Het direct scoren als nemer van hoekschoppen was één van Frans van Velzens veelbesproken kwaliteiten. (foto: Roel van Dorsten)
Het direct scoren als nemer van hoekschoppen was één van Frans van Velzens veelbesproken kwaliteiten. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Alphons de Wit

Hoe gaat het met Frans van Velzen?

sport

DEN HOORN - Frans van Velzen (68) ging op relatief late leeftijd in clubverband voetballen, maar had de smaak meteen te pakken.

Als jonge jongen trok de bal Van Velzen ook al. "Op de IJsbaan voetbalde ik altijd met jongens, onder wie ook Harry van Veen. Rond mijn veertiende overwoog ik lid te worden van DHC; ik had de kleren al klaarliggen, maar durfde blijkbaar niet."

- Waarom ging je uiteindelijk toch voetballen?
"Mijn zwager Peet den Os speelde in het eerste van BEC en door hem ben ik op negentienjarige leeftijd ook gaan voetballen. Ik heb weleens spijt dat ik niet veel eerder ben begonnen, want die prachtige tijd vloog voorbij. Ik begon in het vierde met een oefenwedstrijd in Maasland, speelde een week later in het derde en na zeven wedstrijden werd ik bij het eerste geroepen. Ik maakte indruk, want in dat eerste seizoen werd ik uitgenodigd voor het Delfts elftal."

- Met wie speelde je daar zoal samen?
"Met echte BEC-coryfeeën als Jan Olsthoorn, Gijs Gagesteijn, Theo Bosman, Peet den Os, Cor van Rossum en Ton Verhoeven. We hadden een goed elftal en werden in die tijd twee keer kampioen. Vooral de eerste keer heeft heel veel indruk op me gemaakt."

- Wat waren je belangrijkste kwaliteiten?
"Ik was een snelle linksbuiten die het net makkelijk wist te vinden. Dat viel snel op en zorgde ervoor dat trainer Klemmenhof me zo snel bij het eerste elftal haalde. Daar werd ik al snel in de groep opgenomen, want als je scoort, zijn ze blij met je."

- Hoe was de sfeer verder?
"Fantastisch, we hadden een ontzettend leuke groep en ook de dames waren er altijd bij en konden het goed met elkaar vinden. Ik heb er tien jaar gespeeld, maar in de tussentijd heb ik het ook één dag bij DHL en één dag bij DVC geprobeerd. Dat beviel zo goed, dat ik een dag later dus weer bij BEC zat."

- Toch vertrok je?
"Ja, op enig moment had ik wat onenigheid met de trainer en vroeg Martin Stoelinga: 'Waarom kom je niet bij mij voetballen?'. Ik maakte de overstap naar Wippolder, eenzelfde soort vereniging als BEC. Daar speelde ik met onder anderen Koos van der Burg, Hans Zwartjens, Rob van der Wees, Hans de Ruijter, Leon van Heijst, Chris Treling, Benno Ouwersloot en de gebroeders Mol. Ik heb er vijf prachtige jaren gekend. Martin wist samen met elftalleider Dirk van Oostrom voor een goede sfeer te zorgen. Daarnaast werden we in die tijd twee keer kampioen."

- Wat deed je verder nog?
"Ik voetbalde in de zaal bij FC Henkie en deed mee aan het bedrijvenvoetbal voor autobedrijf Van Oosten en Café de Nieuwe Prins. In het begin was dat heel gemoedelijk, maar gedurende de jaren ging het er steeds feller aan toe. Het was heerlijk om te doen. Ik weet nog dat ik eens een wedstrijd speelde en mijn tegenstander het zat was om met me mee te lopen. Hij zei: 'Weet je wat jij moet doen? Je moet naar Duindigt!'. Twee minuten later liep ik hem voorbij en schoot ik de bal strak in de kruising. Ik zei: 'Zag je dat? Zo doen we dat op Duindigt!'."

- Wat herinner je je het best?
"Dat we in Zeist Nederlands kampioen van de onderbonden werden met Wippolder. Dat was tevens mijn laatste wedstrijd in het eerste. Erna ben ik gestopt, omdat ik mijn eigen bedrijf startte. Ik had een wedkantoor, daarom was ik vanaf dat moment vooral op en om de renbaan te vinden. Ik ben dus toch naar Duindigt gegaan..."