Thorwald de Roo komt nog steeds regelmatig bij Fortuna, waar zijn zoon momenteel in de A1 speelt. (foto: Koos Bommelé)
Thorwald de Roo komt nog steeds regelmatig bij Fortuna, waar zijn zoon momenteel in de A1 speelt. (foto: Koos Bommelé) Foto: Koos Bommelé

Oud-korfballer Thorwald de Roo blikt terug

sport

DELFT – Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week doen we dat met korfballer Thorwald de Roo.

Door: Jesper Neeleman

De 50-jarige Delftenaar groeide op bij Fortuna. Zijn zus en broer korfbalden er. Als 6-jarig jochie wilde hij graag voetballen. "Maar dat vonden mijn ouders een minder goed idee. Ook logistiek was het handiger als ik op korfbal ging", vertelt Thorwald de Roo. Geen probleem, vond hij. "Korfbal bleek ook heel leuk." Toen hij de sport voor het eerst beoefende, was Fortuna net verhuisd van Sportpark Biesland naar de plek waar het nu zit, aan de Schoemakerstraat. "Wat me vooral is bijgebleven aan die tijd was de gezelligheid. We hadden met leeftijdsgenoten een grote vriendenclub. Korfbal is weliswaar een gemengde sport, maar je had wel een duidelijke splitsing tussen de jongens en de meiden. En ik was dus veel met de jongens op pad. Dag en nacht waren we samen. Om te korfballen, maar we gingen ook tafeltennissen of voetballen bij de TU Delft. Later kwam het stappen."

Debuut
Dat deden de jongens ook op de avond voor zijn velddebuut in het eerste. "Toen waren we de avond ervoor naar Amsterdam gegaan. Heel gezellig. Maar het werd ook heel laat. Ik stond daarom de volgende dag niet echt fris in het veld. Zodoende leerde ik al vroeg dat dit niet erg handig is. In de jaren die volgden was ik altijd wel gedisciplineerd."

Als 17-jarig jongetje speelde hij plots met oude mannen en grote namen waar hij al jaren tegenop keek. Zij spraken onder de douche over hun kinderen, terwijl Thorwald de Roo zich zelf nog een kind voelde. "Ik stond plots in één vak met Hans Heemskerk", weet hij nog. "Hij was jarenlang mijn trainer geweest in de jeugd. Ik heb veel van hem geleerd en keek absoluut tegen hem op. Hij deed in het veld soms dingen, zó knap. Dan stond ik daar meer als toeschouwer naar te kijken. Stond ik haast te klappen en dacht ik plots: Oh ja, ik moet zelf ook nog meedoen."

Lekker plekje
Ook mannen als Arno Preuninger en Hans de Lijser genoten zijn respect. "Hans de Lijser was een mooie man. Iemand die zich nergens druk om maakte. Hij was toen veel ouder dan ik was, hij had m'n vader kunnen zijn. Ik weet nog dat hij in de zaal vanaf een plek schoot en de bal de korf uitdraaide. Vervolgens haalde hij een stuk kauwgom uit z'n mond en plakte dit op de grond. 'Een lekker plekje. Die moet ik onthouden', zei hij dan." Thorwald de Roo werd goed opgevangen door de gevestigde orde. "Anderzijds moest ik me natuurlijk wel bewijzen. En zo hoort het ook."

Met succes. "Ik was fanatiek en redelijk talentvol." Hij speelde tot zijn dertigste in de hoofdmacht van Fortuna, maar maakte tussendoor – samen met zijn vrouw - nog wel een drie jaar durend uitstapje naar HKV/Ons Eibernest in Den Haag, toen hij na een trainerswissel bij Fortuna op een zijspoor was beland. "Het was een prima club, maar m'n hart lag toch bij Fortuna", blikt hij terug. "Wat ook wel raar was, was dat ik in die tijd opeens moest spelen tegen die club die ik van A tot Z kende. Ons Eibernest is verder meer een volksvereniging – en dat is prima. Maar Fortuna is dat iets minder, dus dat paste beter bij ons."

Kippenvel
Hoogtepunt van zijn carrière was de finale om het Nederlands Kampioenschap in Ahoy, tegen Deetos. "We werden die dag, met zo'n zevenduizend toeschouwers op de tribune, kampioen van Nederland. Daar heb ik natuurlijk mooie herinneringen aan. Toen ik daar op die vloer stond, kreeg ik wel kippenvel en koude rillingen. Maar, met alle respect: het is korfbal. En hoewel velen hun best doen er een professionele sport van te maken: dat gaat natuurlijk niet lukken. Het wordt nooit een mondiale sport en het zal altijd een amateursport blijven. Waarom? Het is als kijksport gewoon niet interessant genoeg, denk ik. Als je mensen vraagt wat ze ervan vinden, reageren de meesten met opmerkingen over mandjebal en dat ze het toch alleen maar in Nederland en België spelen. En zo is het ook. Hou het daarom gewoon bij het kneuterige, vind ik."

Thorwald de Roo en zijn ploeggenoten mochten na het winnen van de landstitel in Portugal strijden voor de Europacup tegen – u raadt het al – een Belgische opponent. "We hadden een goede sponsor, dus gingen we daar met een vliegtuig naartoe. Alles was prima verzorgd. Van de honderd keer wint de Nederlandse ploeg negenennegentig keer die finale en die ene keer lukt het niet. Dat waren wij, dus. Dus schreven we ook die dag korfbalhistorie."