Nico Nederpel had een prachtige tijd in het eerste van Full Speed en zet die voort bij de veteranen. (foto: Roel van Dorsten)
Nico Nederpel had een prachtige tijd in het eerste van Full Speed en zet die voort bij de veteranen. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Nico Nederpel?

sport

DELFT - Nico Nederpel (57) speelt al vijftig jaar voetbal met zijn beste vrienden.

Nederpel groeide op in de Wippolder. "En daar voetbalden we altijd. Er waren veel jongens in de buurt die bij BEC voetbalden, maar ik ging met Kees van den Bos mee naar Full Speed. Daar leerde ik Hans Turkenburg, Frans Hogervorst jr. en Marcel Besse kennen."

- Beviel dat?
"Absoluut, we waren als team niet makkelijk, maar tot de B-jeugd hielden leiders Hennie van der Zande en Jan van Os ons er goed onder. Inmiddels voetbalden we in de Hopstraat, omdat de gebroeders Verhaar in de Oranjestraat woonden. Dan trokken we wat stenen uit de straat en speelden we stenenvoetbal."

- En in de B-jeugd?
"Toen werd Rokus Hogervorst, een geweldige man en vader van Frans, onze leider. In die tijd zaten we 's avonds vaak bij André Rust senior. Ook legendarisch waren de jaarlijkse uitstapjes naar Oostenrijk en Zwitserland. De ouders waren ook mee. Dan had je daar een feesttent met van die lange banken waar we met zijn allen waren en moesten wij eerder terug naar het hotel. Op de terugweg stond een man zijn terras heel netjes klaar te zetten voor de volgende dag. Wij richtten het dan wat anders in, zodat de ouders even later ons spoor konden volgen om terug bij het hotel te komen. We sloopten nooit iets, maar ik denk niet dat die man van het terras erg blij met ons was."

- En toen naar de senioren...
"Ja, Wim Tetteroo was trainer en ik begon in het derde met wat oudere spelers als Leo Bremer en Mick Brandwijk. Ik leerde daar ontzettend veel en het jaar erna haalde 'ouwe' Frans Hogervorst me bij het eerste elftal. Zijn trainingen sloegen vaak nergens op, maar we gingen door het vuur. Ik weet nog dat we eens een draak van een eerste helft speelden en we dachten dat we in de rust op onze kop zouden krijgen. Stond 'ie daar een kwartier moppen te tappen! In de tweede helft ging het stukken beter."

- Hoe ging het op sportief vlak?
"Heel goed. Ik ben zelf nooit kampioen geworden, maar we deden altijd bovenin mee. We hadden als elftal een dijk van een mentaliteit en waren ervan overtuigd dat we elke wedstrijd zouden winnen; wat ook meestal gebeurde. We kenden onze sterktes en zwaktes en wisten bij wie we de bal moesten inleveren als we hem veroverd hadden. Ik speelde met John van Vliet centraal achterin en we waren hard, maar wel fair. Van Leen Steijgers vader begreep ik dat het duo Flips-Steijger, dat bij Concordia altijd erg vaak scoorde nooit blij was om tegen ons te spelen."
- Wat doe je nu nog?
"Nadat ik stopte bij het eerste elftal, ben ik in lagere elftallen gaan spelen en heb ik vooral mijn dochter gevolgd, die bij de jeugdselecties van Oranje heeft gevoetbald. Ik zit samen met Ronald Verhaar, Michael van der Pot en Marcel Besse in het bestuur van de Vrienden van Full Speed. Voetballen doe ik ook nog steeds met dezelfde jongens als vroeger en het is een heerlijke vorm van ontspanning. Het mooie is dat je ook tegen Delftse ploegen speelt waartegen je vroeger ook speelde. Binnen de lijnen is het fanatiek, maar het biertje na afloop is altijd gezellig. Ook gaan we nog regelmatig weekends weg. Een tijdje geleden stond John van Vliet erop een sjoelbak mee te nemen. Peet Kouwenhoven wist dat en zaagde de latjes tussen de scorevakjes door, zodat het altijd prijs was. Dat was natuurlijk hilarisch. Maar ook als er iemand ernstig ziek is, wat helaas ook is gebeurd, steunen we elkaar door dik en dun. We zijn vrienden voor het leven."