Je moet even zoeken voor je het kunstwerk vindt... (Foto: EvE)
Je moet even zoeken voor je het kunstwerk vindt... (Foto: EvE)

Laag eerbetoon aan een aardse dichter

kijk op de wijk

Veel Delftse kunstwerken liggen enigszins verborgen. Soms kijk je er letterlijk overheen.

Dat is al snel het geval met het kunstwerk dat te vinden is aan de Aart van der Leeuwlaan, naast het voormalig verzorgingshuis Abtswoude. Het betreft een lage bank van beton en hardsteen, met daarop een aantal dichtregels van de Delftse dichter Hubert Korneliszn. Poot. (1689-1733). Hubert was een boer uit Abtswoude. Maar bepaald ongeletterd was hij niet. Zijn werk bevat veel toespelingen op klassieke auteurs, wat betekent dat hij toch een behoorlijke algemene ontwikkeling gehad moet hebben. Hij begon als gelegenheidsdichter, wat hem toch een zekere bekendheid gaf. Hij werd zelfs opgenomen in de Delftse artistiek-intellectuele vriendenkring. Poot's eerste dichtbundel 'Mengeldichte' verscheen in 1716, met daarin het ontroerende gedicht over de dood van zijn dochtertje:

Jacoba trad met tegenzin
Ter snode werelt in
En heeft zich aan het endt geschreit
In haere onnozelheit.

Maar ook de erotische verzen uit deze bundel werden behoorlijk populair. Poot overleed in 1733 aan een nierziekte en werd begraven in de Oude Kerk. Dichter Gerrit van de Linde, beter bekend als 'De Schoolmeester' (1808-1858) dichtte later een kort en krachtig grafschrift voor hem:

Hier ligt Poot
Hij is dood

Delft eerde Hubert Poot in 1896 door de Pootstraat in het Westerkwartier, naar hem te vernoemen. Het kunstwerk bij Abtswoude kwam er ter gelegenheid van zijn 250e sterfdag in 1983. Het werk, van de kunstenaars Hans la Hey en Hans Boshuyer bevat een aantal dichtregels uit Poot's gedicht 'Akkerleven', uit een dichtbundel, verschenen in 1722.

Hoe genoeglijk rolt het leven
Des gerusten Lantmans heen,
Die zijn zaligh lot, hoe kleen,
Om geen koningskroon zou geven!

Ondanks deze gloedvolle woorden heeft Hubert Poot een groot deel van zijn leven juist geprobeerd aan het boerenleven te ontsnappen en geheel van zijn pen te gaan leven. Dat was in de 18e eeuw heel ongebruikelijk. Dat het hem lukte is nog verwonderlijker.