DHC in 2010 bij de promotie naar de hoofdklasse. Clubjongens als Richard Staakman, Frank de Haan, Laurens Kok en Joren en Tidde Tromp feliciteren Jeffrey Jongeneelen met zijn bevrijdende goal. (foto: Roel van Dorsten)
DHC in 2010 bij de promotie naar de hoofdklasse. Clubjongens als Richard Staakman, Frank de Haan, Laurens Kok en Joren en Tidde Tromp feliciteren Jeffrey Jongeneelen met zijn bevrijdende goal. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Oud-sterkhouders treuren om degradatie DHC, maar zien ook kansen

sport

DELFT - DHC is in rouw gedompeld. Afgelopen weekend werd in Heesch de eerste ronde van de nacompetitie om lijfsbehoud met 3-1 verloren. Daardoor speelt de ploeg van trainer Rob de Lange komend seizoen in de eerste klasse.

Dat terwijl de stadionclub enkele decennia geleden de trots van Delft was. Onder trainer Guus Haak en voorzitter Jan Dijkman werden de successen aaneengeschakeld. Wanneer een speler toe was aan een volgende stap in zijn carrière of het voor gezien hield, had de club een florerende jeugdopleiding waaruit geput kon worden. Om nog maar te zwijgen van het tweede tot en met het vierde elftal, waarvan vrijwel elke speler bij een andere Delftse club verzekerd zou zijn van een basisplaats. Er werden drie kampioenschappen in hoofdklasse, het toen nog hoogste amateurniveau, gevierd. Zelfs Ajax droop na een 2-3 overwinning aan de Brasserskade schoorvoetend af, wetende dat de wedstrijd geen vijf minuten langer had mogen duren of de Delftenaren zouden door bekeren.

Van dit roemruchte verleden is aan de muren van de kantine nog van alles terug te vinden. Op het veld zien we er echter nog maar weinig van. Het eerste elftal degradeerde, het tweede elftal werd uit de competitie gehaald, omdat het tweemaal niet genoeg spelers op de been wist te brengen en de A-junioren mogen via de nacompetitie proberen degradatie af te wenden.
De degradatie naar de eerste klasse laat Peter Biemans, eind jaren zestig en een groot deel van de jaren zeventig goed voor honderdzestig wedstrijden in het eerste elftal, niet koud. "Dit raakt me. Ik vind het triest dat dit met de club gebeurt, maar het komt niet helemaal onverwachts. Maar wat kan je verwachten als je maar van alles binnenhaalt wat een hoop geld kost. DHC is mijn club, nog steeds, maar uit onvrede met de gevaren koers heb ik mijn lidmaatschap opgezegd. Ik hoop dat de club niet eindigt als Tonegido of RVC, ook roemruchte namen uit het verleden."

Hoe verklaart Biemans de degradatie? "Daar kan ik moeilijk over oordelen, omdat ik er al een tijd niet meer kom kijken, maar ik heb het idee dat de club al jaren stuurloos is en dat de macht bij de centen zit. Verder denk ik dat het tijd is voor wat vers bloed in de leiding. Ik vind trainer Rob de Lange een ontzettend aardige vent, dus niets ten nadele van hem. Maar hij heeft de club in tien jaar niet verder weten te brengen, sterker nog: de club staat weer op hetzelfde niveau als toen hij aantrad."
Eén oplossing ziet Biemans dus in een frisse wind op het trainersgebied. "Maar je kunt ook terugkeren naar je basis. Gewoon met eigen jongens verder gaan, daar zijn we in onze tijd ook ver mee gekomen. Er waren er maar weinigen die van andere verenigingen durfden te komen, want het niveau was zo hoog. Daarnaast ben ik van mening dat bepaalde mensen minder macht moeten krijgen. Hopelijk komt de club er zo weer bovenop en als bepaalde mensen vertrekken, word ik misschien ook wel weer lid."

Ook Leo Rontberg, die 183 wedstrijden in de hoofdmacht speelde, maakt zich zorgen om zijn club. "Ik volg de club altijd, kom nog weleens kijken en spreek met regelmaat oud-spelers over de club. Wat dat aangaat kwam de degradatie niet als een volslagen verrassing. Een club met de naam en faam van DHC hoort op het hoogste podium te spelen, dus de degradatie is vreselijk jammer. Aan de andere kant denk ik wel dat je je moet afvragen waar je gelukkiger van wordt: Vind je het leuk om minstens twee uur in de bus te zitten om voor een handvol mensen een uitwedstrijd te spelen, of speel je liever een niveautje lager tegen clubs uit de regio met hun aanhang?" Natuurlijk ga je als club voor het hoogste, maar dan moet je wel een brede basis hebben. Met zestien man maak je geen seizoen af en als je het afmaakt, dan speel je geen rol van betekenis, daar heb je minstens tweeëntwintig spelers voor nodig.

Rontberg vindt het geen probleem een stapje terug te doen. "Dan kun je opnieuw gaan bouwen. Maar dan moet je ook durven te vernieuwen. Dat betekent in mijn visie dat je een andere trainer voor de groep moet zetten en het eerste en tweede elftal samen moet laten trainen. Daar leren de spelers die eraan komen meer van dan dat wanneer ze op een bijveld lopen. Bouw aan een A-selectie! Dan weet je wat elkaars kwaliteiten zijn, mocht een speler invallen én de motivatie om tot het uiterste te gaan wordt alleen maar groter. Er moet een frisse wind gaan waaien. DHC moet verder, want wat gebeurd is, is gebeurd."
Ook in de eerste klasse kunnen de DHC'ers hun borst nat maken. "De entourage voor veel tegenstanders zal indrukwekkend zijn als ze het stadion binnen komen. Die zullen dus zeer gemotiveerd zijn. Dan moet je goed voor de dag komen en erop voorbereid zijn. Guus Haak zei bij elke wedstrijd tegen ons dat als je niet dezelfde inzet als je tegenstander hebt, je het lastig krijgt. Dat zal nu niet anders zijn, want iedereen wil winnen van een club met de naam en faam van DHC."