Een oudere vrouw en een jong meisje: de oude en de nieuwe stad verbeeld. (Foto: EvE)
Een oudere vrouw en een jong meisje: de oude en de nieuwe stad verbeeld. (Foto: EvE)

De oude en de nieuwe stad verbeeld

kijk op de wijk

Het beeld doet inmiddels oud aan, doordat het tufsteen verweerd is. Toch is 'De Oude en de Nieuwe Stad' een betrekkelijk recent werk. Het dateert uit 1959 en is van de hand van de Amsterdamse beeldhouwer Paul Grégoire (1915-1988).

Het beeld staat op de hoek van de Colijnlaan met de Weteringlaan en stelt twee vrouwen voor. Een oudere vrouw in historische kleding met een sleutel in haar hand representeert de 'Oude Stad', oftewel de binnenstad. Ze houdt de sleutel van de stad in haar rechterhand. Haar linkerarm is rond een jongere vrouw geslagen. Zij representeert de 'nieuwe stad' ofwel de wijken Hof van Delft en Westerkwartier die in die tijd relatief nieuw waren. De voormalige gemeente Hof van Delft ging in 1921 op in de gemeente Delft en vanaf die tijd werd er gestaag aan de nieuwe wijk gebouwd. Een proces dat lang duurde. Hof van Delft werd nog tot begin jaren '50 uitgebreid, en de woningbouw in het gebied ging vrijwel naadloos over in de Krakeelpolder en het Westerkwartier, waarvan de laatste straten in 1959 hun naam kregen, zoals de Krakeelpolderweg, Jacoba van Beierenlaan en Frank van Borselenstraat. Met recht kon gezegd worden dat er een 'nieuwe stad' ten westen van het oude Delft was verrezen, en het beeld is dan ook bedoeld om dat moment in herinnering te houden.

Toonaangevend
Paul Grégoire is niet de minste beeldhouwer. Hij wordt beschouwd als één van de toonaangevende Nederlandse beeldhouwers uit de 20e eeuw. Hij kwam uit een echte kunstenaarsfamilie; zijn vader Jan was kunstschilder. Paul Grégoire doceerde beeldhouwen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Met zijn werken verdiende hij de bijnaam 'filosoof van de Arabesk', een arabesk of 'bewegingscurve' is een kunstvorm die gebruik maakt van ritmische patronen, repeterende bewegingslijnen. Vaak komen er figuren als bladeren en spiralen in terug. Arabesk klinkt als 'Arabisch' en dat is ook wel een beetje zo. De Islamitische en Moorse kunst maakt vaak gebruik van dit soort patronen. Dat het beeld zestig jaar na dato zo verweerd is komt deels door het gebruikte materiaal: tufsteen is een zachte steensoort. Daardoor is het makkelijk te bewerken, maar ook kwetsbaar.