Delft, twintig jaar geleden

DELFT - Twintig jaar geleden zagen de wereld en Delft er anders uit. Delft op Zondag blikt wekelijks terug op de editie van deze krant van twintig jaar geleden.

De krant opende die week met het nieuws dat in Buurthuis Olof drie keer een inloopcafé is georganiseerd door mensen die langdurig een beroep moeten doen op geestelijke gezondheidszorg.
Verderop in de krant een verhaaltje over de Minderbroerstraat. Volgens de auteur van het stuk bevindt zich in de straat een deur die naar een 'atoomkelder' leidt. In de tijd van de Koude Oorlog moest namelijk in elke gemeente een schuilkelder zijn voor het geval 'de bom' valt. In deze schuilkelder was echter slechts plek voor enkele mensen. 'Het laat zich raden wie van de Hoge Heren er het eerst een goed fall-out-vrij heenkomen zou zoeken', schrijft de auteur. Die uit zich ook later in het artikel kritisch, bij het beschrijven van een verpauperde speelplek met welgeteld één wipkip. De plek wordt vooral bezocht door 'de lieve jeugd' die loopt te 'donderjagen' en de politie die hier op haar beurt weer op afkomt.
De veertien leden van de seniorenkegelvereniging T.O.P. luidden de noodklok. Hun lichtste wedstrijdbal, waar de alleroudste leden graag gebruik van maken, is beschadigd. Ze hebben 'm nog wel 'provisorisch opgekalefaterd', vertelt 'kleine Mien', maar dat zal niet lang meer goed gaan. Het gevolg kan zijn dat oudere kegelaars door duimblessures straks alleen nog kunnen toekijken. Lezers van Delft op Zondag worden opgeroepen de kegelaars aan een nieuwe lichte bal te helpen. Het mag ook een tweedehandsje zijn.
Het College stelt de gemeenteraad voor om bij de keerlus aan de Oude Langendijk een kunstwerk te plaatsen: Het Blauwe Hart ontworpen door de Arnhemse kunstenaar Marcel Smink.
Een kilo tomaten kostte 2 gulden 50, voor een Fissler snelkookpan moest 199 gulden worden neergelegd.