweldig die karts! Ik werkte toen net bij TNO en verdiende wat geld; en dus kocht ik er ook één".
Karting is een variant van de autosport waarbij men het tegen elkaar opneemt in kleine, vierwielige, speciaal voor dit doel gemaakte eenzits-voertuigen zonder carrosserie, de zogenaamde karts. Het essentiële van een kart is het ontbreken van een versnellingsbak. De starre achteras en het lage zwaartepunt zorgen voor een unieke wegligging en rijeigenschappen. Wedstrijden worden gehouden op speciale circuits die zowel indoor als outdoor kunnen zijn. Ondanks de relatief kleine afmetingen van zowel de voertuigen als de baan, kunnen er grote snelheden gehaald worden, tot boven de 100 kilometer per uur.
"Dat lijkt en is hard, maar je rijdt allemaal dezelfde kant op, dus echt gevaarlijk is het niet. Een enkele keer gebeurt er wel eens wat; ik ben eens zo hard uit de bocht gevlogen dat ik door de struiken in een slootje terecht kwam. Kart gewoon weer oppakken, starten en gaan."
Tony gaat racen bij de dichtstbijzijnde kartclub en dat is in de jaren zeventig Skelterclub Hoekse Waard in Strijen.
"Helaas, in die tijd was er niks dichterbij. Leuke club overigens, waar ik mooie jaren heb beleefd. Ik ben daar ook wedstrijdcommissaris geweest en organiseerde er toernooien en dergelijke."
Het karten wordt uiteindelijk een familieaangelegenheid, want ook de vrouw van Bart gaat karten. Tony's vrouw Eveline draagt haar steentje bij en zelfs zoon Ricardo stapt in een kart.
Hij is begonnen in de mini-junioren, dat is vanaf zes jaar. Hij deed het erg goed is zelfs een keer derde geworden bij een Nederlands Kampioenschap." Karten is een 'way of live', je moet er wat voor over hebben:
"Gedurende die jaren waren wij bijna elk weekend op pad, caravan achter de bus en op weg naar een locatie in het land. En het kost geld, ja. Ons vakantiegeld ging er in zitten en we werden gesponsord door onder andere Delfts Brouw. Toen die failliet gingen, hield het voor ons ook op. Neemt niet weg dat we mooie jaren hebben beleefd!"
Tony blijft wel organisatorisch bij de club en het karten betrokken en organiseert op een bepaald moment een tombola. Hoofdprijs: een kart. "Geloof het of niet, maar laat ik die nou winnen! Heeft drie maanden in mijn huiskamer gestaan, vonden ze thuis wat minder…"
Karten is een goede opstap naar het Formule rijden, zo weten we inmiddels.
"Max Verstappen heeft ook vele uren in een kart doorgebracht en hij weet dus fijntjes hoe je een tegenstander op het allerlaatste moment met een inhaalactie kan aftroeven. De lol van het karten is de snelheid, het proberen jezelf en de anderen te overtreffen en het samen als team op pad zijn. En altijd met de klok in de buurt: telkens proberen een ronde een-tiende van een seconde sneller te rijden. En daarna evalueren: wat ging goed, wat kan beter. Meten en weten."