Huizenmarkt nog lang niet terug op niveau 2008

Algemeen

DELFT - Kijkend naar de ontwikkeling op de woningmarkt, dan zou er weer sprake kunnen zijn van een bol staande markt.

De gekte op de Nederlandse huizenmarkt is weer helemaal terug. Toch is de landelijke huizenmarkt nog lang niet terug op het niveau van 2008. De belangrijkste verschillen tussen de huidige huizenmarkt en de situatie in 2008 kunnen als volgt worden weergegeven. Volgens de huizenprijsindex van het CBS waren de huizenprijzen in september 2008 bijna 5 procent hoger dan het niveau van september dit jaar. Hierbij is het effect van inflatie nog buiten beschouwing gelaten. Hoewel in 2008 de verkooprecords elkaar in rap tempo opvolgden, vertoonde de huizenmarkt toen al tekenen van verval. De prijzen waren zo hoog, en het aanbod zo schaars, dat er nog maar weinig woningen werden verkocht. In het derde kwartaal van 2008 werden er slechts 48.000 woningen verkocht. Terwijl in een vergelijkbare periode dit jaar, ruim 61.000 woningen van eigenaar wisselden. Een ander belangrijk verschil met 2008 is, dat de huizen zo gemiddeld genomen nu nog steeds prima betaalbaar zijn. Door de lage rente is de huizenkoper minder van zijn of haar netto-inkomen aan maandlasten kwijt. Huizen zijn duur, maar toch betaalbaar. Uiteraard geldt dit niet voor de grote steden want, daar zijn de huisprijzen zo langzamerhand wel degelijk onbetaalbaar. Om het verschil tussen de grote steden en de landelijke prijsontwikkeling inzichtelijk te maken, geeft het verschil in de gemiddelde huizenprijs-ontwikkeling een aardig beeld. Zo is de gemiddelde koopwoning in de grote steden 51 procent hoger dan bijvoorbeeld die in het oosten van het land. In 2008 was dat verschil 26 procent. Kortom de gekte op de huizenmarkt is eerder een grootstedelijk- dan een nationaal verschijnsel. (bron: Kadasterdata)